Kort geding Merkies versus Spekman.
Europarlementariër Judith Merkies heeft haar kort geding tegen PvdA-voorzitter Hans Spekman, over aantasting van haar integriteit, verloren. De motivering die de voorzieningsrechter daarvoor hanteerde is schokkend. Volgens hem wordt van een politicus een dikkere huid verwacht dan van een ‘gewone’ burger. Oftewel, de ‘man in de straat’ wordt geacht er een ander eergevoel en een navenant handelen op na te houden, dan het ‘PvdA-bestuur’.
Een opzienbarende uitspraak die niet alleen duidelijk maakt waardoor - ‘ten diepste’ - de kloof tussen klootjesvolk en politiek wordt veroorzaakt, maar ook dat die kloof onoverbrugbaar is, omdat hij door de rechterlijke macht wordt gesanctioneerd. De rechter heeft immers gesproken! En daarmee is de zaak gesloten.
Een onverkwikkelijke gang van zaken die een schel licht werpt op het gehalte van onze democratische rechtsstaat en de wijze waarop daar politiek wordt bedreven en recht wordt gesproken. Dat Spekman zich daar goed in kan vinden, getuige zijn reactie op de uitspraak ‘tevreden op alle punten in het gelijk gesteld te zijn’, is onverteerbaar.
Hoe onverteerbaar zijn reactie ook is en hoe zuur de druiven voor Merkies ook zijn, het positieve van het kort geding is wel dat het duidelijkheid schept. Zowel de PvdA-voorzitter (als representant van de politieke macht) als de voorzieningsrechter (als representant van de rechterlijke macht) geven hiermee zonneklaar aan het zicht volledig kwijt te zijn op het doelmatig functioneren van de democratische rechtsstaat, waarvan het adequaat behartigen van het algemeen belang (dat meer omvat dan brood alleen) het beleidsmatige product is.