Iran: de oorlog begint
Terwijl de Amerikaanse oppositie tegen het mislukte avontuur in Irak aan kracht wint, bereidt Bush de publieke opinie voor op een aanval, tegen de lente, op z'n nieuwe doelwit: Iran. Dat schrijft John Pilger.
De VS bereiden een aanval voor op Iran. Het wordt een katastrofe. Voor de kliek van Bush is die aanval een manier om "tijd te kopen" voor haar Irak-debacle. Toen Bush extra Amerikaanse troepen voor Irak aankondigde, wees hij Iran aan als het echte doelwit. "We zullen de stroom van steun (aan de Iraakse opstand) uit Iran en Syrië stoppen," zei hij. "We zullen de netwerken opsporen en vernietigen die geavanceerde wapens en training verstrekken aan onze vijanden in Irak."
"Netwerken" slaat op Iran. "Er zijn harde bewijzen dat Iraanse agenten bij deze netwerken betrokken zijn en dat ze samenwerken met individuen en groepen in Irak, en dat het de Iraanse regering is die hen stuurt," zei een woordvoerder van het State Department op 24 januari. Net zoals met de bewering van Bush en Blair dat ze over onomstotelijke bewijzen beschikten dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens bezat, is ook deze keer het "bewijsmateriaal" totaal ongeloofwaardig. Iran heeft een natuurlijke affiniteit met de shi'itische meerderheid van Irak, en het is altijd onverbiddelijk gekant geweest tegen Al-Qaida. Het heeft de aanslagen van 11 september veroordeeld en de VS gesteund in Afghanistan. Syrië deed hetzelfde. Onderzoeken door onder meer de New York Times, de Los Angeles Times en ambtenaren van het Britse leger, hebben uitgewezen dat Iran niet betrokken is bij wapenleveringen aan Irak. Generaal Peter Pace, hoofd van de Joint Chiefs of Staff van de VS, heeft gezegd dat daarvan geen bewijzen bestaan.
Nu de Amerikaanse ramp in Irak steeds erger wordt, en de binnen- en buitenlandse oppositie groeit, denken neoconservatieve fanatici zoals vice-president Dick Cheney dat hun kans om Irans olie onder controle te krijgen zal voorbijgaan als ze niet ten laatset tegen de lente tot actie overgaan. Voor de publieke opinie hebben ze een sterke mythe klaar. In koor met Israel en de zionistische en fundamentalistisch-christelijke lobbies in Washington, zeggen Bush en co dat hun "strategie" erin bestaat een einde te maken aan Irans nucleaire dreiging.
In feite bezit Iran niet één enkel nucleair wapen, en heeft het nooit zelfs maar gedreigd er één te bouwen. De CIA schat dat - zelfs als de politieke wil aanwezig was - Iran niet in staat zou zijn zo'n wapen te bouwen voor, ten vroegste, 2017. Anders dan Israel en de VS heeft Iran altijd de regels van het nucleaire non-proliferatieverdrag gerespecteerd (dat het als één der eerste landen ondertekende), en heeft het steeds de routinecontroles toegelaten waartoe het legaal verplicht was - tot daar in 2003 onder druk van Washington gratuite strafmaatregelen bovenop kwamen. Geen enkel rapport van het Internationaal Atoomagentschap vernoemde ooit Iran als land dat z'n nucleaire programma gebruikt voor leger- in plaats van burgerdoeleinden.
Het Internationaal Atoomagentschap heeft gezegd dat haar inspecteurs de afgelopen drie jaar "overal zijn kunnen gaan en alles hebben kunnen zien". Op 10 en 12 januari inspecteerden ze de nucleaire installaties van Isfahan en Natanz. Het hoofd van het Atoomagentschap, Mohammed Elbaradei, zegt dat een aanval op Irak "katastrofale gevolgen" zal hebben en het regime alleen maar zal aanmoedigen om écht een atoommacht te worden.
Anders dan haar twee belagers, Israël en de VS, heeft Iran nog geen aanvalsoorlog op haar palmares. De laatste keer dat het ten oorlog trok was in 1980, toen het werd aangevallen door Saddam Hoessein, die werd gesteund en bevoorraad door de VS (die Irak voorzagen van chemische en biologische wapens gemaakt in een fabriek in Maryland). Anders dan Israël - 's werelds vijfde militaire macht, die haar thermonucleaire wapens gericht houdt op Middenoosterse doelwitten, en die als schuldige aan 's werelds langste illegale bezetting een ongeziene reeks VN-resoluties aan haar laars lapte - heeft Iran een geschiedenis van naleving van het internationaal recht, en bezet het geen enkel andere land dan zichzelf.
De Iraanse "dreiging" is compleet gefabriceerd, het resultaat van ophitsing door al te bekende, meegaande mediapraat over Irans "nucleaire ambities" - net zoals ook het hele vocabularium over Saddam's niet-bestaande arsenaal aan massavernietigingswapens algemeen gangbaar werd. Het wordt begeleid door een demonisering die ondertussen standaard is. Edward Herman heeft er terecht op gewezen dat president Mahmoud Ahmadinejad duchtig zijn best heeft gedaan om dit te vergemakkelijken; maar als je zijn beruchte opmerking van oktober 2005 over Israël van naderbij bekijkt, zie je hoezeer die werd verdraaid.
Volgens Juan Cole, Amerikaans professor Middenoosterse en Zuidaziatische geschiedenis aan de universiteit van Michigan en andere specialististen van het Farsi (de taal van Iran), heeft Ahmadinejad niet opgeroepen om Israël "van de kaart te vegen". Hij heeft gezegd: "Het regime dat Jeruzalem bezet moet verdwijnen uit de bladzijden van de de tijd". Volgens Cole "impliceert (dit) helemaal geen militaire actie of moord". Ahmadinejad vergeleek de ontbinding van het Israëlische regime met de neergang van de Soviet-Unie. Het Iraanse regime is repressief, maar haar macht is diffuus en in handen van de Mollahs, met wie Ahmadinejad vaak in de clinch ligt. Een aanval zou hen ongetwijfeld verenigen.
Nucleaire Optie
Het enige "harde bewijsstuk" is de dreiging van de VS. De ontplooiing van de Amerikaanse legermacht in het Oosten van de Middellandse Zee is begonnen. Dit maakt bijna zeker deel uit van wat het Pentagon CONPLAN 8022-02 noemt - dat wil zeggen: luchtbombardementen tegen Iran. In 2004 werd National Security Presidential Directiev 35 uitgevaardigd, met als titel “Nuclear Weapons Deployment Authorisation". De inhoud is uiteraard geheim, maar de veronderstelling is al lang dat NSPD35 het opstappelen en inzetten van "tactische" nucleaire wapens in het Midden-Oosten toestaat.
Dit betekent nog niet dat Bush ze ook tegen Iran zal gebruiken, maar voor het eerst sinds de gevaarlijkste jaren van de Koude Oorlog wordt in Washington openlijk gediscussieerd over het inzetten van "beperkte" nucleaire wapens. Dat wil zeggen over het vooruitzicht op nieuwe Hiroshima's en op radioactieve neerslag in het Midden-Oosten en Centraal-Azië. Seymour Hersh heeft vorig jaar in de New Yorker onthuld dat Amerikaanse bommenwerpers "sinds vorige zomer vluchten met nucleaire wapens simuleren".
Volgens de goed geïnformeerde Arab Times van Koeweit zal Bush Iran aanvallen vòòr eind april.
Eén van Ruslands belangrijkste militaire strategen, generaal Leonid Ivashov, zegt dat de VS nucleaire munitie zullen gebruiken, gelanceerd vanuit de Middellandse Zee. "De oorlog in Irak was slechts één element in een serie stappen in het proces van destabilisering van de hele regio," schreef hij op 24 januari. "Het was enkel een opstapje naar Iran en andere landen. [Als de aanval op Iran begint] zal Israël ongetwijfeld Iraanse bommen over zich heen krijgen... Poserend als slachtoffer, zullen de Israëli's... enige draaglijke schade laten aanrichten en zullen de woedende VS Iran vervolgens destabiliseren, alsof het om een nobele vergeldingsactie gaat... De publieke opinie staat al onder druk. Er komen lekken, desinformatie, een groeiende anti-Iraanse hysterie, enzovoort... Het... blijft onduidelijk... of het Amerikaanse Congress de oorlog zal goedkeuren."
Gevraagd naar een resolutie van de senaat die het zenden van méér VS-troepen naar Irak veroordeelt, zei vice-president Cheney: "Het zal ons niet stoppen". In november stemde een meerderheid van het Amerikaanse kiezerspubliek voor de Democraten opdat die via controle van het Congress de oorlog in Irak zouden beëindigen.
Dat is niet gebeurd, en het is onwaarschijnlijk dat het zal gebeuren. Invloedrijke democraten zoals de nieuwe leidster van het Huis van Afgevaardigden, Nancy Pelosy, en de would-be presidentskandidaten Hillary Clinton en John Edwards, hebben zich voor de Israëlische lobby herpakt. Edwards, die in zijn partij beschouwd wordt als een "liberal", was één van een hele rits hooggeplaatste Amerikaanse gasten op een recente Israëlische conferentie in Herzliya. Hij sprak er over een "ongeziene dreiging tegen de wereld en Israël (sic). Aan de top staat Iran. Alle opties zijn open om ervoor te zorgen dat Iran nooit een atoomwapen verwerft". Hillary Clinton heeft verklaard: "De politiek van de VS moet ondubbelzinnig zijn... We moeten alle opties op tafel houden". Pelosi en Howard Dean, nog een 'liberal', hebben elkaar overtroffen in hun aanvallen op Jimmy Carter, de man achter de Camp David Akkoorden tussen Israël en Egypte, die het lef gehad heeft om een waarheidsgetrouw boek te schrijven waarin hij Israël ervan beschuldigd te evolueren naar een "apartheidsstaat". "Carter spreekt niet voor de Democratische Partij," heeft Pelosi gezegd. Ze heeft helaas gelijk.
In Groot-Brittannië presenteerde professor Abbas Edalat van het Londense Imperial College aan Downing Street een document met als titel Answering the Charges. Samen met zijn collega's weerlegt hij de desinformatie over Iran. Blair hult zich in stilzwijgen. Net zoals ook het parlement zich op enkele uitzonderingen na in een schandelijk stilzwijgen hult.
Is dit echt opnieuw aan het gebeuren, minder dan vier jaar na de aanval op Irak, die het leven koste aan zo'n 650.000 mensen? Begin 2003 schreef ik een vrijwel identiek artikel; nu over Iran, toen over Irak. En is het niet opvallend dat Noord-Korea niet werd aangevallen? Noord-Korea heeft nucleaire wapens.
In talloze enquêtes, zoals die waar de BBC World Service mee uitpakte op 23 januari, hebben "wij" - de meerderheid van de mensheid - onze afkeer duidelijk gemaakt van Bush en zijn vazallen. Wat Blair betreft: die man staat nu politiek en moreel voor iedereen in zijn blootje. Dus wie laat zijn stem horen, behalve professor Edelat en zijn collega's? Geprivilegeerde journalisten, academici, kunstenaars en schrijvers, die het soms over de "vrijheid van meningsuiting" hebben, zijn zo stil als een donker theater in West End. Waar wachten ze op? Op het uitroepen van een nieuw Duizendjarig Rijk? Of op een paddenstoel boeven het Midden-Oosten? Of op beide?
John Pilger is journalist en documenairemaker. Auteur van talloze boeken.
De Engelstalige versie van dit artikel, dat eerst verscheen in de New Statesman, vind je hier. (Vertaling Marc-Antoon De Schryver)