Van nationale naar mondiale herdenking en viering.
Hoewel de verschrikkingen van de tweede wereldoorlog in ons collectieve geheugen gegrift zullen blijven, vraag ik mij wel af of het zo langzamerhand geen tijd wordt alle dodenherdenkingen en bevrijdingsfeesten in een ander licht te plaatsen. En wel in een overkoepelend globaal licht dat past bij onze tijd van globalisering en daardoor persoonlijke en nationale sentimenten overstijgt, hoe behartigenswaard deze ook zijn.
Terugblikkend op '40-'45 kun je namelijk stellen dat de Tweede Wereldoorlog door betrokkenen is gevoerd met het ideaal van Wereldvrede in het achterhoofd. Het ultieme politieke doel dat eerst na(!) de oorlog op papier is gezet en publiek werd gemaakt bij de proclamatie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UV) in 1948. 'Het gemeenschappelijk door alle volkeren en alle naties te verwerkelijken (vredes-)ideaal', preambule UV.
Wel beschouwd moet de dodenherdenking en het bevrijdingsfeest dan ook geplaatst worden in het licht van de UV, waarvoor ontelbaren onbewust(!) hun leven hebben gegeven, retrospectief gesproken. Bij hun dood bestonden de VN en de UV immers nog niet! Het behoeft geen betoog dat de mondiale verwerkelijking van de mensenrechten, dus het 'nooit-meer-oorlog-ideaal', nog op zich laat wachten. Maar daarin zou verandering kunnen komen indien het Nationaal Comité 4 en 5 mei de dodenherdenking en het bevrijdingsfeest zou ophangen aan die verwerkelijking, als collectief eerbetoon aan alle oorlogsslachtoffers. Daarmee aangevend dat hun dood niet vergeefs is geweest.
Hopelijk schrikt het Comité niet terug voor de concretisering daarvan, omdat daarvoor Den Haag onder druk gezet zal moeten worden om ernst te maken met het mondiale, de partij- en landsgrenzen overstijgende mensenrechten- of vredesideaal. Daarvoor zal de VN fundamenteel herbouwd moeten worden van een organisatie van regeringen die primair opkomen voor nationale belangen, tot een mondiaal beleidsorgaan met bovennationale bevoegdheden dat primair staat voor het democratische algemene of mondiale belang.
Voor die rigoureuze hervorming van onze volkerenorganisatie is een fundamentele herziening van het VN-Handvest noodzakelijk. Als VN-lid zou Rutte-II het initiatief daartoe kunnen nemen, door een beroep te doen op artikel 109 van het VN-Handvest, dat spreekt over een algemene conferentie van lidstaten met als doel de herziening van het Handvest.
Daarbij moet gedacht worden aan de opheffing van de dictatoriale (vetorecht) Veiligheidsraad, met de gelijktijdige overheveling van zijn primaire verantwoordelijkheid, de handhaving van de internationale vrede en veiligheid, naar de Algemene Vergadering. Dit orgaan krijgt daardoor de mogelijkheid zich te ontwikkelen van een ongeloofwaardige mondiale praatclub, tot een zelfstandig opererend gezaghebbend wereldforum. Een overkoepelend mondiaal beleidscentrum dat op basis van onze ongeëvenaarde know how op elk terrein en de alom onderschreven rechten van de mens een duurzaam wereldbeleid van de grond weet te tillen waarmee de wereldproblemen en het daarmee gepaard gaande onrecht adequaat bestreden kunnen worden.
Kortom, mocht het Comité 4 en 5 mei open staan bovenstaande gedachtegang en zich daarvoor hard willen maken, dan wordt op termijn automatisch de weg geopend voor de broodnodige upgrade van de 4e en 5e mei, van een nationale naar een mondiale herdenking en viering onder VN-vlag. Gezien de toestand in de wereld lijkt mij de tijd daar rijp voor.