Casa Rosso 1980-1984
Na een periode te hebben gewerkt bij veilinghuis Sotheby’s aan het
Rokin, belandde ik in 1980 via een paar oude schoolkameraden op de
Wallen. Ik studeerde Economie aan de Universiteit van Amsterdam en
droeg een brilletje. Studenten waren ze in de rosse buurt nog niet zo
gewend. Ik kreeg dan ook snel de bijnaam 'Marcel de student’ toen ik
als stoepier ofwel kaartjesverkoper begon bij het liveshow-theater Casa
Rosso van 'Zwarte' Joop de Vries. In werkelijkheid heette hij Maurits
maar iedereen noemde hem Joop. Het lukte me aardig om de mensen op
straat, voornamelijk toeristen, over te halen de shows van Casa Rosso
te bezoeken. Dat was toen nog iets bijzonders. Je ontving een
behoorlijke commissie, vooral op de entreebewijzen van 75 gulden
waarbij 4 drankjes waren inbegrepen. In korte tijd had ik als student
drie auto’s op de parkeerplaats van studentenhuis Meer & Vaart in
Osdorp en een videorecorder in mijn studentenkamer. Door Marcel Kaatee.
Koning van de Wallen
De sfeer op de Wallen was
uniek. De Vries hield het gedeelte waar hij zijn commerciële belangen
had vrij van drugsdealers en verslaafden. In een periode van corruptie
bij overheidsdiensten was de politie je beste vriend zolang je maar
betaalde. De Vries begon daarom een eigen ordedienst die onder meer
bestond uit diverse nationale en internationale vechtsportkampioenen.
Door de aanwezigheid van zoveel sportieve types op de gracht kon een
hoop narigheid worden voorkomen, dacht Joop. Dat bleek aardig te
kloppen want in de praktijk hoefden de handen zelden uit de mouwen te
worden gestoken en was alleen de verschijning van zo’n figuur al
voldoende. Aan trainingsfaciliteiten ontbrak het de zogenaamde
ordecommissarissen niet. Aan de Oudezijds Achterburgwal 76 was de
beroemde sportschool 'Oyama' gevestigd waar de krachten op pijl
gehouden konden worden.
De Vries had zelfs een eigen
vuilophaaldienst die soms meerdere keren per dag het vuil ophaalde.
Niet alleen van zijn eigen bedrijven maar ook van bewoners en andere
ondernemers langs de route. Groente en fruit, onder andere voor de
shows, werden bewust niet bij de groothandel ingekocht maar voor het
dubbele bij de gebroeders Estejé op de Nieuwmarkt. Op deze wijze werd
de economie in het Wallen-gebied gestimuleerd en werd Joop de
ongekroonde 'Koning van de Wallen'. Toch was niet iedereen in de buurt
even blij met De Vries. Drugsdealers en verslaafden trokken automatisch
naar andere straten en stegen waar De Vries geen belangen had. De
bewoners daar waren iets minder te spreken over 'Zwarte Joop'.
Hoogtepunt imperium
Als
vroeg in de middag de Wallen weer tot leven kwamen, zag je stoepiers en
raamverhuurders met hun brandslangen de rommel van de vorige nacht van
de straat spuiten. Tussen de Stoofsteeg en de Molensteeg werd alles
brandschoon gehouden. Begin jaren 80 was het Casa Rosso imperium op
haar hoogtepunt. Drommen toeristen van allerlei nationaliteiten,
tourleiders voorop, wachtten geduldig voor de ingang van het
live-showtheater tot zij eindelijk naar binnen mochten. Het was een
komen en gaan van taxi’s met de bekende Casa Rosso sticker met de roze
olifant. Die brachten hun klanten voor de deur en reden vervolgens een
rondje om een envelopje met commissie op te halen.
De
bingoavonden in het naast het Casa Rosso-theater gelegen
entertainmentpaleis 'Club 26', waren eveneens zeer populair.
Jazz-pianist Nedley Elstak speelde vaak in het casino. Maar er was ook
een theaterzaal in het complex waar Lee Towers optrad en internationale
artiesten als The Platters, Guys & Dolls, The Fortunes en The
Tramps.
Keerpunt
In 1983 kwam er een einde
aan alle voorspoed en gezelligheid. Eerst vanwege een inval door de
FIOD. De overheid had vanwege de komst van het eerste staatscasino in
het Amsterdamse Hilton hotel tot een inval besloten bij de jarenlang
gedoogde gokbedrijven van Zwarte Joop. Vooral het groots opgezette
'Club 26', riep weerstand op. Daarna volgde de afschuwelijke brand in
december waarbij 13 mensen om het leven kwamen. De brandstichter was
een ontslagen werknemer van De Vries bij wie de stoppen doorsloegen
omdat hij niet naar binnen mocht. Over deze tragische gebeurtenis deden
al snel geruchten de ronde dat opdracht voor de brandstichting was
gegeven door een ex-werknemer van De Vries die net zelf een gokhuis was
begonnen en om klanten verlegen zat. Justitie heeft echter nooit geloof
gehecht aan deze complottheorie die destijds uitvoerig in het nieuws
was.
Nieuw theater op een nieuwe locatie
'Wij
kunnen als gemeente natuurlijk nooit zeggen dat we hopen dat Jopie de
Vries op dezelfde plaats weer een sex- en gokimperium gaat maken, maar
het is wel opvallend dat hij voor een sociale controle zorgde waardoor
dit stukje van de binnenstad weinig openbare-orde-problemen gaf',
stelde directeur Nieuwenweg van Bouw- en Woningtoezicht een week na de
brand vast in het Parool. De Vries wilde ermee stoppen. Vanuit de
gemeente is toen langs informele weg aangedrongen op herbouw van het
theater. De Oudezijds Achterburgwal dreigde anders een no-go-area te
worden net als de Zeedijk waar toen drugsdealers en verslaafden de
dienst uitmaakten. De Vries wilde de gemeente niet teleurstellen onder
voorwaarde dat er een permanent gedenkteken kwam voor de slachtoffers
van de brand. PvdA-burgemeester Ed van Thijn, PvdA-wethouder Jan
Schaefer en CDA-wethouder Heerma, hebben zich toen hard gemaakt voor de
snelle terugkeer van Casa Rosso op de Wallen, zo'n 50 meter verwijderd
van de oude plek. In het uitverkoren pand was eind jaren zeventig al
eens een sextheater van De Vries gevestigd: ‘Club Number One’. Later
diende het gebouw als garage voor de bolides van Zwarte Joop en als
verkoopkantoor voor liveshow-tickets voor het ‘hoofdtheater’ op nummer
98, dat afbrandde. Tot de grote opknapbeurt was voltooid, werden
toenmalig bedrijfleider Jan Otten en ik tijdelijk te werk gesteld als
kassier in de speelhallen Molensteeg en Buddy Buddy, eveneens eigendom
van De Vries. Op 18 mei 1984 opende Casa Rosso haar deuren in het
gebouw waar het nog steeds is gevestigd en hopelijk gevestigd zal
blijven: Oudezijds Achterburgwal 106-108. Ook het herdenkingsmonument
is er gekomen, precies tussen de oude en nieuwe locatie in.