Laten inslapen zieke niet meer vervolgd
Artsen die een stervende patiënt diep in slaap brengen om het lijden te verlichten, zullen niet strafrechtelijk worden vervolgd.
Volgens voorzitter H. Brouwer van het college van procureurs-generaal is deze zogeheten palliatieve sedatie normaal medisch handelen en geen levensbeëindiging. Palliatieve sedatie, ook wel terminale sedatie genoemd, is het opzettelijk verlagen van het bewustzijn van een stervende, zo stelde artsenorganisatie KNMG begin december in een richtlijn.
In 2004 begon het openbaar ministerie nog een rechtszaak tegen een arts die palliatieve sedatie had toegepast. Volgens het OM had hij daarmee een patiënt vermoord. De arts werd deze zomer in hoger beroep vrijgesproken. De zaak leidde tot grote onrust onder artsen.
Nu zegt Brouwer dat als een arts de richtlijn die de beroepsgroep zelf heeft opgesteld naleeft, er voor het openbaar ministerie geen reden is in actie te komen. Ook hoeft niet iedere overtreding tot vervolging te leiden. „Wij zitten niet naast ieder sterfbed en dat zijn we ook niet van plan.” Wel kan een arts die afwijkend handelt een strafrechtelijk onderzoek verwachten, aldus Brouwer.
Brouwers voorganger De Wijkerslooth schreef in juni 2003 nog dat sedatie „in haar effect gelijk kan zijn aan euthanasie”. Hij vond dat palliatieve sedatie, net als euthanasie, extern zou moeten worden getoetst, strafrechtelijk of door een toetsingscommissie. Brouwer: „Het is duidelijk dat die richting niet is gevolgd.”
In de richtlijn van de KNMG staat dat het laten inslapen van een patiënt geen doel op zichzelf mag zijn. Palliatieve sedatie mag alleen gericht zijn op het bestrijden van onbehandelbare ziekteverschijnselen zoals pijn, benauwdheid en angst. Voor het in slaap brengen van een patiënt mag een arts geen morfine gebruiken.
De KNMG wil zo een ‘sluiproute’ naar euthanasie voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de medisch specialisten en veel huisartsen en verpleeghuisartsen zich niet aan de regels houden en wel eens morfine hebben gebruikt in de hoop dat een terminale patiënt snel komt te overlijden. Meer dan 85 procent van de patiënten overlijdt binnen drie dagen na toepassing van palliatieve sedatie.
De arts die het openbaar ministerie voor moord vervolgde, had een terminale patiënt morfine en een slaapmiddel toegediend. De arts zat negen dagen vast en werd door de rechtbank in Breda en in hoger beroep vrijgesproken van moord. Dat de patiënt aan de medicatie was overleden kon niet worden bewezen, evenmin dat de arts hem had willen doden.
„Achteraf gezien zouden we de zaak hoogstwaarschijnlijk anders hebben gedaan”, zegt Brouwer. Excuses vindt hij onnodig. „Ik vind niet dat we naar een situatie toe moeten waarin we bij ieder geval waarin vrijspraak volgt, je maar even je excuses gaat aanbieden.”