Terwijl https://nl.wikipedia.org/wiki/Cees_Fasseur" target="_blank">Cees Fasseur zich in allerlei bochten wringt om het werkelijke, beschamende verleden van een familie die zich Van Oranje noemt voor het volk te verhullen, zijn er andere personen aan het werk de leugen die ons regeert te ontmaskeren. Één van deze is, ogenschijnlijk, Lambert Giebels. Dit voormalig PvdA-kamerlid, jurist en historicus, heeft vorige week in een zitting voor de Raad van State (afdeling Bestuursrechtspraak) een lans gebroken om het Koninklijk Huis Archief (KHA) en in het bijzonder het rapport van de Beel-commissie omtrent de Greet Hofmans-affaire, openbaar te maken. Een streven waar de Tweede Kamer, middels de Kalsbeek-motie, zich vorig jaar hard voor heeft gemaakt, maar gedwarsboomd zag door Balkenendes stelling dat het dossier een pure privé-zaak was en is.
Er zou, aldus Balkenende en de landsadvocaten, geen openbaar belang mee gediend worden. Merkwaardig, aangezien Balkenende zelf in april 2005 heeft aanvaard dat dossiers die betrekking hebben op het functioneren van het koningschap aan het openbare Nationale Archief toevertrouwd moeten worden en dus toegankelijk moeten zijn voor (onafhankelijke) bonafide onderzoekers.
De Hofmans-affaire heeft alles met het functioneren van het koningsschap te maken. Ook toont het onomstotelijk het lakeiengedrag – en dus het falen van ons politieke systeem – van de meeste naoorlogse kabinetten vis-à-vis de ons regerende familie aan, Bernhard en Beatrix in het bijzonder. Een gedraging die zich tot op heden niet heeft gewijzigd. Integendeel. De zaken die mijn vrouw en ik hebben getracht op de politieke agenda te zetten omtrent het functioneren van het koningsschap en de daarvoor geldende ministeriële verantwoordelijkheden spreken letterlijk boekdelen. In deze hebben maar liefst twee premiers, Kok en Balkenende, alsmede een rits ministers en staatssecretarissen, waaronder De Vries, Korthals, Donner, Remkes en Zalm, de Tweede Kamer en de Nederlandse bevolking, in opdracht van Bernhard en Beatrix, op schandalige wijze voorgelogen. Hierin gesteund door bijna de gehele Nederlandse media. Een werkwijze die ook Drees veelvuldig – en zeker inzake de Hofmans-affaire – bezigde.
Thans is Fasseur de enige die toegang heeft tot het KHA en de verzegelde Beel-dossiers. Terecht vindt Giebels dit een onacceptabele situatie en stelt dat op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht de beheerder van het KHA aangemerkt dient te worden als een bestuursorgaan dat onder ministeriële verantwoordelijkheid valt. Giebels verdient een pluim voor zijn moedige – maar kansloze – poging te voorkomen dat, eender ons stuitende dossier, ook de Beel-dossiers voor politiek gewin (lees: de in stand houding en verder uitbreiding van de macht van de koning (Beatrix) als lid van de regering) zullen worden verkracht.
De kwalificatie van de premier dat de Hofmans-affaire als een privé-zaak moet worden aangemerkt, wordt uitsluitend ingezet om de waarheid – o.a. de tweede (!) coup poging van Bernhard en de zgn. “Warmelo-clan”, inclusief Beatrix – uit de pers en het publieke domein te weren. Fasseur wordt ingezet om de affaire zo te beschrijven dat het Beatrixs goedkeuring kan dragen en het publiek, alsmede de Tweede Kamer, wordt volledig op het verkeerde been gezet omtrent de werkelijke toedracht van de affaire.
Wij kunnen op basis van de onwaarheden die Fasseur in zijn boeken “Wilhelmina, De jonge koningin” en “Wilhelmina, Krijshaftig in een vormeloze jas” heeft opgetekend er gevoeglijk vanuit gaan dat zijn aanstaande beschrijving van de Hofmans-affaire ook pertinent niet zal stroken met datgene wat werkelijk geschied is.1 Fasseurs’ verzekering aan de lezer in eerstgenoemde titel dat hem bij zijn onderzoek – “in tegenstelling tot Harold Nicholson, de biograaf van koning George V van Engeland”, die het vriendelijke verzoek kreeg ‘to omit things and incidents which were discreditable to the Royal Family’ – “nimmer enige beperkingen of restricties van die aard [zijn] gesteld”, biedt ons geen soelaas. Zeker niet als men in ogenschouw neemt dat zowel Fasseur, als zijn vrouw, Josine Van Santen, Vice-President Gerechtshof Den Haag, mijn vrouw, mijn moeder en mijzelf menig maal persoonlijk en telefonisch heeft mee gedeeld hoeveel Fasseur heeft moeten schrappen van Beatrix.2 Sterker, het dwingt ons met argusogen en een grote dosis scepticisme het aanstaande Fasseur geschrift te ontleden. Om niet te worden ontmaskerd als een hielenlikkende, academische charlatan en geschiedvervalser – zoals Cees Schrage van de UvA zichzelf als zodanig heeft gepositioneerd met zijn in opdracht van Beatrix geschreven boek “zur Lippe Biesterfeld” – zal Fasseur een bittere pil hebben aan het schrijven van het aanstaande boek.3
Als de Raad van State erkent dat de Kalsbeek-motie bindend voor premier en de Tweede Kamer is, of zoals Giebels stelt “de overeenstemming tussen Kamer en premier nieuw recht heeft geschapen…dat de beheerder…moet worden aangemerkt als…bestuursorgaan in de zin van de AWB… en dan onder ministeriële verantwoordelijkheid staat ”, dringen zich voor het kabinet geen onoverkoombare of gezichtsverliezende problemen aan. Ten eerste omdat het niemand ooit zal toelaten iets te publiceren over de Hofmans-affaire wat Beatrix niet behaagt, dus ook Giebels niet. Ten tweede omdat het kabinet al eerder blijk heeft gegeven van het feit dat zij het niet zo nauw neemt met haar eigen (staatsrechtelijke) beloftes: de landsadvocaten betitelen de overeenstemming tussen Kamer en premier voor wat betreft zaken die het functioneren van het koningsschap betreffen simpelweg als “niet relevant”. Ook hier ligt het voor de hand ons eigen dossier in memorie te roepen.
Naar aanleiding van onze onthullingen en daarop ingediende motie en het beschamende debat dat daarop volgde, was het kabinet gedwongen om het Kabinet van de Koningin, en directeur Rhodius in het bijzonder, onder ministeriele verantwoordelijkheid te plaatsen. Maar ondanks deze publiekelijk verkondigde belofte heeft Balkenende het heimelijk voor elkaar gekregen het Kabinet van de Koningin onder generlei ministeriële verantwoordelijkheid te brengen. Politieke arrogantie ten top. Als deze verbazingwekkende en clandestiene actie van het kabinet, op televisie geopenbaard door Jit Peters van de UvA, zonder kritiek of commentaar uit de Kamer en de media plaats kan hebben, zoals tot op heden het geval is gebleken, dan hoeft niemand meer de illusie te hebben dat Giebels enige kans maakt. Democratisch verval in werking.
De vraag blijft of Beatrix en het kabinet de werkelijke toedracht van de Hofmans-affaire – en daar gaat het hier ook om – kunnen blijven verhullen.
Gezien mijn persoonlijke kennis van een aantal facetten van de Hofmans-affaire – niet in de laatste plaats uitgebreid door de ervaringen en de kennis waarover mijn vrouw beschikte, alsmede haar innige relatie met Juliana – beschik ik over informatie waarmee het toekomstige boek van Fasseur op een aantal elementaire punten op waarheid kan worden getoetst. Aangezien ik geen vertrouwen heb in een succesvolle afloop van Giebels’ zaak voor de Raad van State – de politieke, financiële en staatsrechtelijke belangen van Beatrix en de (huidige) regering zijn simpelweg te groot – zal ik hier een aantal zaken noemen waar Fasseur straks niet omheen kan. Ik teken deze hier niet allen op voor Fasseur: Giebels zoon is werkzaam voor de AIVD en dat maakt de missie en de motieven van oud-kamerlid Giebels minder transparant. In het geval dat Giebels zijn zaak wint en dus ook aan het ‘onderzoeken’ en het schrijven slaat, zullen de volgende, fundamentele feiten ook in zijn onderzoek niet kunnen ontbreken:
De hele Hofmans-affaire is een creatie van Bernhard en zijn Warmelo-clan ten einde te voorkomen dat de brieven die hij aan Hitler en Himmler heeft geschreven in de zomer van 1942 (drie in totaal, waarvan er twee mede ondertekend zijn door Juliana) het daglicht in de nationale en internationale pers zouden zien.4 Als bliksemafleiding heeft Bernhard zijn buitenlandse persvrindjes (o.a. Denis Sefton Delmer van de Daily Express en correspondent te Berlijn van 1928 tot 1933) de opdracht gegeven om een verhaal de wereld in te helpen wat zou moeten aantonen dat Juliana niet in staat was te regeren omdat zij zich door een gebedsgenezer zou laten ringeloren. Dit geschiedde door middel van de Daily Express en Der Spiegel. Aldus werd een constitutionele crisis in scène gezet om het landverraad van Bernhard te verhullen en zijn zeer actieve wapenhandel en zijn incorporatie in het Amerikaanse militaire-industriele-complex niet ontmaskerd te zien, maar te kunnen laten floreren. Dit alles zonder enige ministeriële obstructie.
Sindsdien is het verhaal dat Juliana Greet Hofmans naar het hof zou hebben gehaald en dat zij hiermee de aanstichtster was van wat meestal aangeduid wordt als “conflicten aan het hof”, een algemeen geaccepteerd feit gemaakt. Niets is minder waar. Het was de occulte drang van Bernhard zelf die Hofmans aan het hof deed belanden. Vijftien jaar voor Hofmans verschijning op Soestdijk is de voormalig lijfarts van Heinrich Himmler, Felix Kersten, de “wonderbaarlijke genezer”, al een graag geziene gast van Bernhard. Ook de Teutoonse rituelen die Bernhard en zijn kornuiten vooral in het oosten van het land plachte te plegen spreken boekdelen. Het is dan ook voor ingewijden helemaal geen verrassing dat Juliana door Bernhard zelf voorgesteld is aan Hofmans.
De hier genoemde gegevens werpen een heel ander, niet gangbaar, en zeker niet toegestaan licht op de affaire en vormen een nieuw raamwerk waar binnen de affaire zou moeten worden onderzocht. De tijd zal ons leren of ‘bonafide’ onderzoekers de durf hebben om niet mee te doen aan de van regeringswege ingezette geschiedvervalsing. Veel zal afhangen van toekomstige ‘academische en politieke dwalingen’.
voetnoten:
1 Vergelijk o.a. het werk van Nanda Van der Zee, "Om erger te voorkomen".
2 Josine Van Santen is familie van mijn grootmoeder aan moederszijde. Margarita en ik hebben een aantal gesprekken met Van Santen en Fasseur in hunner woning in Den Haag gevoerd. Tijdens deze uren is er veel over de totstandkoming van zijn boeken gesproken en de corrigerende hand van het hof die hij daarbij ondervond. Tijdens deze gesprekken hebben wij getracht uit te leggen hoe een en ander werkte. Hiervoor hebben wij hem geattendeerd, d.m.v. het overleggen van een naam en ISBN nummer, op een boek, getiteld "De Oranjes en de doofpot", dat nota bene in de boekenkast van Tante Christina in New York stond, Van Santen heeft ons ook meegenomen naar het huis van de Secretaris-Generaal van Justitie, Hartkamp, om daar over de strafbare schaduw en afluisterpraktijken van de ‘Benno-brigade’ te praten die ons ten deel was gevallen. Bij dat bezoek kreeg Margarita, in het bijzijn van Van Santen dus, te horen dat de AIVD simpelweg zou ontkennen dat de merk-microfoons die gebruikt zijn bij het afluisteren van onze woning door de dienst worden gebruikt. Voorts konden wij, aldus Hartkamp "maar beter het land verlaten". In een latere fase heeft Fasseur, gewillige lakei die hij is, nog getracht ons om de tuin te leiden door zitting te nemen in de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten alwaar hij startte "een onderzoek naar de ambtenaar van de AIVD die de ‘fouten’ had gemaakt...". Dit was niets meer en niets minder dan een achterbakse poging om een zogenaamde ‘scapegoat’ te vinden om Beatrix, Bernhard, Carlos Sr & Jr, en de regering Balkenende buiten schot te houden. Op onverklaarbare wijze is deze ‘onafhakelijke onderzoeker’ nog steeds lid van deze commissie en beschikt hij dus zonder enige rechtvaardiging over zeer gevoelige informatie van personen, instellingen, bedrijven en verenigingen.
3Mijn Bruening-dossier, hetgeen ik op live televisie bij Barend & Van Dorp geopenbaard heb, toont onomstotelijk het SS, Gestapo en NSDAP verleden van Bernhard aan. Het boek "zur Lippe Biesterfeld" van Schrage was juist geschreven om dit verleden te verdoezelen en het blazoen van onze grootste landverrader ooit op te poetsen.
4 In 1937 had Bernhard al brieven aan Hitler geschreven. Deze zijn in Trouw gepubliceerd op 23 december 2004.
Dr. Edwin de Roy van Zuydewijn