Castros broer ontvangt wereldleiders op Cuba
HAVANA - De broer van de tachtigjarige Cubaanse president Fidel Castro, Raúl Castro, is vrijdag op de voorgrond getreden bij de start van de tweedaagse topconferentie van de Niet-Gebonden Landen. Raúl Castro neemt blijkens zijn optreden vrijdag moeiteloos de taken van zijn vijf jaar oudere broer over. Die werd in juli geopereerd en droeg zijn bevoegdheden eind die maand tijdelijk over. In een speech voer hij hard uit tegen de Verenigde Staten. Ten overstaan van afgezanten van een groot aantal ontwikkelingslanden beschuldigde hij de VS van "irrationele pretenties tot werelddominantie" .
Het is volgens Raul eenvoudigweg absurd om te denken dat een onhoudbare sociaal-economische orde met geweld op zijn plaats kan worden gehouden. De VS hebben geweigerd om de top als waarnemer bij te wonen en hebben laten weten niet te zullen reageren op wat er zich afspeelt.
De verzamelde ontwikkelingslanden moeten zich verenigen in hun strijd tegen de onacceptabele, Amerikaanse daden van agressie die worden gemotiveerd door een onstilbare honger naar strategische hulpbronnen, zei Raul. De Beweging van Niet-Gebonden Landen is volgens Raul op het terrein van de internationale betrekkingen niet de doorslaggevende macht die ze kan zijn. De Beweging "moet nu dappere gevechten aangaan met het unilateralisme, dubbele standaards en de straffeloosheid die de machtigen genieten", aldus Raul.
De top steunt naar verwachting Iran in het conflict dat Teheran heeft met vooral westerse mogendheden over de nucleaire projecten van Iran. De top levert ook felle kritiek op de recente Israëlische bombardementen van Libanon. De Indiase premier Manmohan Singh en de Pakistaanse president Pervez Musharraf treffen elkaar apart tijdens de top.
De Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad zei dat Cuba's gevecht voor vrijheid van het imperialisme een inspiratiebron is voor de volkeren van de wereld en de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan, verklaarde dat ontwikkelingslanden nieuwe verantwoordelijkheden en mogelijkheden hebben om democratie te verspreiden en de mensenrechten te beschermen. "De collectieve missie van deze beweging is relevanter dan ooit", zei Annan.
De Beweging van Niet-Gebonden Landen (NAM) is een grote verzameling staten die zich tijdens de Koude Oorlog gezamenlijk wilden afzetten tegen de strijd tussen de westerse en de communistische wereld. Het zijn inmiddels 118 landen waarvan er meer dan vijftig een staatshoofd of regeringsleider naar Cuba hebben gestuurd voor de veertiende topconferentie. De eerste officiële NAM-top was in juni 1961 in Caïro, maar de NAM heeft haar oorspong in een conferentie van voornamelijk ex-kolonieën in Azië en Afrika in Bandung in 1955. Cuba heeft het voorzitterschap van de vereniging overgenomen van Maleisië.
Fidel Castro moet nog rust houden volgens zijn artsen. Hij sprak wel met de conferentiegasten Kofi Annan, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, en Hugo Chávez, de president van Venezuela met wie hij goed bevriend is.