Monetarisme noch parlementarisme bieden perspectief.
In zijn boek ‘Iedere politicus moet eigenlijk een beetje filosoof zijn’ verwijt SP-Kamerlid Ronald van Raak de VVD dat haar beleid in de afgelopen jaren te kortzichtig is geweest. De weg van de door rechts bepleite marktwerking is doodgelopen, dus biedt geen enkel perspectief meer. Terecht merkt Van Raak dan ook op dat ‘we’ weer voor ogen moeten krijgen waar ‘we’ in de toekomst met Nederland heen willen. Als filosoof heeft hij daarin volkomen gelijk, maar als politicus maakt hij die consensus-gedachte niet waar. Begrijpelijk
omdat ons partijpolitiek bestel bestaat bij de gratie van het scheppen van verdeeldheid in plaats van eenheid, getuige de periodiek terugkerende verkiezingsstrijd. Om de broodnodige eenheid in het politieke vizier te krijgen zal Van Raak er oog voor moeten krijgen dat verkiezingen geen soelaas bieden, dus dat niet alleen uit de markt (het monetarisme) maar ook uit ons bestel (het parlementarisme) geen perspectief te putten is. Met andere woorden, problemen verdwijnen pas echt door af te zien van de machtsstrijd. Zolang dit inzicht ontbreekt bij Van Raak en zijn 149 collega’s op Het Binnenhof, zal er niet begonnen kunnen worden met maatschappelijk relevante oplossingen van de partij- en landsgrenzen overschrijdende (wereld-)problemen, dus zullen ‘we’ tot sint-juttemis blijven dweilen met de kraan open.