Tarwe-affaire schokt Australiërs
Australië blijkt het regime van Saddam Hoessein jarenlang tientallen miljoenen euro’s smeergeld betaald te hebben om graan te mogen verkopen. Een onderzoekscommissie ontrafelt de pijnlijke waarheid.
Iraakse bakkers houden van Australisch graan. Het is geschikter dan Amerikaans graan voor het bakken van de typisch Iraakse broden. Het is daarom geen wonder dat Australië de favoriete graanleverancier van Irak was. Tot groot genoegen van de Australian Wheat Board, de overkoepelende organisatie van graanproducenten die in Australië een monopolie heeft op de uitvoer van graan. Toen het Irak van Saddam Hoessein werd getroffen door internationale boycots, leek er een einde te komen aan de handel. Maar het olie-voor-voedsel-programma van de Verenigde Naties bracht uitkomst. Irak kreeg van de VN toestemming om met het verdiende oliegeld buitenlands graan te importeren. De Australische tarwe-exporteur was er als de kippen bij om contracten met de Irakezen af te sluiten.
Dat die contracten niet deugden, bewees VN-onderzoeker Paul Volcker. Hij vond dat het olie-voor-voedsel-programma wereldwijd was misbruikt. Volgens zijn vorig jaar verschenen eindrapport was Australië een van de grootste zondaars. De Australische tarwe-exporteur had ongeveer 174 miljoen euro smeergeld betaald aan het regime van Saddam. Niet direct, maar via de Jordaanse transportfirma Alia die ’extra kosten’ vroeg voor het vervoer naar Irak. Dat geld verdween in de zakken van Saddam Hoessein.
Het rapport van Volcker schokte de Australiërs en hun politici. Premier Howard stond vooraan om de VS in hun strijd tegen Saddam te steunen. Australische soldaten vochten mee aan het front. De gedachte dat andere Australiërs indirect Saddam Hoessein met miljoenen hadden gespekt, was te pijnlijk voor woorden.
De Australische regering benoemde een onafhankelijke onderzoekscommissie, die moest uitzoeken wat waar was van het rapport-Volcker. En zo hebben de Australiërs sinds januari op de voet kunnen volgen hoe de commissie stukje bij beetje de waarheid boven tafel kreeg. En hoe topfunctionarissen van de Australian Wheat Board AWB vaak last hadden van hun geheugen. „Dat kan ik me niet meer herinneren”, was een van de meest gegeven antwoorden.
Inmiddels twijfelt niemand er meer aan dat de AWB het smeergeld heeft betaald. Bovendien is gebleken dat de Australische regering al zes jaar op de hoogte had kunnen zijn van de omkoopaffaire. Er zijn bewijzen dat diplomaten en ambtenaren uit binnen- en buitenland alarmerende berichten aan premier Howard en zijn ministers stuurden.
Minister Downer van buitenlandse zaken verklaarde gisteren voor de commissie dat hij al deze berichten niet zelf onder ogen heeft gehad. Ook premier Howard is zich van geen kwaad bewust. Waarom zou ik een onderzoekscommissie instellen als ik iets verborgen wil houden, is zijn verweer. Howard heeft al vragen van de commissie schriftelijk beantwoord. De kans is groot dat hij morgen verder mondeling wordt ondervraagd. En dat is in Australië sinds 1983 niet meer gebeurd.
Aldus Trouw