Rumsfeld: het gaat goed in Afghanistan

Ondanks de groeiende opiumproductie en het geweld in het zuiden gaat het de goede kant op in Afghanistan. Dat meent de Amerikaanse minister van defensie Donald Rumsfeld. In een stuk in The Washington Post schrijft de minister dat de Afghaanse economie in vijf jaar tijd is verdrievoudigd.

Het leger wordt elke maand met duizend man uitgebreid, het aantal kinderen dat naar school gaat, is vervijfvoudigd en 80 procent van de bevolking heeft toegang tot de gezondheidszorg, schrijft Rumsfeld. Vijf jaar geleden was dat 8 procent. Als andere voorbeelden van vooruitgang noemt hij de bouw van 25 rechtbanken, een stijging van de overheidsinkomsten met 70 procent en de vestiging van een bottelfabriek van Coca-Cola in de hoofdstad Kabul.

"De opbouw van een land is nooit een rechte, regelmatige weg naar boven", schrijft Rumsfeld. "Het kan er op sommige dagen slechter uitzien dan de dag ervoor of zelfs twee maanden geleden. Wat telt is het gehele traject." De minister noemt slechts enkele tegenslagen, zoals de opleving van de door de Taliban vrijwel uitgeroeide opiumproductie.

Rumsfeld noemt niet dat de Taliban inmiddels weer grote delen van Afghanistan in handen heeft, er het afgelopen jaar meer dan drieduizend mensen door geweld om het leven zijn gekomen, opstandelingen politici vermoorden, scholen in brand steken en door het plaatsen van bermbommen voor verwoesting zorgen.