Dekker zet woningcorporaties aan het werk
Ma 12 December 2005 19:22 |
Frank |
2797 keer bekeken |
0 reacties |
0 x aanbevolen |
Artikel voorlezen
DEN HAAG - De woningcorporaties moeten aan het werk. Minister Dekker van Volkshuisvesting wil via harde prestatieafspraken en onderlinge concurrentie „zekerder stellen” dat deze verhuurders bijdragen aan een evenwichtige woningmarkt en stedelijke vernieuwing.
De bewindsvrouw wil af van de „huidige vrijblijvendheid rond de prestaties”, liet zij maandag bij de presentatie van de zogenoemde december-brief aan de Tweede Kamer duidelijk merken. De corporaties oogstten kritiek omdat ze op hun centen zouden blijven zitten en ten koste van de sociale woningbouw vooral de beurs willen trekken voor investeringen in commerciële projecten.
De opdracht van Dekker voor de corporaties is niet gering: 111.000 huizen bouwen tussen nu en 2010. Ter vergelijking: in 2004 bouwden de corporaties 10.710 nieuwe huizen. Ook moeten zij hun opgespaarde ivesteringsvermogen (samen rond de 16 miljard euro) meer gebruiken voor het opknappen van oude wijken.
Waar die gelden naar toe gaan, hangt af van de gemeenten. Die leggen in hun woonvisie vast wat de huisvestings- en vernieuwingsplannen zijn. Vervolgens maken gemeenten en corporaties harde afspraken op straffe van „sancties” over de bijdrage hieraan van de lokale verhuurder.
Daarbij mag een gemeente vanaf 2007, wanneer de nieuwe regels ingaan, overigens ook een andere dan de 'eigen' corporatie in de arm nemen voor de nieuwbouw of opknapbeurt. Door corporaties de mogelijkheid te geven landelijk te opereren, wil Dekker de concurrentie tussen de organisaties aanwakkeren. Een corporatie uit Limburg mag huizen bouwen in Friesland, mits deze zijn Limburgse bezit „goed en naar behoren onderhoudt”, stelt Dekker hiervoor wel als voorwaarde.
In het nieuwe corporatiesysteem houdt de minister het Nederlandse stelsel voor de volkshuisvesting staande. Eerder klonk kritiek van Eurocommissaris Kroes (Mededinging) die oordeelde dat sprake was van oneerlijke concurrentie tussen corporaties en commerciële verhuurders omdat mensen met redelijke inkomens wonen in sociale huurwoningen die met staatssteun zijn gebouwd. Een groot deel van deze huurhuizen moesten de corporaties daarom maar verkopen.
Volgens Dekker is de kwestie inmiddels afgekaart met Kroes. „Nederland bepaalt zelf welk volkhuisvestingsbeleid goed is voor Nederland”, sloeg zij maandag wel nog even figuurlijk met de vuist hierover op tafel. Om de kwestie ook naar buiten toe duidelijker te maken, wil Dekker dat corporaties op de een of andere manier een onderscheid gaan maken tussen de sociale en commerciële activiteiten. Het komende jaar wordt die scheidingsmethode verder onderzocht.
De bewindsvrouw wil af van de „huidige vrijblijvendheid rond de prestaties”, liet zij maandag bij de presentatie van de zogenoemde december-brief aan de Tweede Kamer duidelijk merken. De corporaties oogstten kritiek omdat ze op hun centen zouden blijven zitten en ten koste van de sociale woningbouw vooral de beurs willen trekken voor investeringen in commerciële projecten.
De opdracht van Dekker voor de corporaties is niet gering: 111.000 huizen bouwen tussen nu en 2010. Ter vergelijking: in 2004 bouwden de corporaties 10.710 nieuwe huizen. Ook moeten zij hun opgespaarde ivesteringsvermogen (samen rond de 16 miljard euro) meer gebruiken voor het opknappen van oude wijken.
Waar die gelden naar toe gaan, hangt af van de gemeenten. Die leggen in hun woonvisie vast wat de huisvestings- en vernieuwingsplannen zijn. Vervolgens maken gemeenten en corporaties harde afspraken op straffe van „sancties” over de bijdrage hieraan van de lokale verhuurder.
Daarbij mag een gemeente vanaf 2007, wanneer de nieuwe regels ingaan, overigens ook een andere dan de 'eigen' corporatie in de arm nemen voor de nieuwbouw of opknapbeurt. Door corporaties de mogelijkheid te geven landelijk te opereren, wil Dekker de concurrentie tussen de organisaties aanwakkeren. Een corporatie uit Limburg mag huizen bouwen in Friesland, mits deze zijn Limburgse bezit „goed en naar behoren onderhoudt”, stelt Dekker hiervoor wel als voorwaarde.
In het nieuwe corporatiesysteem houdt de minister het Nederlandse stelsel voor de volkshuisvesting staande. Eerder klonk kritiek van Eurocommissaris Kroes (Mededinging) die oordeelde dat sprake was van oneerlijke concurrentie tussen corporaties en commerciële verhuurders omdat mensen met redelijke inkomens wonen in sociale huurwoningen die met staatssteun zijn gebouwd. Een groot deel van deze huurhuizen moesten de corporaties daarom maar verkopen.
Volgens Dekker is de kwestie inmiddels afgekaart met Kroes. „Nederland bepaalt zelf welk volkhuisvestingsbeleid goed is voor Nederland”, sloeg zij maandag wel nog even figuurlijk met de vuist hierover op tafel. Om de kwestie ook naar buiten toe duidelijker te maken, wil Dekker dat corporaties op de een of andere manier een onderscheid gaan maken tussen de sociale en commerciële activiteiten. Het komende jaar wordt die scheidingsmethode verder onderzocht.
Bron: Telegraaf