Amerikaans afluisterprogramma onwettig
Het omstreden geheime afluisterprogramma van de Amerikaanse regering is strijdig met de grondwet. Dat heeft een federale rechter in Detroit donderdag bepaald in een zaak die was aangespannen door de Amerikaanse burgerrechten beweging UCLA.
Het gaat om het in het geheim afluisteren van personen door het National Security Agency (NSA), zonder dat daarvoor toestemming is gegeven door een rechter. De regering van president George Bush stelt dat het tot de bevoegdheden van de president behoort om in uitzonderlijke situaties opdracht te geven individuen af te luisteren zonder tussenkomst van de rechter. Een van die uitzonderlijke situaties zou zich voordoen als het gaat om onderzoeken in het kader van de oorlog tegen het internationale terrorisme.
Maar de rechter oordeelt anders en stelt dat de regering haar grondwettelijke bevoegdheden te buiten gaat en dat de wet geen ruimte biedt voor het afluisteren van personen op autoriteit van de president, ook niet als het om terreurzaken gaat.
De regering stelt dat het niet mogelijk gedetailleerd in te gaan op de noodzaak om de NSA de bevoegdheid te verlenen om verdachten af te luisteren, omdat daarmee de nationale veiligheid in gevaar zou worden gebracht. De ACLU stelde dat dat argument van de regering geen steek houdt omdat in het openbaar door een aantal functionarissen al is gesproken over het omstreden afluisterprogramma. De rechter stelde de UCLA in het gelijk.
Volgens de burgerrechtenbeweging maakt de uitspraak duidelijk dat ook de president niet boven de wet staat. De rechter deed geen uitspraak over een tweede eis van de UCLA, die ook wilde dat de rechter het datamijnen van telefoongegevens door de NSA zou verbieden. Over die activiteit zei de rechter echter onvoldoende informatie te hebben om tot een uitspraak te komen. De NSA en de regering zeggen dat hoger beroep aangetekend wordt tegen de uitspraak van donderdag.