De IJsland-route van de CIA loopt over Nederland

Vr 30 December 2005 11:32 | Frank | 3064 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

In de discussie over een nieuwe Nederlandse militaire missie naar Afghanistan spelen de CIA-gevangenissen buiten de VS, waar mogelijk gemarteld wordt, geen rol. „Minister Bot was wel heel snel tevreden.”

Nederland heeft nooit meegewerkt aan het in het geheim oppakken of vervoeren van terreurverdachten naar verborgen gevangenissen, verklaarde minister Bot van Buitenlandse Zaken bij herhaling. Nederland heeft er ook geen enkele informatie over, zo antwoordde Bot afgelopen vrijdag de Tweede Kamer. Maar voormalig minister Colin Powell van de Verenigde Staten zei vorige week tegen de Britse BBC: ,,Rendition (de officiële term voor informele ‘uitlevering’ van terreurverdachten, red.) is niet iets dat nieuw is of onbekend bij mijn Europese vrienden.” Als Powell de waarheid spreekt, blijven er twee mogelijkheden over: of minister Bot weet meer dan hij wil of mag vertellen, of hij behoort niet tot de vriendenkring van zijn voormalige collega.

Rond de geheime gevangenissen en de vluchten van de CIA is een merkwaardig schimmenspel ontstaan. In de Tweede Kamer en daarbuiten worden al maanden vragen gesteld naar aanleiding van berichten over geheime gevangenissen en transporten van de Amerikaanse geheime dienst. Eind november bleek dat een vliegtuig dat waarschijnlijk aan de CIA toebehoorde op Schiphol was geland. Eerder was datzelfde toestel in Afghanistan gesignaleerd.

Minister Bot beloofde opheldering te zullen vragen, en stelde nieuwe militaire missies zelfs min of meer afhankelijk van de openheid van de VS. Vervolgens werden er ook vermeende CIA-toestellen gerapporteerd op het Rotterdamse Zestienhoven en de luchthaven van het Antilliaanse Sint-Maarten.

Drie weken later lijkt het allemaal niet zo belangrijk meer. Het kabinet pleit voor een nieuwe missie naar Afghanistan, maar de duisternis rond de kampen en de vluchten speelt in het debat daarover geen rol. Minister Bot heeft „navraag” gedaan bij andere ministeries. Maar onderzoek naar vermeende vluchten op Nederlands grondgebied vindt niet plaats, zo bevestigen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Verkeer en Waterstaat desgevraagd. De Amerikanen hebben bij monde van de ambassadeur en Powells opvolger Condoleeza Rice ontkend dat er geheime transporten plaatsvinden en dat er geheime gevangenissen zijn waar gemarteld wordt. Nederland blijft uitgaan van het vertrouwensbeginsel als het gaat om de Amerikanen, zo zegt de woordvoerder van minister Bot: „Zolang we denken dat ze te goeder trouw zijn, gaan we niet allerlei vluchten checken. Je kunt zoiets alleen doen als er sterke verdenkingen bestaan.”

Buitenlandse Zaken verwijst naar internationale onderzoeken die lopen, in het bijzonder die van de Raad van Europa, de organisatie ter verdediging van mensenrechten en democratie. De uitkomst daarvan wordt afgewacht. Maar rapporteur Dick Marty van die organisatie riep juist de lidstaten op om zich „volledig te wijden aan het vaststellen van de waarheid over vluchten over hun grondgebied.” Marty stelde op 13 december vast dat de tot dan toe vergaarde informatie de „geloofwaardigheid” van de beschuldigingen had „versterkt”. Op de opmerkingen van Marty wil Buitenlandse Zaken niet reageren voordat diens rapportage af is.

De vlucht van de turbo-propeller van het type DHC-8 met registratie N505LL die op 17 november op Schiphol landde, blijft intussen interessant. Dat het vliegtuig uit Turkije kwam en op weg was naar IJsland, staat vast. Dat het vliegtuigje, formeel van het bedrijfje Path Corporation, vloog voor de CIA lijkt zeer waarschijnlijk. Het werd in 2003 in Afghanistan gespot toen het Amerikaanse Special Forces vervoerde. Bovendien komt de N505LL voor op de lijst van 31 vermoedelijke CIA-vliegtuigen die de organisatie Human Rights Watch heeft opgesteld en als basis voor onderzoek aan de Raad van Europa heeft verstrekt. De grote vraag is echter: wat of wie zaten er in het vliegtuig en waarom deed het Nederland aan? Antwoorden zijn nog niet beschikbaar, en Nederland lijkt er dus ook niet veel moeite voor te doen. Het kan heel goed gegaan zijn om een tussenlanding, zonder dat er ‘passagiers’ het vliegtuig in of uit zijn gegaan. Volgens luchtvaartexpert Chris Yates van Jane’s in Londen heeft het vliegtuig, afhankelijk van de lading, een bereik van minder dan 2.000 kilometer. Voor een vlucht van Turkije naar IJsland is er dan op zijn minst één tussenlanding nodig om bij te tanken, en ongeveer halverwege ligt Nederland. Ook over het oponthoud op Schiphol van meer dan een dag bestaat onduidelijkheid. Het kan betekenen dat de inzittenden in Nederlands nog een ‘taak’ hadden, maar evengoed dat de piloten moesten uitrusten na de vlucht uit Turkije.

Anders dan in Italië, Zweden of Duitsland zijn er in Nederland geen aanwijzingen voor verdwenen terreurverdachten. Wel is er het verhaal van de Egyptische illegaal Achmed S., die claimt vorig jaar na zijn uitzetting naar Egypte twee weken in een geheime gevangenis te hebben doorgebracht. Daarbij zou hij zijn verhoord op basis van informatie die volgens hem alleen uit zijn Nederlandse strafdossier kon komen.

Intussen neemt het aantal meldingen over mogelijke CIA-vluchten op Nederlands grondgebied toe. Meestal zijn ze het uitvloeisel van onderzoek in Scandinavië, in het bijzonder IJsland. Inmiddels wordt al gesproken van de ‘IJsland-route’ die de CIA zou gebruiken voor transporten vanuit Europa naar de Verenigde Staten en Canada. In het geval van de vluchten van en naar IJsland via Rotterdam gaat het om vliegtuigen die voor zover bekend nog niet de lijst van Human Rights Watch voorkomen, maar wel via andere bronnen met de CIA in verband worden gebracht. Verkeer en Waterstaat bevestigt op navraag van deze krant dat de zes ‘gespotte’ vluchten van en naar IJsland inderdaad bij een tussenlanding Nederland hebben aangedaan in 2002, 2003, 2004. Interessant zijn de bestemmingen of plaatsen van herkomst. In één geval was dat het Hongaarse Boedapest, twee keer Brindisi in Italië, maar in drie gevallen Boekarest in Roemenië. Samen met Polen wordt dat laatste land telkens in verband gebracht met geheime gevangenissen, hoewel de landen dat zelf ontkennen.

Doet Nederland zijn best om achter de waarheid te komen? Nee, zegt Lars van Troost van Amnesty International. „Minister Bot was wel heel snel tevreden met het antwoord van Condoleeza Rice. Die zei zoiets als: we zullen niet meer doen, wat we toch al nooit hebben gedaan. Laten we ervan uitgaan dat ze het inderdaad niet meer zullen doen, wat ik niet geloof, dan wil je toch opheldering over wat er de laatste vier jaar is gebeurd? Niet alleen over de vluchten, maar ook over andere zaken waar Nederland als partner bij betrokken is geraakt. Er zijn toch zeker twintig Al-Qaeda-verdachten verdwenen.”

Ook onderzoeker Rob de Wijk van Instituut Clingendael is ontevreden: „De VS nemen op alle mogelijke manieren een loopje met het internationale recht, en Europa heeft het laten gebeuren.” Op de vraag wat hij vindt van de uitspraak van Collin Powell dat Europa op de hoogte is van wat er gebeurt, zegt hij: „Dat zou me niks verbazen.”

Bron: volkskrant