Filosofie is de wijsheid als weten van het niet (alles) weten
Filosofie is de wijsheid als weten van het niet (alles) weten
(Merleau-Ponty)
Niet weten klinkt negatief en onaantrekkelijk terwijl de filosoof vaak wordt gevangen in het web van denken, pseudo-zekerheden, vormen, dode concepten.
Dat risico van alle woorden, van alle definities is de eerste valkuil van de mens die zich in filosofenland waagt.
Ook ik heb dat heel moeilijk gevonden toen ik in 1985, aan een intensieve filosofische opleiding begon en al snel werd geconfronteerd met de paradoxale opdracht: trachten met het denken het diepste levensraadsel te doorgronden dat zich niet met het denken laat ontraadselen.
Pas veel later toen ik langs mijn speurtocht in aanraking kwam met de Antroposofie en veel meer nog met het Oosterse wijsbegeerte in de vorm van Zen boeddhisme, zag ik dat er een andere manier van ''kennen'' was dan die waarin ik gevangen zat.
Het weten in de twijfel. Het kan niet paradoxaler want zo lijkt het toch: wie tot weten is aangekomen is alle twijfels voorbij, hij of zij is in de veilige geborgenheid van de thuishaven aangekomen. In de Zen traditie luidt het hier helemaal anders:hier houden geloof en twijfel elkaar gaande. Voor de Zen traditie is die grote twijfel een van de basisgegevens.
Fundamenteel twijfelen aan alles wat op je af komt, fundamenteel niet weten en tegelijk utgedaagd worden van daaruit je unieke onvervreemdbare antwoord te geven, niet theoretisch, niet bedacht maar vanuit je hart. Als westerling voelde ik deze uitdaging bijna als een onmogelijke opdracht want als je niet denkt en als je niet weet, heb je geen houvast meer en dan is er geen enkel houvast meer waarop je koers kan uitzetten, dan heb je alleen nog je hart.
En laat dat nu precies het enige zijn, dat ons van jongs af aan geleerd wordt te wantrouwen.
De Stem des roepende in de woestijn
De bijbelverzen van Mattheüs over de roepende in de woestijn hebben me op een vreemde manier altijd geboeid.
Ik zat toen nog klem in een soort katholicisme dat van mij de onmogelijke eis stelde dat ik in een dogma zou geloven. En toch hoorde ik van ver de lokroep zeggen: deze woestijnweg moet je gaan en toen al wist ik dat het voor mij een lange eenzame weg zou worden met geen enkel herkenbaar oriëntatiepunt en de knagende twijfel als enige metgezel.
Eigenlijk wordt tegenwoordig iedereen geroepen om een zoekende in de woestijn te zijn; iedereen ondergaat de woestijnervaring, in feite is het een fundamentele grensverlegging, een sprong in de afgrond, of je wilt of niet. Wij hier in het westen ondergaan een diepe spirituele ervaring en moeten het doen in onze klimaat van chaos, geconfronteerd met de negatieve krachten buiten en in ons zelf in deze tijd van desintegratie en het is dan ook een zware taak om zulke krachten te onvormen in positieve, opbouwende krachten.
De woestijnervaring is een lange weg vol obstakels en ik voelde me soms verpletterd door het gewicht van de moeilijke opdracht. Net als de ongelovige apostel Thomas , zou ik alles graag zien, aanraken en bewezen zien. De verleiding is dus telkens weer groot om weer terug te keren naar een zekerheid waarin ik me veilig voel steunend op oude pilaren.
Handelen vanuit je hart.
Voor mij als filosoof was handelen vanuit je hart (je midden) meer dan een fundamentele grensverlegging, nog veel meer nog: een radicale verschuiving van het zwaartepunt want plotseling lijkt alles op zijn kop gezet, honderdtachtig graden gedraaid. Hier wordt manifest dat precies waar je bent, in deze daad uit het hart en in het hier en nu waarin de gehele werkelijkheid zich op een absoluut nieuwe manier openbaart.
En dat is precies wat de kern raakt, dat wij eigenlijk alleen maar naar eigen individuele kennis streven en daarbij bewust of onbewust op de koop toe nemen dat ontelbare
anderen die kennis nooit zullen bereiken. Want dat is toch wat er in het historische christendom gedurende tweeduizend jaar gebeurd is!
De oude weg is niet meer mijn weg want wie eens de grenzeloze mededogen vanuit het diepste van zijn bestaan ervaart voelt dat hoe talloos de levende wezens ook zijn, voor iedereen is er een weg en een veilige thuishaven.
Moraal van het verhaal
Mijn verhaal is een van vertwijfeling maar tegelijk ook hoop, een op niets berustende of door logisch-rationeel denken gerechtvaardigde hoop, weinig hoopgevend dus, maar bedenk daarbij, dat wat ik hier zeg van een totaal andere orde is dan wat men in filosofische begrippen kan zeggen want het enige wat ik kan zeggen is dat ik weet dat ik niet (alles) weet maar ik heb nog een lange weg te gaan en de weg blijft daar onberoerd tussendoor meanderen.De weg kent geen oosterse of westelijke leraar of filosoof, kent geen boeddhisme en geen christendom en wie de kennis in vormen wil vasthouden, houdt uiteindelijk een lege huls over.
Graag wil ik mijn artikel afsluiten met een slotzin uit het Hartsutra.
Dit is het woord dat waar is, niet meer vertekend door illusie,
Het woord dat uit het hart komt en luidt:
Gegaan,gegaan, voorbijgegaan, en met alles samen
zelf voorbijgegaan aan het voorbijgaan. ontwaakt zijn.