EU-tv-richtlijn ramp voor videosites
Groot-Brittannië is een groep bedrijven bijgevallen die zich eerder dit jaar negatief uitsprak tegen de voorgestelde Europese televisierichtlijn, en de regering streeft ernaar om invoering van de regelgeving in de huidige vorm te voorkomen. Invoering van de richtlijn zou betekenen dat websites en mobiele diensten waar video's op te zien zijn, zich moeten onderwerpen aan dezelfde regels die voor reguliere televisieuitzendingen gelden, maar volgens mediaminister Shaun Woodward heeft dat een 'rampzalige' uitwerking. 'Stel dat je een website hebt voor je rugbyclub, je die van beelden voorziet en een link toevoegt naar de lokale sportwinkel - dan ben je leverancier van bewegende beelden geworden en heb je een vergunning nodig en heb je je aan de EU-uitzendregels te houden', aldus Woodward, die met de sportwinkellink verwijst naar de voorwaarde dat de regelgeving van kracht is voor sites waarmee geld wordt verdiend.
Eurocommisaris Viviane Reding verdedigt de richtlijn door te stellen dat die slechts minimumregels neerlegt op het gebied van reclame-uitingen, het aanzetten tot haat en het beschermen van kinderen. Volgens Woodward is de voorgestelde regelgeving veel te breed, en herdefinieert die het begrip 'televisie' op de verkeerde manier. 'Het is een kwestie van boerenverstand', aldus Woodward. 'Als iets eruit ziet en zo klinkt als een tv-programma, dan is het er waarschijnlijk één. Een programma dat door een televisiezender op het web wordt gezet zou je onder dergelijke regelgeving kunnen laten vallen. Maar geüploade videofilmpjes zijn geen televisie. We moeten sites als YouTube en MySpace niet gaan reguleren met zo'n richtlijn', aldus de mediaminister, die bang is dat dergelijke sites zich van de Europese markt terugtrekken omdat het volgens hem ondoenlijk is voor hen om zich aan de voorgestelde regels te houden.
Bij wijze van compromis wil de Britse regering dat de EU-lidstaten eerst met elkaar afspreken wat 'televisie' nou eigenlijk precies wel en niet is. Tot dusver heeft alleen Slovenië zijn steun daarvoor uitgesproken, maar Woodward is optimistisch gestemd over voor 13 november op de agenda staand overleg: dan hoopt hij meer landen aan boord te krijgen. Ook de Britse televisietoezichthouder Ofcom heeft zich tegen de richtlijn uitgesproken, en stelt dat die de bedrijvigheid in Europa op het gebied van multimedia zal schaden.