https://en.wikipedia.org/wiki/Golden_Arches" target="_blank">GOUDEN-BOGENTHEORIE VAN CONFLICTPREVENTIE: theorie die stelt dat landen met McDonald’s-filialen (‘Gouden Bogen’ verwijst naar het logo van de fastfoodketen) onderling geen oorlog voeren. De opsteller van de theorie, de Amerikaanse columnist en schrijver https://en.wikipedia.org/wiki/Thomas_L._Friedman" target="_blank">Thomas Friedman, gebruikt McDonald’s als metafoor voor de oudere gedachte dat globalisering en vrijhandel tot meer vrede leiden.
Geloof het of niet, maar geen enkel land met een McDonald’s-filiaal heeft ooit een ander land met McDonald’s-filialen aangevallen. De theorie gaat zelfs op in ’s werelds meest instabiele regio, het Midden-Oosten. Israël heeft McDonald’s-filialen, net als Libanon, Egypte en Saudi-Arabië. Sinds de Gouden Bogen van McDonald’s deze landen binnentrokken, hebben ze onderling geen oorlog meer gevoerd. In het Midden-Oosten hebben Syrië, Irak en Iran geen McDonald’s-filialen, en dat zijn precies de landen waarmee de oorlogsdreiging met Israël het grootst is. Ook de Palestijnse gebieden hebben geen McDonald’s-filialen.
Wat is de Gouden-Bogentheorie?
De Gouden-Bogentheorie van Conflictpreventie is op schrift gesteld door The New York Times-columnist en schrijver Thomas Friedman. ‘Wanneer een land zich
economisch ontwikkelt tot het niveau waarop een middenklasse ontstaat die groot genoeg is om een McDonald’s-keten van klanten te kunnen voorzien, wordt het een McDonald’s-land. En mensen in een McDonald’s-land willen geen oorlogen meer voeren, die willen in de rij staan voor hamburgers,’ schrijft Friedman. (1)
Het is dus niet McDonald’s die vrede brengt, maar de komst van een middenklasse. Friedman draagt de klassieke theorie uit dat vrijhandel en globalisering verspreiders van welvaart zijn: vrijhandel leidt tot meer handel, meer handel tot meer economische groei en meer economische groei tot meer welvaart (zie Vrijhandel).
Mondiale welvaart leidt tot meer mondiale vrede, stelt de Gouden-Bogentheorie: door globalisering laat een mondige, mondiale middenklasse zich niet meer zo gemakkelijk als vroeger naar het slagveld sturen, meent Friedman. Naast welvaart spelen ook culturele factoren mee. De mondiale middenklasse deelt deels dezelfde cultuur: ze bijten niet alleen in dezelfde Big Mac’s, maar luisteren ook naar dezelfde muziek, kijken naar dezelfde voetbalwedstrijden en soaps en weten door de opkomst van (mondiale) media meer dan ooit wat er in de wereld speelt waardoor ze voor nationalistische oorlogen niet snel meer warm te krijgen zijn. Door globalisering worden culturele verschillen kleiner, en is er minder aanleiding tot oorlog, is de gedachte (zie Culturele diversiteit voor een bespreking van de gedachte dat globalisering culturele verschillen verkleint en argumenten die dat weerspreken).
Dat internationale handel mensen weerhoudt van oorlogvoeren, is geen nieuwe gedachte. De Franse filosoof Charles de Montesquieu (1689-1755) formuleerde soortgelijke theorieën, en ook de Britse filosoof en econoom John Stuart Mill (1806-1873) meende dat internationale handel oorlog zou voorkomen; met internationale handel zijn landen immers van elkaar afhankelijk. Tijdens de Bretton Woodsconferentie, waar de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) werden opgericht, was met name bij de Amerikaanse regering de relatie handel-vrede eveneens een leidende gedachte. Ook de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization, WTO) prijst zichzelf aan als een organisatie die niet alleen handelsoorlogen, maar ook echte oorlogen voorkomt.
Maar Friedman gaat verder. De Gouden-Bogentheorie slaat niet alleen op een middenklasse die liever bij McDonald’s in de rij staat dan zich in de loopgraven bevindt, er zijn ook macro-economische oorzaken: landen die geïntegreerd zijn in de wereldeconomie (met andere woorden: landen die ‘geglobaliseerd’ zijn), vermijden oorlog en onrust omdat ze aantrekkelijk willen blijven voor bedrijven en investeerders, dankzij vrijhandel. En zonder internationale bedrijven en investeerders verlies je ‘de rat race die globalisering heet’. Friedman: ‘In eerdere tijdperken van globalisering dachten naties die deel uitmaakten van het internationale systeem twee keer na voordat ze problemen oplosten door oorlog te gaan voeren, in dit tijdperk van globalisering denken ze wel drie keer na.’
Merk op dat Friedman niet verdedigt dat er door globalisering nooit meer oorlog zal worden gevoerd. Oeroude motieven om oorlog te voeren – ‘eer, angst en belang’ zoals de Griekse filosoof Thucydides ze beschreef – worden door globalisering natuurlijk niet weggevaagd.
It should be noted that Friedman framed this theory in terms of McDonald's Golden Arches "https://en.wikipedia.org/wiki/Tongue_in_cheek" target="_blank">with tongue slightly in cheek"
Bron: https://www.groteglobaliseringsgids.nl/voorbeelden.VPRO.html" target="_blank">http://www.groteglobaliseringsgids.nl/voorbeelden.VPRO.html