Aangifte tegen ministers om Schipholbrand
HAARLEM - De Stichting Een Royaal Gebaar heeft vrijdag aangifte gedaan tegen de ministers Donner (Justitie) en Verdonk (Vreemdelingenzaken) in verband met de brand in het cellencomplex op Schiphol. Dat heeft het bestuur van de stichting vrijdag bekendgemaakt.
De brand eind oktober, waardoor elf doden vielen, is volgens de initiatiefnemers geen toevallig incident maar een logisch gevolg van het gevoerde beleid. De stichting vraagt de officier van justitie in Haarlem om een strafrechtelijk onderzoek en klaagt de bewindslieden aan wegens dood door nalatigheid, het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel en het onderwerpen van personen aan wrede en onmenselijke behandeling.
Een Royaal Gebaar, waarvan schrijfster Marion Bloem de drijvende kracht is, zegt op te treden namens de overlevenden van de Schipholbrand, de nabestaanden van de slachtoffers en 8000 Nederlanders. Onder degenen die de actie via internet steunen, bevinden zich bekende Nederlanders als oud-minister Pronk, cabaretier Freek de Jonge en schrijver Geert Mak.
Donner en Verdonk zijn volgens de initiatiefnemers meer dan uitsluitend politiek verantwoordelijk. Ze menen dat de ministers hebben geweigerd om de noodzakelijke bouwtechnische voorzieningen aan te brengen, hoewel daar twee keer op was aangedrongen. De bewindslieden laten in hun ogen de detentiecentra voor vreemdelingen zo goedkoop mogelijk draaien en hebben daarmee het risico genomen dat er slachtoffers zouden vallen bij een brand.
De stichting vindt het niet nodig eerst de andere langdurige onderzoeken naar de fatale brand af te wachten. Ze waarschuwt voor de kans op herhaling en bovendien zou dan geen recht worden gedaan aan de slachtoffers. De zaak is volgens haar juridisch voldoende helder om een strafrechtelijk onderzoek in te stellen naar de verantwoordelijkheid van het tweetal.
Marion Bloem zette eerder de actie 'een royaal gebaar' in gang om meer asielzoekers een pardon te gunnen. Ruim 200.000 mensen betuigden toen hun steun aan de oproep, die was gericht aan koningin Beatrix in verband met haar 25-jarig jubileum.