Huurbeleid Dekkers goedgekeurd
Wo 1 November 2006 08:44 |
Frank |
2615 keer bekeken |
0 reacties |
0 x aanbevolen |
Artikel voorlezen
DEN HAAG Op de valreep heeft de Tweede Kamer in de nacht van dinsdag op woensdag ingestemd met de kabinetsplannen voor een vrijer huurbeleid. Er waren 72 stemmen voor en 63 stemmen tegen.
Vorige week trok minister Pieter Winsemius van Volkshuisvesting al enkele twijfelende fracties, met voorop de LPF, met extra toezeggingen definitief over de streep. Daarmee loodste hij dit lastige dossier, dat hij erfde van zijn voorgangster Sybilla Dekker, door het parlement. Kern van het nieuwe beleid (per 2007) is het liberaliseren van de huren als oplossing voor de vastzittende woningmarkt.
Dekker was zelf in de Kamer tijdens de stemming aanwezig, om de afronding van de door haar ingediende plannen bij te wonen. Zij trad vorige maand af, in de nasleep van het Schipholbranddossier.
Met het nieuwe beleid mogen verhuurders over drie jaar de huren van een kwart van de huurwoningen, tegen nu 5 procent, zelf bepalen. De WOZ-waarde speelt daarbij mee. Voorwaarde is wel dat er genoeg is bijgebouwd. Tot 2010 blijft de huurstijging beperkt (tot 4 procent boven inflatie). Voor driekwart van de woningen is en blijft de jaarlijkse huurstijging een zaak van de overheid.
Volgens tegenstanders is de huurwet veel te complex en dreigen ellenlange procedures tussen verhuurders en huurders. Winsemius maakte op dat punt een gebaar richting huurders die de WOZ-beschikking 2005 wilden kunnen aanvechten. Door een hogere WOZ-waarde zou hun huurhuis tot de geliberaliseerde sector kunnen behoren.
De LPF kreeg gedaan dat commerciële verhuurders gegarandeerd wordt dat nieuwbouwwoningen, als er afspraken bestaan met gemeenten, in die vrije sector vallen. Die kunnen nu tot 2010 worden ingeschreven in een register daarvoor. Dat was 2007.
De oppositie, aangevoerd door de PvdA, kon al eerder de regeringspartij CDA niet vermurwen om van positie te veranderen en tegen te stemmen. Het CDA had het aanvankelijk Dekker niet makkelijk gemaakt en haar gedwongen tot aanpassingen van de huurplannen, samen met D66. D66, als regeringspartij nog vóór, stemde uiteindelijk wèl tegen in de laatste nacht voor de Kamer opbrak voor het verkiezingsreces. (ANP)
Vorige week trok minister Pieter Winsemius van Volkshuisvesting al enkele twijfelende fracties, met voorop de LPF, met extra toezeggingen definitief over de streep. Daarmee loodste hij dit lastige dossier, dat hij erfde van zijn voorgangster Sybilla Dekker, door het parlement. Kern van het nieuwe beleid (per 2007) is het liberaliseren van de huren als oplossing voor de vastzittende woningmarkt.
Dekker was zelf in de Kamer tijdens de stemming aanwezig, om de afronding van de door haar ingediende plannen bij te wonen. Zij trad vorige maand af, in de nasleep van het Schipholbranddossier.
Met het nieuwe beleid mogen verhuurders over drie jaar de huren van een kwart van de huurwoningen, tegen nu 5 procent, zelf bepalen. De WOZ-waarde speelt daarbij mee. Voorwaarde is wel dat er genoeg is bijgebouwd. Tot 2010 blijft de huurstijging beperkt (tot 4 procent boven inflatie). Voor driekwart van de woningen is en blijft de jaarlijkse huurstijging een zaak van de overheid.
Volgens tegenstanders is de huurwet veel te complex en dreigen ellenlange procedures tussen verhuurders en huurders. Winsemius maakte op dat punt een gebaar richting huurders die de WOZ-beschikking 2005 wilden kunnen aanvechten. Door een hogere WOZ-waarde zou hun huurhuis tot de geliberaliseerde sector kunnen behoren.
De LPF kreeg gedaan dat commerciële verhuurders gegarandeerd wordt dat nieuwbouwwoningen, als er afspraken bestaan met gemeenten, in die vrije sector vallen. Die kunnen nu tot 2010 worden ingeschreven in een register daarvoor. Dat was 2007.
De oppositie, aangevoerd door de PvdA, kon al eerder de regeringspartij CDA niet vermurwen om van positie te veranderen en tegen te stemmen. Het CDA had het aanvankelijk Dekker niet makkelijk gemaakt en haar gedwongen tot aanpassingen van de huurplannen, samen met D66. D66, als regeringspartij nog vóór, stemde uiteindelijk wèl tegen in de laatste nacht voor de Kamer opbrak voor het verkiezingsreces. (ANP)
Bron: Het Parool