Alcohol gevaarlijker dan drugs
‘Controle op xtc-pillen afgeschaft.’
‘Kamer wil growshops verbieden.’
‘Minister Klink wil verbod op paddo’s.’
In zijn werkkamer in het historische centrum van Utrecht somt onderzoeker en drugsexpert Tim Boekhout van Solinge de laatste nieuwtjes uit politiek Den Haag op. ‘Ze weten niet waar ze het over hebben. Tijdens debatten en in de wandelgangen spreek ik veel politici, en het valt me op dat de Tweede Kamer heel onervaren is. Er worden zúlke domme dingen geroepen als het om drugs gaat.’
Strenger, strenger, strenger: onder aanvoering van de christelijke coalitiepartijen wordt het liberale drugsbeleid steeds verder ingeperkt. Zonde, zegt Boekhout van Solinge, die voor zijn onderzoeken de hele wereld over reisde. Van Jamaica tot Thailand, van de Cariben tot Colombia: de universitair docent criminologie bekeek overal de gevolgen van de internationale war on drugs.
‘Harde maatregelen werken vaak averechts. Nederlandse politici beseffen niet wat de zegeningen van ons drugsbeleid zijn. Je kunt hier heel gemakkelijk en legaal aan allerlei middelen komen, maar er wordt niet meer gebruikt dan in andere landen. Legaal aanbod leidt dus niet tot meer vraag. En doordat het gebruik van softdrugs niet strafbaar is, worden gebruikers niet gecriminaliseerd. Terecht: de meeste drugsgebruikers nemen maar heel af en toe drugs, gaan er verantwoord mee om en zijn niemand tot last. Die hoeven dus ook niet lastig te worden gevallen door de overheid.’
In plaats van het inperken van dat liberale beleid, betoogt Boekhout van Solinge, zou de overheid een stap verder moeten gaan: het legaliseren van alle drugs. ‘Niet dat ik alle drugs in de supermarkt wil hebben, maar het huidige verbod richt meer schade aan dan de drugs zelf. Daar zijn de experts het over eens.’
De argumenten van die deskundigen zijn al decennia dezelfde: als drugs gelegaliseerd worden, kan de overheid de kwaliteit van de drugs controleren. Daardoor daalt het aantal drugsdoden – bijvoorbeeld omdat foute xtc-pillen worden onderschept – en ook het aantal drugsgerelateerde ziektes, onder andere omdat het thc-gehalte in cannabis kan worden teruggebracht. De gezondheidsschade voor de samenleving neemt zo af, en ook andere grote kostenposten krimpen. Nu zijn politieagenten en rechters naar schatting de helft van hun tijd kwijt met drugsgerelateerde delicten. Na legalisering blijft daar nog maar een fractie van over, zo is de verwachting. En de illegale drugsmarkt, waar naar schatting 300 tot 800 miljard dollar per jaar in om gaat, verdwijnt. Daardoor kunnen drugsconflicten gewoon via de rechter worden uitgevochten en neemt de enorme corruptie in drugsproducerende landen sterk af.
De experts mogen het nog zo eens zijn, bij politici en de man in de straat vinden ze weinig steun. Want drugs zijn slecht en levensgevaarlijk.
Onzin, vindt Boekhout van Solinge. ‘Mensen geloven graag de verhalen dat drugs vreselijk en gevaarlijk zijn. Dat is niet waar: alcohol is veel schadelijker dan bijvoorbeeld cocaïne. Het is puur gif, anders dan de meeste drugs. Er is geen middel dat zo sterk samenhangt met geweld, auto-ongelukken en medische schade als alcohol. Het is gigantisch. Niet te vergelijken met drugs. Toch bestaan over drugs allerlei mythes. Je kunt hetzelfde over alcohol beweren, maar dan staat iedereen op zijn achterste benen.’
Boekhout van Solinge wijst zijn tegenstanders graag op de totstandkoming van het wereldwijde drugsverbod. ‘In de negentiende eeuw waren er twee Opiumoorlogen tussen China en Groot-Brittannië. De Britten wilden opium blijven exporteren naar China, de Chinezen wilden die opiumvloed stoppen. Groot-Brittannië won de oorlogen, maar in het begin van de twintigste eeuw waagde China een nieuwe poging, nu via diplomatieke weg. Het wilde een internationaal opiumverbod, en kreeg de steun van Amerika.’
‘Dat was om politieke redenen: Amerika was de wereldmacht in opkomst, Groot-Brittannië was tanende. Door China te steunen kon Amerika een belangrijke inkomstenbron van de concurrent afsnijden en zelf een goede handelspositie afdwingen. De Britten stemden uiteindelijk toe, maar eisten dat cocaïne dan ook verboden werd. Niet omdat ze daar morele bezwaren tegen hadden, maar omdat ze wisten dat de Duitsers dat niet leuk zouden vinden. Het was dus een vertragingstactiek die er uiteindelijk toe leidde dat ook cocaïne verboden werd.’
‘Hoe cannabis in het verbod werd betrokken’, vervolgt hij, ‘is helemaal mooi. Tijdens een internationale top in 1925 vroeg een delegatie uit Egypte of dat ook niet verboden kon worden. Het stond niet op de agenda, er werd niet over gediscussieerd, maar het voorstel werd schouderophalend aangenomen. Totale willekeur.’
Ondanks de vele verzoeken van gerenommeerde experts is het internationale drugsbeleid nooit geëvalueerd. Boekhout van Solinge: ‘Zijn de doelen gehaald? Werkt het? Er wordt nu niets gedaan, terwijl het probleem alleen maar groter wordt. In elke gevangenis, waar ook ter wereld, zijn drugs. Dat is het ultieme voorbeeld. Zelfs in strengbeveiligde gevangenissen zijn drugs te krijgen. Hoe kun je dan de illusie wekken dat je drugs in een heel land kunt uitbannen?’
Door: Marten Blankesteijn