Geen financieel leiderschap, maar power to the people.
In het tv-programma KRO Brandpunt van afgelopen zondag, waarin Sven Kockelmann Nout Wellink aan de tand voelde, zei de oud-president van de Nederlandsche Bank dat er centraal leiderschap moet komen in Europa voor het oplossen van de financiële crisis. Wat Kockelmann ontging, was dat Wellink daarmee in feite pleitte voor een politiek als dienstmaagd van de financiële markten in plaats van het algemeen belang. ‘Hét’ belang dat het financiële belang verre te boven gaat.
Met zijn pleidooi voor centraal financieel leiderschap zette Wellink zich in feite te kijk. Niet als gewezen bankdirecteur, maar wel als vooraanstaand democraat van CDA-huize. Zijn democratisch imago en de daarmee gepaard gaande geloofwaardig- en betrouwbaarheid, valt daardoor automatisch ten prooi aan inflatie.
Maar dat gaat ook op voor al zijn financiële slippendragers, van welke partijpolitieke signatuur dan ook, die zich blind staren op financiële oplossingen. De verkiezingsstrijd getuigt er dagelijks van.
Het is deze schrijnende realiteit die automatisch ten koste gaat van de ontwikkeling van het democratisch proces, dat nog steeds niet is afgerond. Die broodnodige afronding zal nooit zijn beslag kunnen(!) krijgen zolang bankdirecteuren bepalend blijven voor de te volgen politieke koers. Daarbij geholpen door de zogenaamde ‘luizen in de pels’, de journalisten, die geen oog hebben voor de moedeloos makende maatschappelijke implicaties van het eenzijdige financiële gedachtegoed. Het democratische ideaal van power to the people zal daarmee nooit in het vizier komen. De democratische kracht die daaruit spreekt is gelukkig niet te koop, maar zal uiteindelijk wel aan het langst end zal trekken, indachtig de dichtregel van Henriëtte Roland Holst: “De zachte krachten zullen zeker winnen in ’t eind”.