Armoede neemt toe

Di 29 November 2005 11:55 | Frank | 3482 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

De armoede in Nederland is de afgelopen drie jaar toegenomen. Er kwamen ruim honderdduizend huishoudens bij die erg krap zitten. Eén op de tien huishoudens leeft van een laag inkomen. Dat blijkt uit de Armoedemonitor 2005, die dinsdag wordt aangeboden aan staatssecretaris van Sociale Zaken Henk van Hoof (VVD). Volgend jaar daalt de armoede weer, verwachten onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Tot 2002 nam het percentage huishoudens met een laag inkomen, waaronder een maandelijks inkomen van 850 euro netto of minder wordt verstaan, jarenlang af. In dat jaar bereikte de armoede het laagste punt: 577 duizend huishoudens leefden van een laag inkomen. Dat was 8,8 procent van het totaal.

Dit jaar moet naar verwachting 10,5 procent van de Nederlandse huishoudens rondkomen van een laag inkomen: ongeveer 680 duizend. Verslechtering van de koopkracht is de belangrijkste oorzaak van de stijging. Ook de oplopende werkloosheid speelt een rol. De onderzoekers verwachten dat de armoede volgend jaar met 642 duizend huishoudens met een laag inkomen, een kleine tien procent van het totaal, terug is op het niveau van 2003.

Behalve een groei van het aantal huishoudens onder de lage-inkomensgrens zijn er andere aanwijzingen die wijzen op een groei van de armoede in de afgelopen jaren. Meer mensen zeggen moeite te hebben om rond te komen. In 2001 gaf acht procent van de Nederlandse huishoudens dit aan; vorig jaar dertien procent. Meer mensen doen een beroep op hulp van kerken en voedselbanken. Bovendien zien de onderzoekers dat meer mensen rood staan. Ook neemt het aantal gevallen van schuldhulpverlening toe. Tevens kampen meer Nederlanders met huurachterstand en stijgt het aantal incasso-opdrachten.

Het aantal mensen met een laag inkomen dat zichzelf genoodzaakt zag schulden te maken is de afgelopen drie jaar verdubbeld. Niet alleen de verslechterde economische situatie speelt hierbij een rol, schrijven de onderzoekers. De invoering van de euro in 2002 is eveneens een oorzaak: veel mensen hadden moeite om aan de waarde van de nieuwe munt te wennen en gaven te gemakkelijk geld uit.

Niet-westerse allochtonen hebben het het zwaarst. Dat is een gevolg van hun slechte positie op de arbeidsmarkt, vaak resulterend in werkloosheid. Ook het feit dat relatief weinig allochtone huishoudens met tweeverdieners voorkomen speelt een rol. Drie op de tien Marokkaanse, Turkse en Antilliaanse huishoudens leven van een laag inkomen. Dat is vier keer zoveel als bij autochtonen. Van de 'nieuwe' groepen immigranten, zoals Somaliërs, Afghanen en Irakezen, leeft meer dan de helft van de huishoudens van een laag inkomen. De onderzoekers noemen de positie van deze groepen 'alarmerend'.

Rotterdam heeft met 17,1 procent de meeste huishoudens met een laag inkomen, op de voet gevolgd door Amsterdam met 16,9 procent. Bij de wijken voeren de Schilderswijk-Noord in Den Haag en Spangen en Mathenesse in Rotterdam de ranglijst aan. Hier leefde in 2002 dertig procent van de inwoners onder de armoedegrens.

Bron: ANP