Onderzoek moord Van Gogh heropend

AMSTERDAM - Politie en justitie in Amsterdam hebben het onderzoek naar de moord op Theo van Gogh heropend. Dat bleek vrijdag tijdens het proces tegen dertien vermeende leden van de Hofstadgroep. Aanleiding voor de heropening was een verklaring van Jamal B. Hij heeft de politie verteld dat leden van de Hofstadgroep hebben geweten dat Mohammed B. plannen had om Van Gogh te vermoorden.


B. vertelde dit in december op eigen initiatief aan politieinspecteur B. Gietema, die het eerdere onderzoek naar de moord heeft geleid. B. had zijn informatie van Bilal L., met wie hij gedetineerd had gezeten.


Gietema werd vrijdag door de rechtbank in het kader van het Hofstadproces gehoord. Nadat Jamal B. zijn verklaring had afgelegd, lichtte Gietema officier van justitie F. van Straelen in. Deze was eerder belast met de vervolging van Mohammed B.


Justitie heeft van meet af het vermoeden gehad dat Mohammed B. niet alleen heeft geopereerd, maar dat anderen op de hoogte zijn geweest van zijn plannen en hem mogelijk zelfs hebben geholpen. Bewijs voor deze stelling was echter niet op tafel te krijgen. Mohammed B. heeft altijd gezegd dat hij de moord in zijn eentje heeft beraamd en uitgevoerd. Ook in het kader van de zaak tegen de Hofstadgroep, waarvan B. de centrale figuur zou zijn, heeft hij aldus verklaard.


De rechtbank hoort later op de dag zowel Jamal B. als Bilal L. als getuige. L. kwam bij het eerdere onderzoek naar de moord op Van Gogh wel in beeld bij politie en justitie, maar daar bleef het bij.


Het lijkt allerminst onwaarschijnlijk dat de vrienden van Mohammed B. vooraf hebben geweten van de moord. Zij kwam geregeld bij B. over de vloer, tijdens zogeheten huiskamerbijeenkomsten. Bij die gelegenheden werd niet alleen over het geloof gesproken, maar werd ook naar gewelddadige filmpjes gekeken, waarop bijvoorbeeld onthoofdingen waren te zien.