Tijd rijp voor vertaling Occupy-ideaal.

Do 3 November 2011 11:21 | Wouter ter Heide. | 3341 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

 

Wat de Occupy-beweging ontbeert in haar geweldloze strijd voor een eerlijkere wereld, is gebrek aan realiteitszin. Daardoor wordt niet ingezien dat we in wezen niet te maken met een financiële maar met een existentiële crisis, die het leven in al zijn facetten ernstig bedreigd, dus ons voortbestaan in de waagschaal stelt.
Om dit alomvattende gevaar gezamenlijk het hoofd te bieden, zullen wij ons (als mensheid) dan ook moeten beraden over een mondiaal beleid op existentiële grondslag.
Voor dat mondiale beraad leent zich de VN en voor de existentiële beleidsgrondslag de gedachte van de aarde als een levend organisme. Een levende totaliteit die ondanks haar hoge leeftijd nog steeds niet heeft ingeboet aan levenskracht en daarmee aan het (voort-)brengen van nieuw leven. Kortom, een giga-moeder waar de mens niet boven staat - als ware hij de schepper ervan - maar een onlosmakelijk deeltje van is, gelijk elke cel in ons eigen lichaam.
De instandhouding van die levende totaliteit op verantwoorde wijze, ook wel goed rentmeesterschap genoemd, is begrijpelijkerwijs de gezamenlijke verantwoordelijkheid van ons allemaal - als mensheid - en vraagt zodoende om een mondiale aanpak. Voor wie daar oog voor heeft, is de mogelijkheid daartoe levensgroot aanwezig.
Mocht namelijk het ‘moeder aarde idee’ wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden, dan ligt het in de lijn der verwachting dat de politiek het op zeker moment wereldwijd zal aanvaarden als alomvattende grondslag van het beleid, dus als bruikbaar alternatief voor de gangbare financiële. Een redelijk alternatief, omdat het naadloos aansluit bij onze mondialiserende tijdgeest, die verwijst naar mondiale eenheid. De eenheid die begrijpelijkerwijs het einde zal betekenen van de verdeeldheid zaaiende religieuze en ideologische beleidsgrondslagen, zonder afbreuk te doen aan de intrinsieke waarde van welke religie en ideologie dan ook. Alleen als overkoepelende beleidsgrondslag schieten zij stuk voor stuk tekort om de wereldcrisis het hoofd te bieden, praktisch gesproken.
Kortom, het ligt in de lijn der verwachting dat de wetenschappelijke onderbouwing van het ‘moeder aarde idee’, uiteindelijk zijn maatschappelijke vertaling zal vinden in de afschaffing van zowel het dictatoriale parlementaire (wie regeert dicteert) als het dictatoriale monetaire (wie betaalt bepaalt) systeem, ten gunste van een alomvattend mondiaal bestel. Een eenheidsbestel dat geen enkele bedreiging vormt voor welke levens- en/of wereldbeschouwelijke overtuiging dan ook, dus geen angst inboezemt omdat niemand tekort wordt gedaan. Letterlijk noch figuurlijk.
Het is deze zekerheid die de weg vrijmaakt voor bovengenoemd hoopgevend VN-beraad, dat zijn bekroning zal vinden in de creatie van een eendrachtig mondiaal beleid onder VN-vlag. Daarvoor zal onze volkerenorganisatie wel eerst omgebouwd moet worden van een organisatie van regeringen tot een mondiaal beleidsorgaan met bovennationale bevoegdheden. Het slapende artikel 109 van het Handvest, dat spreekt van een algemene VN-conferentie ter herziening van het Handvest, opent daar uitdrukkelijk de mogelijkheid toe. Het tot leven roepen van dit artikel is ‘dé’ kans voor de slaapzak-activisten van de Occupy-beweging, om hun ongrijpbare ideële beweging de richting te geven die strookt met haar ideaal van ‘power to the people’.
Wat de Handvest herziening betreft zal dáárvoor allereerst aangestuurd moeten worden op de opheffing van de dictatoriale (vetorecht) Veiligheidsraad, met de gelijktijdige overheveling van zijn primaire taak (de handhaving van de internationale vrede en veiligheid) naar de Algemene Vergadering. Daardoor kan dit orgaan zich ontwikkelen van een mondiaal praatcollege tot een gezaghebbend wereldforum. Een mondiale werkgroep deskundigen van diverse pluimage, die behalve hun intellect begiftigd zijn met een feilloos gevoel voor gerechtigheid en daarmee voor het algemeen belang. Daardoor zijn zij in staat om - op basis van de alom onderschreven mensenrechten en onze fenomenale know how op elk terrein - met elkaar een mondiaal beleid uit te stippelen waarmee de wereldproblemen en het daarmee gepaard gaande onrecht effectief en duurzaam bestreden kunnen worden.
Kortom, de democratie in optima forma, waarin recht wordt gedaan aan ‘het gemeenschappelijk door alle volkeren en alle naties te bereiken ideaal’, zoals wij ons dat ten doel hebben gesteld bij de proclamatie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens op 10 december 1948, als reactie op de gruwelen van WO-II.
Bron: Diverse media.