Filosoferen helpt bij moeilijke kinderen

Di 2 Januari 2007 21:49 | louise | 3856 keer bekeken | 2 reacties | 1 x aanbevolen | Artikel voorlezen
Filosoferen helpt bij moeilijke kinderen (en bij moeilijke volwassenen)

Een zorginstelling in Hoorn ontwikkelt een nieuwe therapie voor kinderen: filosoferen. Wijsgerige vragen stellen helpt tegen gedrags- en opvoedingsproblemen.
’Klei, God en apen’. Geen enkele gedachte is fout in de kinderfilosofie.

Kinderen met problemen zijn gebaat bij een filosofisch gesprek. „Dat maakt ze sterker en zelfbewust”, vindt Marijke van Geen, groepswerker van jeugdzorginstelling Boddaert Hoorn. Daar startte onlangs een filosofieproject bedoeld voor jongens van elf en twaalf jaar met gedrags- en opvoedingsproblemen.

Over filosoferen als behandelmethode is niet veel bekend. Van Geen deed voor haar afstudeerscriptie voor de studie pedagogiek aan de Educatieve Faculteit Amsterdam onderzoek naar het onderwerp. Ze begeleidde filosofische gesprekken en werd enthousiast door de resultaten ervan.

Samen met collega Lex van der Post ontwikkelt ze de methode nu tot een zelfstandige therapie. Dat gebeurt tijdens de filosofische gesprekken en samen met de kinderen. Van Geen: „Op deze manier sluit de behandeling aan bij de behoefte. Door te luisteren en te observeren krijgen we al de nodige informatie. De kinderen vertellen zelf waar ze over willen spreken.”

De vier jongens in de bovenzaal van het Boddaertcentrum in Hoorn zitten lawaaiig om een grote tafel. Bij de opdracht ’verzin een filosofische vraag’ wordt het stil. „Dat is een vraag waar je geen antwoord op weet”, zegt Van Geen. „Bijvoorbeeld, is er meer dan het heelal?”

De jongens reageren meteen. „Waar kan het heelal ophouden?”, vraagt iemand. Nergens, zegt een ander. Ze roepen: „Je kunt ook met een raket naar de maan.” „Ben jij wel eens in het heelal geweest?”

Al snel wordt de eigen belangstelling duidelijk. „Kan je huidskleur veranderen? Als ik in Afrika ga wonen, word ik dan een neger? Krijg ik dan bruin haar en bruine ogen?”

„Waar komen de dieren vandaan?”

„Wanneer ben je verliefd?”

„Sommigen moeten nog leren dat wat zij zeggen niet raar is of vreemd”, zegt Van der Post over het groepje. De jongens zijn vrijwel allemaal onrustig en kampen met onzekerheid. Soms ook gevoed door adhd of een autistische stoornis. Van der Post: „Het vrije denken en contact maken met hun eigen interesses is van groot belang voor hun ontwikkeling. Ze leren wie ze zelf zijn en waar ze voor staan.”

De filosofiemethode past binnen het concept van Boddaert. De jeugdzorginstelling betrekt de kinderen altijd bij de eigen behandeling. Van Geen: „Bij aanvang van de behandeling is duidelijk wat de kinderen willen veranderen. Veel kinderen hebben last van het eigen gedrag. Ze willen aanvoelen wanneer ze te druk zijn en grip krijgen op hun onrust.”

Naast het filosoferen is er wekelijks een fysiek onderdeel. Daarin worden de kinderen zich bewust van hun lichaam en groeit hun zelfbeheersing. Juist bij een groep met alleen jongens is deze aanvulling nodig. Van der Post: „Jongens zijn niet zoals meisjes alleen maar praters. Ze hebben ook lichamelijke prikkels nodig en uitdaging. Ze willen competitie.”

De filosofische gesprekken eisen een open houding van de hulpverleners. Van Geen: „We kijken echt naar de kinderen en niet alleen naar hun gedrag. Ze mogen elke vraag stellen en komen zelf met oplossingen.”

Van der Post: „We denken meer dan vroeger: waarom doet het kind zo? Waar staat zijn onmacht voor? Waarom trekt hij de gordijnen van de muren?”

De jongens in het Boddaertcentrum kiezen uit de verschillende voorstellen uiteindelijk de vraag: ’Waar komen de dieren vandaan?’. Van Geen en Van der Post helpen de groep door steeds opnieuw op de antwoorden in te gaan.

De kinderen zijn enthousiast over het uiteindelijke resultaat. „De Bijbel en God hebben het allemaal gemaakt uit klei”, roept een blonde jongen. „Als het klei is dan zijn sommige mensen te lang gebakken”, zegt een ander en begint een verhaal over evolutietheorie, de oerknal en apen. Een jongen zegt dat we allemaal uit ’celletjes’ komen en vraagt of we ’misvormde apen’ zijn.

Een ander oppert dat er ’ergens onder water een stad was waar alles begon’. „En vroeger waren er alleen maar vissen.”

„Ik reageer geregeld met ’wat een goede vraag, je bent een echte filosoof”, zegt Van Geen over het filosofische gesprek. Van der Post: „Geen enkel antwoord is fout. De Filosofie is een middel om naar elkaar te luisteren. Het stimuleert de eigen ontwikkeling en roept vragen op als ’wie ben ik en wat kan ik?’”

Hoe werkt filosofie door in de werkwijze van de hulpverleners? Van der Post: „Juist door niet meteen te reageren op het gedrag, maar eerst samen met het kind stil te staan bij wat hij doet en wat hij wil bereiken. Dan geef je ze het inzicht dat ze het ook anders aan kunnen pakken.”

Van der Post haalt een recent voorval aan. Een van de jongens pakte plotseling de telefoon en schreeuwde door de hoorn. „In plaats van direct zijn gedrag af te keuren, vroeg ik wat hij daar mee wilde bereiken.” Het bleek dat hij niet gestoord wilde worden tijdens het filosofische gesprek. „De oplossing om de hoorn naast de telefoon te leggen was saai. Hij wilde iets anders.”

Door kinderen te confronteren met filosofische vragen, maken ze contact met zichzelf en beïnvloeden ze het eigen gedrag. Van der Post: „Het stellen van vragen kan ze daarbij helpen. Vertel eens verder, hoe kom je daarbij?” Het kind beseft dan dat het mag zijn wie hij is. Daarmee groeit zijn zelfvertrouwen.

Van Geen: „In het leven van kinderen gebeurt zo veel. Door de filosofie leren ze dat een plek te geven. Het helpt hen buiten de eigen kaders te kijken. Ik merk dat de kinderen meer durven en dat ze eindelijk hun mening geven.”

De filosofie schept ruimte voor een nieuw contact met de kinderen. Van der Post: „We raken zelf verwonderd, we zien het kind en niet zijn problemen.”

Bron: Mariska Jansen

Reacties

    Klei, God en apen - en ''moeilijke kinderen''

    Wo 3 Januari 2007 10:34 | Destrée |

     


    Beste mensen,

    "Ik lees onder meer:’Filosoferen helpt bij moeilijke kinderen (en bij moeilijke volwassenen)" Inbegrepen Bush en Beatrix?

    En: "Klei, God en apen’. Geen enkele gedachte is fout in de kinderfilosofie."
    Behalve dan die van God.

    Want kijk eens aan, daar zijn we er weer!
    Van de filosofie in de Godsdienst verzeild.
    De altijd en eeuwig onvermijdelijke God, met zijn terroriserende Rabbi''s, Pausen en Ayatollahs. Met hun oorlogszuchtig moordende Kruistochten, Inquisitie en Kamikazewilden.

    Met zijn ouders die de kinderen een al eeuwenoude traditie in hun hoofdjes stampen.
    Die daar niet aan willen.
    Worden die misschien mede daarom ''moeilijke kinderen'' genoemd?
    Je moet immers meehobbelen met de goegemeente.
    En vooral – met de Gevestigde (politieke en financiële) Macht.
    Maar desalniettemin uit het brein ontsproten fantasieverhalen van eerst naïeve Neanderthalers - later slimme Godsdienstleidende uitbuiters.
    Dat moeten we nu eindelijk eens gaan afschaffen.
    Is mijn bescheiden filosofische – en dus praktische – conclusie.

    Ik wens iedereen, de hele wereld en zijn toekomst, van harte beterschap,
    Charles Destrée. 
     


     


    Absoluut!

    Wo 3 Januari 2007 21:48 | Frank |

    Bush en Bea zijn zeker inbegrepen, bij de kinderen.