Van Anraat wil Saddam Hussein als getuige
Di 10 Oktober 2006 00:56 |
Frank |
2910 keer bekeken |
0 reacties |
0 x aanbevolen |
Artikel voorlezen
DEN HAAG - De voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden veroordeelde Nederlandse zakenman Frans van Anraat wil de vroegere dictator van Irak, Saddam Hussein, in zijn strafzaak laten getuigen. Dat vertelden zijn advocaten maandag tijdens een regiezitting voor het hoger beroep in deze strafzaak bij het gerechtshof in Den Haag. Ook prijkt de inmiddels dood geachte Ali Hasan Al-Majid Al-Tikriti, alias Ali Chemicali, op de getuigenlijst van de verdediging.
De rechtbank in Den Haag legde Van Anraat eind vorig jaar vijftien jaar gevangenisstraf op voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in Irak en Iran. De Nederlander heeft volgens de rechtbank in de jaren tachtig op grote schaal grondstoffen voor chemische wapens geleverd aan het regime van Saddam Hussein in Irak.
Dat bewind gebruikte de chemische stoffen voor het maken van gifgaswapens, die zijn ingezet in de oorlog met Iran (1984-1988) en tegen de Koerdische bevolking in Noord-Irak. Vele duizenden mannen, vrouwen en kinderen werden door de chemische aanvallen gedood.
Zowel het Openbaar Ministerie (OM) als Van Anraat is tegen de uitspraak van de rechtbank in beroep gegaan. Justitie had de zakenman namelijk ook aangeklaagd wegens medeplichtigheid aan volkerenmoord, maar dat vond de rechtbank niet bewezen. Het OM wil hierover het oordeel van het gerechtshof. Voor de strafmaat maakt dit overigens niets uit. Vijftien jaar cel is in Nederland de maximale straf voor zowel medeplichtigheid aan genocide als medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden.
Van Anraats advocaat Peter van Schaik wil van de vroegere Irakese machthebber en zijn toenmalige secondanten weten of zij zijn cliënt kennen en welke relaties zij onderhielden met leveranciers van grondstoffen voor chemische wapens. Op de vraag van het hof of de raadsman het realiteitsgehalte van dat verzoek kon inschatten, kon Van Schaik geen antwoord geven. Maar het is volgens hem noodzakelijk te proberen om Saddam Hussein te laten getuigen.
Het OM voelt daar helemaal niets voor, zei de aanklager. Hij vindt dit verzoek niet reëel. Ook is het volgens hem in deze strafzaak niet nodig om Saddam Hussein en zijn vroegere vertrouwelingen te ondervragen.
Het gerechtshof beslist op 23 oktober of en welke verzoeken van de verdediging worden gehonoreerd. Dat geldt ook voor de vraag van de advocaten of het voorarrest van Van Anraat mag worden opgeheven of geschorst.
De inhoudelijke behandeling van het hoger beroep in deze zaak is naar verwachting pas op zijn vroegst in de lente van volgend jaar aan de orde. (ANP)
De rechtbank in Den Haag legde Van Anraat eind vorig jaar vijftien jaar gevangenisstraf op voor medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden in Irak en Iran. De Nederlander heeft volgens de rechtbank in de jaren tachtig op grote schaal grondstoffen voor chemische wapens geleverd aan het regime van Saddam Hussein in Irak.
Dat bewind gebruikte de chemische stoffen voor het maken van gifgaswapens, die zijn ingezet in de oorlog met Iran (1984-1988) en tegen de Koerdische bevolking in Noord-Irak. Vele duizenden mannen, vrouwen en kinderen werden door de chemische aanvallen gedood.
Zowel het Openbaar Ministerie (OM) als Van Anraat is tegen de uitspraak van de rechtbank in beroep gegaan. Justitie had de zakenman namelijk ook aangeklaagd wegens medeplichtigheid aan volkerenmoord, maar dat vond de rechtbank niet bewezen. Het OM wil hierover het oordeel van het gerechtshof. Voor de strafmaat maakt dit overigens niets uit. Vijftien jaar cel is in Nederland de maximale straf voor zowel medeplichtigheid aan genocide als medeplichtigheid aan oorlogsmisdaden.
Van Anraats advocaat Peter van Schaik wil van de vroegere Irakese machthebber en zijn toenmalige secondanten weten of zij zijn cliënt kennen en welke relaties zij onderhielden met leveranciers van grondstoffen voor chemische wapens. Op de vraag van het hof of de raadsman het realiteitsgehalte van dat verzoek kon inschatten, kon Van Schaik geen antwoord geven. Maar het is volgens hem noodzakelijk te proberen om Saddam Hussein te laten getuigen.
Het OM voelt daar helemaal niets voor, zei de aanklager. Hij vindt dit verzoek niet reëel. Ook is het volgens hem in deze strafzaak niet nodig om Saddam Hussein en zijn vroegere vertrouwelingen te ondervragen.
Het gerechtshof beslist op 23 oktober of en welke verzoeken van de verdediging worden gehonoreerd. Dat geldt ook voor de vraag van de advocaten of het voorarrest van Van Anraat mag worden opgeheven of geschorst.
De inhoudelijke behandeling van het hoger beroep in deze zaak is naar verwachting pas op zijn vroegst in de lente van volgend jaar aan de orde. (ANP)
Bron: Het parool