Kabinet ziet niets in 'preferenda' over Europa
Het kabinet is er geen voorstander van om de bevolking via 'preferenda' vroegtijdig inspraak te geven in het Europese beleid. Het heeft vrijdag in een reactie op een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) geschreven dat dergelijke bijeenkomsten de onderhandelingen tussen de EU-lidstaten zouden bemoeilijken.
Volgens de WRR is het EU-beleid te veel een zaak van specialisten en staat het te ver van de bevolking af. Referenda zouden de burgers meer bij het beleid kunnen betrekken, maar dat instrument is volgens de WRR te bot. Het gaat bij referenda immers alleen om ja of nee.
Daarom pleit het adviesorgaan voor preferenda. De bevolking zou zich dan kunnen uitspreken voor diverse beleidsmogelijkheden, alvorens in Brussel de knoop wordt doorgehakt. De WRR verwacht dat hierdoor de discussie over Europa in politiek en media zal opleven en dat politici en belangengroepen worden geprikkeld stelling te nemen.
Vroeg stadium
Ook het kabinet vindt het nodig de maatschappij in een vroeg stadium te betrekken bij het totstandkomen van het EU-beleid. Maar preferenda acht het daarvoor niet het juiste middel.
Bij Europese onderhandelingen moeten compromissen worden gesloten en dienen lidstaten water bij de wijn te doen. Preferenda, die gaan over de inzet en niet over de uitkomst van onderhandelingen, staan daarmee op gespannen voet, stelt het kabinet. Het vreest dat die zullen leiden tot "teleurstellingen achteraf".
Voorlichting
Het kabinet ziet meer in betere eerlijke voorlichting over wat het kabinet wil en denkt te bereiken met Europa en debatten met de bevolking, meer politiek debat in het parlement over Europese voorstellen.
Het kabinet vindt het verder geen goed plan om het lidmaatschap van de EU en wat Nederland ermee beoogt in de grondwet op te nemen. Dat voorstel van de WRR vindt het te vaag.
De aanbeveling om een constitutioneel hof in het leven te roepen om wetten te toetsen, wordt nog door het kabinet bestudeerd.