Gammaflitsen zetten kosmologische constante Einstein op helling
Do 12 Januari 2006 23:39 |
Innercircle |
2522 keer bekeken |
0 reacties |
0 x aanbevolen |
Artikel voorlezen
Nieuwe berekeningen geven aan dat de donkere energie, de mysterieuze kracht achter de uitdijing van het heelal, mettertijd verandert. Indien dit klopt, verwijst dit het door Albert Einstein geopperde concept van de kosmologische constante naar de prullenbak. Die energie zou aldus niet alleen ruimte hebben verbreed maar ook hebben samengeperst, zo heeft het populair wetenschappelijk tijdschrift New Scientist woensdag in een via e-mail verspreid bericht gemeld.
In de late jaren negentig werd aan de hand van de studie van ver verwijderde supernova's ontdekt dat de uitdijing van het heelal zo'n vijf miljard jaar na de Oerknal versnelde. De enige manier om dit te verklaren was het introduceren van een onbekende kracht die zich gedroeg als een kosmologische constante en die werkte als een negatieve zwaartekracht. Het idee van een kosmologische constante werd door Albert Einstein geopperd maar achteraf door hemzelf afgedaan als zijn "grootste" blunder, in het bijzonder omdat hij van een statisch heelal uitging.
Een recente studie van zeventig supernova's stelde niettemin dat de kracht van de uiteendrijving van de ruimte tengevolge van donkere energie over de laatste acht miljard jaar met niet meer dan twintig procent kan zijn veranderd, aldus de New Scientist. Maar sommige wetenschappers vinden dat supernova's (ontploffingen van sterren) te weinig licht geven om over verre afstand waarneembaar te zijn. Enkele vorsers opperden bijgevolg dat gammaflitsen (GRB's of "Gamma Ray Bursts"), de meeste energierijke verschijnselen in de kosmos, betere "seinposten" zijn. Want ze zijn ongeveer duizend keer meer helder dan een supernova en zijn dus over een veel verdere afstand te zien.
Bradley Schaefer van de Louisiana State University in Baton Rouge begon daarop 52 GRB's te bestuderen om aan te tonen dat de donkere energie doorheen de tijd wel was veranderd. Hij stelde vast dat twaalf van de verst verwijderde GRB's helderder waren dan verwacht. Wat suggereert dat de uitdijing van het heelal trager verliep dan nu.
In plaats van eerder ruimte uit elkaar te hebben getrokken, lijkt donkere energie over de tijd dus te zijn veranderd en zou ze in de beginperiode van het universum ruimte eerder hebben samengeperst. Welke gevolgen dit kan hebben voor het lot van het heelal is nog onduidelijk, zei hij tegenover de New Scientist.
Het blad rapporteerde dat andere wetenschappers sceptisch staan tegenover de bevindingen van Schaefer. Zo wijst GRB-expert van het National Radio Astronomy Observatory in de staat New Mexico, Dale Frail, er op dat er nog te weinig geweten is van gammaflitsen en dat ze nog teveel van elkaar afwijken om nu al als "seinpost" te fungeren.
In de late jaren negentig werd aan de hand van de studie van ver verwijderde supernova's ontdekt dat de uitdijing van het heelal zo'n vijf miljard jaar na de Oerknal versnelde. De enige manier om dit te verklaren was het introduceren van een onbekende kracht die zich gedroeg als een kosmologische constante en die werkte als een negatieve zwaartekracht. Het idee van een kosmologische constante werd door Albert Einstein geopperd maar achteraf door hemzelf afgedaan als zijn "grootste" blunder, in het bijzonder omdat hij van een statisch heelal uitging.
Een recente studie van zeventig supernova's stelde niettemin dat de kracht van de uiteendrijving van de ruimte tengevolge van donkere energie over de laatste acht miljard jaar met niet meer dan twintig procent kan zijn veranderd, aldus de New Scientist. Maar sommige wetenschappers vinden dat supernova's (ontploffingen van sterren) te weinig licht geven om over verre afstand waarneembaar te zijn. Enkele vorsers opperden bijgevolg dat gammaflitsen (GRB's of "Gamma Ray Bursts"), de meeste energierijke verschijnselen in de kosmos, betere "seinposten" zijn. Want ze zijn ongeveer duizend keer meer helder dan een supernova en zijn dus over een veel verdere afstand te zien.
Bradley Schaefer van de Louisiana State University in Baton Rouge begon daarop 52 GRB's te bestuderen om aan te tonen dat de donkere energie doorheen de tijd wel was veranderd. Hij stelde vast dat twaalf van de verst verwijderde GRB's helderder waren dan verwacht. Wat suggereert dat de uitdijing van het heelal trager verliep dan nu.
In plaats van eerder ruimte uit elkaar te hebben getrokken, lijkt donkere energie over de tijd dus te zijn veranderd en zou ze in de beginperiode van het universum ruimte eerder hebben samengeperst. Welke gevolgen dit kan hebben voor het lot van het heelal is nog onduidelijk, zei hij tegenover de New Scientist.
Het blad rapporteerde dat andere wetenschappers sceptisch staan tegenover de bevindingen van Schaefer. Zo wijst GRB-expert van het National Radio Astronomy Observatory in de staat New Mexico, Dale Frail, er op dat er nog te weinig geweten is van gammaflitsen en dat ze nog teveel van elkaar afwijken om nu al als "seinpost" te fungeren.
Bron: Frontier