Propagandamachines draaien op volle toeren
Er is geen oorlog waarbij propaganda zo’n grote rol speelt als een oorlog waarbij Israël is betrokken. De Israëlische propagandamachine draait dan op volle toeren en journalisten dienen op hun hoede te zijn om objectief te blijven. Dat geldt ook voor het huidige conflict met de Hezbollah in Libanon.
Propaganda is van alle tijden. Overduidelijk en direct zoals de Nazi-propaganda en die van de communisten, maar ook indirect zoals onze eigen Postbus 51-voorlichting. Die van Israël is vooral uiterst geraffineerd.
Government Press Office
In zijn boek ’Het zijn net mensen’ verhaalt Joris Luyendijk over zijn tijd als correspondent in de Arabische wereld. In Israël verbaast hij zich over de uitgebreide voorlichting die de Government Press Office aan journalisten geeft, vooral als er ergens Israëlische slachtoffers zijn gevallen.
‘Geroutineerd worden de wereldmedia voorzien van alles wat ze nodig hebben, en meer. Aangeboden wordt rechtenvrij archiefmateriaal van Israëlische soldaten die eerste hulp geven, van slachtoffers, telefoonnummers van woordvoerders die het regeringsstandpunt in elke grote taal op gewenste lengte kunnen verwoorden, informatiemappen, uitgeprinte websites en stapels folders’.
De prachtigste quotes, gewenste informatie en sprekende details liggen dan voor het oprapen, letterlijk. Menig journalist heeft verhaald over hoe ze zelfs door de Government Press Office worden gebeld met kant-en-klare verhalen, met informatie over nummers van, bijvoorbeeld, moeders die hun kind hebben verloren en bereid zijn om voor de zoveelste cameraploeg hartverscheurend te gaan huilen.
Journalisten worden wel eens lui genoemd. Zij kiezen soms gemakkelijker voor de hapklare brokken die de Israëliërs aanbieden dan zelf op zoek te gaan naar de Libanese kant van het verhaal. Veelal heeft dat echter ook met tijdgebrek te maken.
Propagandamachine
In Israël wordt openlijk over de manipulatie van media gesproken. De regering heeft toegegeven dat het, na een aanslag op het land waarbij veel burgerdoden zijn gevallen, zeker een etmaal wacht met vergeldingsacties. De media moeten namelijk eerst stilstaan bij het Israëlische leed. De ziekenhuizen laten daarom ook met gemak cameraploegen toe om zoveel mogelijk bloed, pijn en tranen te laten zien.
Want dat scoort. Zo krijgt Israël een underdogpositie en daarmee vrijwel automatisch de sympathiestem van de westerse mediagebruiker.
Er is volgens Luyendijk ook sprake van een internationale Israëllobby: ‘in westerse landen mag de staat rekenen op uitstekend opgeleide sympathisanten, al dan niet georganiseerd in centra voor informatie en documentatie Israël, lokale afdelingen van de Likud etc. Israëlische ambassadeurs en lobbyisten lopen zelfs de hoofdredacties van omroepen en weekbladen af.’
Aanslag op Qana
Na de aanslag op Qana, waarbij 54 Libanese burgers (vooral kinderen en vrouwen) omkwamen, maakte de Israëlische regeringswoordvoerder Miri Eisin bekend dat Israël een onderzoek begint naar de luchtaanval. Hij noemde de aanval een 'misser' en een 'verschrikkelijke tragedie'. Ook was Israël volgens Eisin 'diep bedroefd en vol verdriet'. Volgens hem had de luchtmacht niet een gebouw vol vluchtelingen 'in het vizier', maar stellingen van Hezbollah in de buurt van waaruit Israël met raketten wordt beschoten. Hezbollah verstopt zich tussen de burgerbevolking en is daarom verantwoordelijk voor de slachtoffers onder de burgers, stelde de woordvoerder.
Dit is blijkbaar een typische reactie. Luyendijk schrijft in zijn boek dat politici en prominente Israëliërs na een grote aanslag op westerse televisiezenders en opiniepagina’s verklaren ‘dat ze zich schamen voor hun land, en dat deze smet op de joodse staat tot op de bodem moest worden uitgezocht. Voorlichters betuigen spijt en benadrukken dat Israël nooit de bedoeling heeft gehad om onschuldige kinderen, vrouwen of bejaarden te doden.’
En: ‘de aanslag moet onderzocht worden en dat duurt wel even. Vervolgens leggen diezelfde voorlichters uit hoe onoverzichtelijk veel gevechtssituaties in de betwiste gebieden zijn en dat terroristen zich expres in woonwijken verschuilen in de hoop dat Israël per ongeluk burgers doodt.’
Hezbollahpropaganda
Wat niet vergeten moet worden, is dat ook de Hezbollah aan propaganda doet. Ze hebben weliswaar veel minder middelen ter beschikking en helpt het ook niet echt dat de televisiebeelden na een zelfmoordaanslag veelal bestaan uit trotse ouders van de martelaren, ook de Hezbollah heeft gewoon een afdeling voorlichting. Volgens Luyendijk is die zelfs gemakkelijk te vinden in het zuiden van de stad, ‘op twee sobere etages boven een lingeriewinkel’. Zij eisen van de journalisten inzicht in interviews en doen vooral aan beeldmanipulatie.
Op een plek van een aanslag worden dan bijvoorbeeld gloednieuwe babykleertjes onder de puinhopen gelegd voor als de cameraploegen aankomen. Ook lijkt het op foto’s en televisie vaak dat woedende Libanese menigtes vlaggen verbranden en leuzen scanderen. Ter plekke aanwezig blijkt eens te meer met hoe weinig ze eigenlijk zijn en dat de demonstranten ook pas beginnen als de camera’s gaan draaien.
En CNN-journalist Robertson komt met de openbaring dat een recente anti-Israel reportage van zijn hand mede tot stand kwam onder invloed van het Hezbollah PR-apparaat.
Aparte foto
Voor de foto hiernaast (aanklikbaar) geldt nog een apart verhaal. Te zien zijn Israelische meisjes die teksten schrijven op raketten die bedoeld zijn voor Zuid-Libanon. De foto van de Israëlische AP-fotograaf Sebastian Scheiner werd door veel media overgenomen en zorgde voor veel ophef: Israelische meisjes zouden zo zijn gehersenspoeld dat ze zelfs op raketten anti-Libanonteksten schrijven.
Op verscheidene websites kwam het 'ware verhaal' naar boven. De foto is gemaakt in een Israelisch plaatsje dicht bij de Libanese grens dat dagenlang onder vuur van Hezbollah lag. De meisjes kwamen net uit de schuilkelder en stonden in de aandacht van een stuk of twaalf fotografen. Enkele van hun ouders hadden in het Hebreeuws en Engels teksten op de raketten geschreven als ’To Nasrallah with love’ (Nasrallah is de leider van Hezbollah in Libanon).
De kinderen, volgens sommigen onwetend en onschuldig, zouden vervolgens slechts nog kleine Israëlische vlaggetjes erbij hebben getekend.
Tja, duidelijk is in ieder geval dat de propaganda het extra moeilijk maakt om een uitweg te vinden uit deze conflicten. Het Westen heeft Hezbollah bestempeld als een terroristische organisatie en staat redelijk kritiekloos tegenover de militaire operaties van Israël. Hierdoor krijgen anti-westerse sentimenten in de Arabisch-islamitische wereld nieuwe impulsen en dat zet het conflict verder op scherp.
Mark van Wonderen - Planet Internet.
Links:
Video: peace, propaganda and the promised land (Aanrader!!)
Israellog van Emma Blijdenstein over propaganda
Onze man in Teheran
Weblog Harald Doornbos
Joris Luyendijk