Vrijgevigheid | Dana

Zo 22 April 2007 00:40 | louise | 1976 keer bekeken | 1 reactie | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

Vrijgevigheid of Dana is een van de belangrijkste boeddhistische deugden want de daad van geven is de meest fundamentele van alle boeddhistische beoefeningen. Het is het eerste onderwerp van Boeddha's graduele leringen, de eerste stap op de weg van de bodhisattva naar perfectie, en de eerste van de tien paramita's in de mahayana-traditie. Dana zet daarmee de toon voor alles wat volgt op het spirituele pad.
De daad van het geven zuivert de intentie, de kwaliteit van de geest waarmee iedere handeling ondernomen wordt. voor een kort moment wordt de zelfabsorptie van de gever opgeheven, de gehechtheid aan de gift losgelaten en vriendelijkheid ten opzichte van de ontvanger ontwikkeld. Alle handelingen in gedachte, woord en daad, die je onderneemt voor het heil van anderen, in plaats van ter realisatie van je eigen zelfzuchtige doelen, transformeren door de kracht van generositeit.
Geven moet je oefenen en ontwikkelen, omdat onze onderliggende tendensen van gehechtheid, aversie en verwarring vaak een werkelijk zelfloze daad van generositeit belemmeren.
De Boeddha, volleerd observator van de menselijke natuur als hij was, wees erop dat we vaak met gemengde motieven kunnen geven: uit angst, of omdat het zo hoort in de traditie; we geven met de verwachting iets terug te krijgen; we geven met de hoop op winst, een goede reputatie of wedergeboorte; we geven om onze geest op te sieren, of eenvoudig omdat geven vreugde schenkt.

Dana is de daad van liefdadigheid; vrijgevigheid. Dana is de eerste perfectheid (paramita). Het verleent de gever een dubbele zegening van het tegengaan van immorele gedachten van zelfzuchtigheid, terwijl er pure gedachten van onzelfzuchtigheid ontwikkeld worden. "Het zegent hem die geeft en hem die ontvangt." Het gaat er de Bodhisatta niet om of de ontvanger werkelijk in nood verkeert of niet, want zijn enige object in zijn beoefening van liefdadigheid, zoals hij dat doet, is om de hunkering uit te roeien die sluimerend in hemzelf verscholen ligt. De vreugde van dienstverlening, haar hulpverlenende geluk, en de verzachting van lijden zijn andere zegeningen die door liefdadigheid verkregen zijn.

Alle generositeit is waardevol. Toen Koning Pasenadi van Koshala vroeg:"Aan wie dient men een gift te geven?" antwoorden de Boeddha: ''aan iedereen die het je geest pleziert'.





Zoals de oceaan één smaak heeft, de smaak van zout, zo heeft de dharma één smaak, de smaak van vrijheid.

Literatuur: Vorm en Leegte

Bron: Luisa

Reacties

    Gif of Gift?

    Ma 23 April 2007 17:55 | Vincent Brunott |

    Gif geven aan iedereen die het mijn geest pleziert lijkt me soms een hele aardige optie... Maar ach, er wordt natuurlijk 'gift' bedoeld en dat lijkt mij tenslotte ook het beste.