Goed en kwaad bestaan niet

Vr 15 September 2006 22:12 | Innercircle | 2450 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

In de esoterie zeggen we dat goed en kwaad niet bestaan. Deze begrippen bestaan slechts in ons eigen denken. Dat is gemakkelijk gezegd als je het intuïtief begrijpt. Maar voor degenen die vanuit het dualistische denken naar onze dagelijkse levenservaringen kijken, is er niets anders dan goed en kwaad. Daarom hieronder een toelichting op het begrip "goed en kwaad" waaruit blijkt dat we er ook op een héél andere manier naar kunnen kijken. Zodanig zelfs dat het duidelijk is dat alles wat wij doen goed is, omdat het altijd op de een of andere manier bijdraagt aan onze persoonlijke ontwikkeling.


Het goede en kwade horen bij elkaar zoals alles in onze maatschappij. Het zijn twee dingen die we elke dag tegen kunnen komen bij een ander, maar ook bij onszelf. Dàt wij in een wereld met twee kanten leven blijkt werkelijk uit alles! Bijvoorbeeld dag en nacht, positief en negatief, spreken en zwijgen, orde en chaos, volgzaamheid en heerszucht, omzichtigheid en moed, bezitloosheid en hebzucht, onverschilligheid en liefde, enzovoorts.

In bepaalde kringen zijn er mensen die zeggen dat "het kwade" de duivel is. In het Frans noemt men de duivel "le diable" en dat woord is duidelijk verwant met het Griekse "diabolos". Dit woord is te ontleden in "dia" dat "twee" betekent en "bolos" dat verwant is met "vormen". "Diabolos" verwijst naar het begrip dualiteit. Kortom, "duivel" is hetzelfde als dualiteit. Dat is echter een totaal andere betekenis dan er gewoonlijk aan wordt toegekend, want in ons spraakgebruik is "de duivel" iets heel negatiefs en men heeft in de loop der tijden het "duivelse" verpersoonlijkt. De duivel is een "persoon" geworden met bokkenpoten en horens op zijn kop.
"Satan is het hoofd van de duivels en de verpersoonlijking van het kwaad", zegt van Dale in zijn woordenboek. Satan is dus nog een graadje erger dan de duivel, want hij is het hoofd ervan. Maar in het Hebreeuws betekent "satan" de "tegenstander" en, zoals Paramahansa Yogananda in zijn boek: "Autobiografie van een yogi" op bladzijde 285 ook heel duidelijk beschrijft, is satan slechts een woord dat naar de dualiteit waarin wij leven verwijst. Dus het woord "satan" staat net als het woord "duivel" voor het begrip dualiteit.
Daarmee komen we op een volkomen andere betekenis van deze zwaar beladen woorden en tegelijk ook bij een zeer essentieel punt, namelijk dat de "duivel" en/of "satan" slechts denkbeelden zijn die de mensen zelf scheppen. Men denkt en gelooft dat er zoiets als een "duivel" bestaat. Het kan niet duidelijk genoeg gezegd worden: de "duivel" is iets dat we zelf bedacht hebben, want energie volgt de gedachte. Het woord "duivel" verwijst naar de dualiteit waarin wij leven. Alle andere betekenissen van de woorden "duivel" en "satan" zijn slechts begoochelingen (verwrongen emotionele beelden) of illusies.

De wereld waarin wij leven bestaat alleen maar uit dualiteiten. Die twee kanten van deze wereld leert ieder mens door ervaring kennen en het is ons ego dat leert er mee om te gaan en dat ook leert wat we er allemaal mee kunnen doen. Deze wereld van dualiteiten is een leerschool voor ieder mens.
Esoterisch gezien is de alledaagse en dualistische wereld waarin wij met zijn allen leven enkel en alleen de "tegenstander". Het lijkt de werkelijkheid te zijn, maar het is slechts een maatschappij waarin de ziel - het liefdevolle, zuiverste en pure in elk mens - door middel van een lichaam en het ego leeft. In de esoterie is de zielewereld de enige echte werkelijkheid. Er zijn dus twee werelden: de innerlijke wereld van de ziel en de uiterlijke wereld van het ego, oftewel de maatschappij die we met elkaar vormen. Een bestaan met twee kanten, waar de meeste mensen zich echter niet bewust van zijn.

De dualiteit waarin wij allen als ego leven is onze "tegenstander" als we de maatschappij bekijken vanuit het standpunt van de ziel. In deze wereld vol illusies en begoochelingen - maya genoemd in het Sanskriet - die voor ons de werkelijkheid lijkt te zijn, leren we deze "tegenstander", in elk leven door ervaring kennen en doen we onze levenslessen op.
Paramahansa Yogananda zegt in zijn hierboven genoemde boek op bladzijde 283: "Schepping bestaat zowel uit licht als uit schaduw, anders was er geen beeld mogelijk. Het goede en kwaad van maya moet altijd afwisselend de overhand hebben. Als vreugde hier in deze wereld eindeloos was, zou de mens dan ooit naar een andere zoeken? Zonder lijden zou hij er nauwelijks aan denken dat hij zijn eeuwig tehuis heeft verzaakt. Lijden is een prikkel om de herinnering wakker te roepen en wijsheid wijst de weg om te ontsnappen".

Het valt niet te ontkennen dat we allemaal pijn lijden door de dingen die we elkaar aandoen en dat we kunnen genieten van bijvoorbeeld de natuur of bezittingen. Ook volgens Paramahansa Yogananda is het kennelijk de bedoeling dat ieder mens uit deze wereld van vreugde en pijn leert ontsnappen. Het is ook onze ziel die ontsnapt en die alle levenservaringen met zich mee neemt. De ziel wordt wijzer door in de dualiteit te leven. Dualiteit is een verzameling paren van tegenstellingen (tegenstanders) die we leren overwinnen door erin en ermee te leven. Zo is bijvoorbeeld een heel bekend paar het negatieve en het positieve. Ieder mens heeft negatieve en positieve eigenschappen. Bijvoorbeeld boosheid is een negatieve en liefdevol begrip is een positieve eigenschap. Boosheid is een nare karakter trek en veroorzaakt veel ellende, maar liefde kan de wonden genezen. Onszelf en de ander optillen door liefde te geven en te zijn. Ieder mens kent de impuls van liefde in zichzelf en heeft de vrije wil om te kiezen deze liefde wel of niet te zijn. We kunnen zelf bepalen wat we willen, wel of niet boos of liefde zijn.

Een voorbeeld om duidelijk te maken hoe de dualiteit, de "tegenstander", onze leermeester is. Een leermeester die oneindig wijs en creatief is in het scheppen van de omstandigheden waardoor wij onszelf kunnen leren kennen en de weg uit deze poel van smart - de wereld van maya - kunnen vinden.
Iemand kan zich aangevallen voelen en met zijn boosheid de ander van zich afstoten. Een dergelijke boosheid ervaart iedereen als negatief. Er zijn ook nu weer twee mogelijkheden, namelijk de boosheid leren beteugelen of er in mee gaan. Als iemand met zijn boosheid meegaat, kan het erger en sterker worden. Het roept als het ware nóg meer boosheid op. De boosheid straalt er van af en iemand die zo is, wordt door de ander gemeden. Door boosheid te zijn, is die mens een negatieve man of vrouw geworden.
Boosheid kunnen we ook verstoppen en ook daar zijn we zéér creatief in. Boosheid overdekken met een of ander masker. Bijvoorbeeld een laagje onverschilligheid, of het masker van de "brombeer", de stugge man die we nauwelijks iets durven te vragen. Dergelijke "karaktertrekken" worden als onprettig ervaren en we lopen met een boogje om dergelijke mensen heen.
Degene die de boosheid blijft vasthouden zal ervaren dat het ongemak met zich mee brengt. De energieën zetten zich steeds vaster en vaster en op den duur wordt dat dan ook aan het lichaam merkbaar. De vastzittende energieën zijn het eerst voelbaar op chakraniveau. Pas later wordt het lichamelijk merkbaar. Bijvoorbeeld als iemand zijn boosheid verstopt en het niet wil laten merken dan kunnen de vuuraspecten van het lichaam gaan veranderen. Boosheid is namelijk een emotie van het vuurchakra niveau. Bij het vuurchakra horen onder andere de maag, de dunne darm, de galblaas, de alvleesklier en de twaalfvingerige darm. Het niet of niet goed kunnen verteren van de omstandigheden (dat is namelijk geestelijk voedsel) kan leiden tot bijvoorbeeld maag- (maagzweer), galblaas (galstenen) of darmproblemen. We gaan dan naar de dokter en met de hulp van medicijnen of een operatie laten we de verschijnselen verdwijnen en zeggen dan dat het genezen is. Niets is minder waar, want de boosheid is er nog steeds en de blokkade op chakraniveau dus ook. Vroeger of later krijgen we dus weer een lichamelijk probleem op vuurchakra niveau dat laat zien dat er wel degelijk iets niet goed is. Deze lichamelijke signalen zijn de uitingen van blokkades in de chakras. Een innerlijke, de subtiele kant van ons wezen is verstopt geraakt. Daar kijken de meeste mensen echter niet naar, want ze weten niet dat de chakra energieën er ook nog zijn. De meeste mensen geloven namelijk dat er niets anders dan het lichaam is.

De boosheid bestaat echt en het is een formidabele "tegenstander". De kracht die de boosheid opwekt kunnen we echter gebruiken om ons te verheffen en onszelf boven de boosheid uit te tillen. Niet er in meegaan, of onderdrukken en ook geen maskers gebruiken om de boosheid te verstoppen. Zo is het dan een gevecht tegen het verschijnsel "boosheid" geworden, de "tegenstander boosheid" leren beteugelen en overwinnen. Dat is onze strijd.
De boosheid is een energie die bij maya, de "tegenstander" hoort, want de werkelijke mens is dat niet. Hij of zij heeft zich met boosheid geïdentificeerd, is die boosheid geworden. De energie van boosheid is dan ook een schepping van het ego. Het ego ervaart deze energie en leert er mee om te gaan. Het kan het bijvoorbeeld gebruiken om een ander bang te maken, om macht uit te oefenen of om zijn ongenoegen te uiten. Maar ieder mens kan ook leren die energie van boosheid los te laten door onthechting en energiebeheersing toe te passen. De methoden daarvoor geeft de edele Yoga wetenschap.

Het doel van het leven hier op aarde is te leren kracht te gebruiken om een rechtvaardig en zuiver leven te leren leiden en zo een negatieve eigenschap als bijvoorbeeld boosheid leren los te laten. Er zijn dan altijd situaties in het leven, de voorzienigheid, het goddelijke, die de omstandigheden scheppen waardoor we kunnen ontdekken dat de boosheid nog niet of wel is losgelaten. Dat gaat net zolang door totdat de indruk (samskara) van boosheid volledig is opgelost. En dat gebeurt alleen door de eigen inspanning. Het aanwenden van alle krachten en energieën om die gewoonte van boos worden los te laten en te leren beheersen. Ten slotte is het een "overwonnen tegenstander" en de mens die de boosheid heeft losgelaten is een ander mens geworden. Dat is een loutering van het vuur geweest. Waardoor deze mens zachter is geworden en heeft ervaren dat liefde sterker is dan vuur!

Zo zijn er vele, vele schijnbaar "duivelse" energieën te beschrijven. Degene die te maken heeft met een dergelijke "tegenstander" leert zijn liefde aan de ander te (blijven) geven en kan daardoor zelf sterker worden. Want hoe meer hindernissen de liefde in de weg worden gelegd hoe sterker de liefde kan worden! Maar dan ook voor de liefde blijven kiezen en de gevolgen van de hindernissen loslaten. Zo hebben uiteindelijk beide partijen er voordeel van. In de esoterie bestaan "goed en kwaad" dan ook niet.

Bron: Stichting Purusha