De echte reden voor de oorlog in afghanistan
Wo 26 April 2006 13:38 |
Frank |
4584 keer bekeken |
0 reacties |
0 x aanbevolen |
Artikel voorlezen
Gestoken in een tulband, een driedelig pak of zelfs een boerka: iedereen heeft een mobieltje in Afghanistan. Eind 2001 waren er in het door oorlog verwoeste land nog maar twee lijnen voor vaste telefonie per duizend inwoners. Tegenwoordig hebben meer dan een miljoen Afghanen een mobieltje.
„Het succes is sneller gekomen dan verwacht”, zei de Afghaanse minister voor telecommunicatie, Amirzai Sangin tegen persbureau AFP. „Het heeft hier vijf jaar geduurd om 5 procent van de bevolking te bereiken: in India en Pakistan was dat tien jaar.” De groei is zo snel gegaan dat de telecomsector onmisbaar is geworden voor de Afghaanse overheid. De twee bedrijven voor mobiele telefonie, AWCC en Roshan, brachten vorig jaar 100 miljoen dollar in het laatje, een derde van de totale overheidsinkomsten.
Hun gsm-netwerken dekken meer dan de helft van het land. AWCC telt 400.000 abonnees, Roshan 750.000. „Over vijf jaar moet 10 tot 12 procent van de bevolking zijn aangesloten op mobiele telefonie”, zegt marketingdirecteur Ladak van Roshan. De groei komt mede doordat Afghanen met familie in het buitenland willen bellen. Door de oorlog hebben zo’n acht miljoen Afghanen hun land verlaten. Dagelijks bellen ze met hen nu miljoenen minuten internationaal.
Een mobieltje van minimaal 50 dollar is overduidelijk een luxegoed. Een grote meerderheid van de Afghanen moet rondkomen van minder dan twee dollar per dag. Afghanen kunnen wel goedkoper ’mobiel’ bellen in telefoonwinkels. De overheid verwacht dat de kosten over vier jaar zijn gehalveerd.
„Het succes is sneller gekomen dan verwacht”, zei de Afghaanse minister voor telecommunicatie, Amirzai Sangin tegen persbureau AFP. „Het heeft hier vijf jaar geduurd om 5 procent van de bevolking te bereiken: in India en Pakistan was dat tien jaar.” De groei is zo snel gegaan dat de telecomsector onmisbaar is geworden voor de Afghaanse overheid. De twee bedrijven voor mobiele telefonie, AWCC en Roshan, brachten vorig jaar 100 miljoen dollar in het laatje, een derde van de totale overheidsinkomsten.
Hun gsm-netwerken dekken meer dan de helft van het land. AWCC telt 400.000 abonnees, Roshan 750.000. „Over vijf jaar moet 10 tot 12 procent van de bevolking zijn aangesloten op mobiele telefonie”, zegt marketingdirecteur Ladak van Roshan. De groei komt mede doordat Afghanen met familie in het buitenland willen bellen. Door de oorlog hebben zo’n acht miljoen Afghanen hun land verlaten. Dagelijks bellen ze met hen nu miljoenen minuten internationaal.
Een mobieltje van minimaal 50 dollar is overduidelijk een luxegoed. Een grote meerderheid van de Afghanen moet rondkomen van minder dan twee dollar per dag. Afghanen kunnen wel goedkoper ’mobiel’ bellen in telefoonwinkels. De overheid verwacht dat de kosten over vier jaar zijn gehalveerd.
Bron: Trouw