Bart Schermer promoveert op proefschrift over opsporing met software-agenten
9 mei j.l. is Bart Schermer gepromoveerd op het proefschrift 'Software agents, surveillance, and the right to privacy: a legislative framework for agent-enabled surveillance. Schermer is werkzaam bij ECP.NL, Platform voor eNederland, en is daarnaast verbonden aan http://mailto:eLaw@Leiden, Centrum voor Recht in de Informatiemaatschappij..... Een verslag:
Doel van dit proefschrift is te onderzoeken in hoeverre het huidige juridische kader voor de bescherming van de privacy en vrijheid van burgers toegerust is om met de effecten van software agenten in de opsporing om te gaan. Bart Schermer is werkzaam bij ECP.NL, Platform voor eNederland, en is daarnaast verbonden aan eLaw@Leiden, Centrum voor Recht in de Informatiemaatschappij. Bart schermer ziet privacybescherming als middel tot vrijheid. Door de inzet van software agenten in het toezicht en bij opsporing is handhaving van de privacy steeds minder mogelijk. Schermer verwacht daarom dat we meer naar andere grondrechten gaan kijken zoals het recht op vrije meningsuiting. Sommige professoren suggereerden in hun vraagstelling dat Schermer nadrukkelijk het accent legde op grondrechten terwijl de laatste jaren zowel de Nederlandse als de Europese rechter meer van 'real expectation uitgaan.
Schermer ziet grondrechten niet als doel maar als middel tot vrijheid. Niet de handhaving van de privacy is primair of het maar het gaat om de machtsverhouding tussen overheid en burger. De overheid wil meer toezicht houden op die burger en heeft daartoe ook de middelen. Daardoor raakt de verhouding overheid burger uit balans. Schermer wil daarom dat de burger meer middelen krijgt om te controleren welke gegevens van hem worden opgeslagen en waarvoor die worden gebruikt. Hij pleit daarom voor een recht op surveillance op de overheid. Tot dusver werd daar niet zo over nagedacht. Schermer ziet zijn proefschrift dan ook als bijdrage aan de maatschappelijke bewustwording.
Voorafgaand aan de promotie werd in het gebouw van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid een minisymposium gehouden met de titel 'Kunstmatige intelligentie en opsporing',
De eerste spreker die door professor Jaap van den Herik werd ingeleid was Marten den Uyl, directeur van Sentient, een bedrijf dat datamining research doet voor de politie Hij deed een poging om in dertig minuten te vertellen wat kunstmatige intelligentie is.
Natuurlijke intelligentie is 'real embodied' in de hesenen om een organisme aan te sturen. Kunstmatige intelligentie heeft een virtueel karakter maar het voordeel van kunstmatige intelligentie is de snelheid. Computers zijn razendsnelle rekenmachines. Waar de mens slechts in staat is om slechts een paar vergelijkingen te maken in een paar seconden maakt de computer een miljoen cykles per seconde. Kunstmatige intelligentie is volgens den Uyl heel veel statistiek doen, patronen en structuren ontdekken en daar gegevens uit afleiden. Vervolgens gaat het erom te beoordelen of segmenten, clusters en patronen, gewoon of ongewoon zijn. Aan de hand daarvan kun je voorspellingen doen, en met daderprofielen en een 'waar en wanneer analyse' een "straatroofbericht voor morgen" samenstellen.
In dit technische proces speelt cameratoezicht met gezichtsherkenningsprogramma's een belangrijke rol. Volgens den Uyl zijn er binnenkort centra met meer camera's dan mensen. Camera's worden niet alleen ingezet om mensen te herkennen aan de hand van signalementbeschrijvingen maar ook om de stemming in een bepaald gebied te bepalen met behulp van 'Face Reader Architecture', een programma dat gezichtsuitdrukkingen beoordeelt. Daarvoor kijkt de camera naar de expressie, de uitdrukking op de gezichten van voorbijgangers en maakt een een masker aan en vergelijkt dat met patronen die een bepaalde stemming uitdrukken. De computer bepaalt zo of de stemming negatief of positief is.
Als tweede spreker gaf Mr. Drs. maartje Van der Woude een inleiding over risicojustitie in het strafrecht, dat is in het kort criminaliteitsbeheersing en aanpak op basis van risicoprofielen.
Aan de hand van de theorieën van Ulrich Beck en David Garden schetste zij nieuwe onbeheersbare risico's waar de moderne maatschappij mee wordt geconfronteerd. Door grote veranderingen als mondialisering, globalisering en technologisering verandert de maatschappij van een verzorgingsstaat in een veiligheidsstaat. De moderne maatschappij is opener, diffuser maar ook individualistischer geworden en is daardoor ook kwetsbaar. Volgens de socioloog David Garden, komen we in een 'culture of control' en maken we een omslag naar een repressief criminaliteitsbeleid door het strafrecht pro-actief in te zetten als sociologisch controlemiddel. Daarbij rijzen ook nieuwe vragen; waarom moet het nieuwe beleid voor iedereen gelden? Van der Woude sprak in dit verband van een veiligheidsobsessie en repressie-enthousiasme. In de politiek en de media wordt de sfeer van criminaliteit en terroristische dreiging in stand gehouden maar de dagelijkse realiteit is anders.
De verschuiving van actieve naar pro-actieve opsporing is ook een verschuiving van de schuldvraag naar de intentie, naar voorbereiding samenspanning zoals dat nu geldt in nieuwe antiterrorismewetgeving. Met die verschuiving van actieve opsporing naar pro-actief is er ook een verschuiving van individueel naar collectief. De sociale controle (door autoriteiten met opsporingsbevoegdheden) om van tevoren te weten wie een gevaar zou kunnen zijn, breidt zich steeds meer uit naar groepen personen met gemeenschappelijke kenmerken. Daardoor dreigt er en zondeboksamenleving te ontstaan. Er bestaat bovendie een grote kans op een 'false positive' een verkeerde verdenking , je kunt al heel snel onder toezicht worden gesteld van opsporende instanties.
Veiligheid wordt verheven tot grondrecht, straf is een doel geworden. Door de pro-actieve opsporing die zich uitstrekt naar grote groepen personen komt het legaliteitsbeginsel onder druk te staan
De derde en laatste spreker op het seminar was Alexander Pechtold
Al aan het begin stonden leden van de Jong Democraten aan de deur om de folder Als de privacy vergaat (download hier) uit te delen.
Nu D66 niet langer deel uit maakt van de regeringscoalitie kan Pechtold het zich veroorloven om de privacy weer op de politieke agenda te zetten. Onder het mom van terrorismebestrijding worden volgens Pechtold allerlei maatregelen genomen die onze privacy inperken zonder dat het er veiliger van wordt. Het meest duidelijke voorbeeld is de identificatieplicht, waartegen hij zich als burgemeester van Wageningen al heeft verzet. Al die maatregelen zijn niet het gevolg van de aanslagen van elf september zoals vaak gedacht wordt, maar lagen al lang op de plank. Maar een beetje gechargeerd kun je misschien stellen dat bij sommige politici die aanslagen wel heel goed uitkwamen en wie weet wat er nog meer wordt voorbereid. Pechtold zei overigens wel dat hij niet geloofde in complottheorieën. De meeste kritiek heeft hij op het bewaren van elektronische verkeersgegevens. De EU heeft ruimte gelaten aan de lidstaten om te bepalen hoe lang die gegevens bewaard moeten worden, maar onze regering heeft gekozen voor achttien maanden, de langst mogelijke termijn. Een gedegen onderbouwing voor dit besluit ontbreekt. Andere voorbeelden zijn het Passenger Name Records System waar Europarlementarier Sophie in het Veld mee bezig is. Voor een reis naar de VS moeten vierendertig gegevens verplicht worden ingevuld waaronder creditcardgegevens en maaltijdkeuze. De SWIFT moet inzage verstrekken in bankoverschrijvingen over de hele wereld wat economische spionage mogelijk maakt. Er worden camera's en microfoontjes in vliegtuigstoelen bevestigd en tags aan bagage bevestigd.
Pechtolds belangrijkste kritiek is dat bij veel maatregelen die worden genomen de solide bescherming van de privacy niet nodig wordt bevonden om draagvlak voor repressie te krijgen en dat noemde hij buitengewoon ernstig. Er wordt ook niet naar het cumulatieve effect gekeken. Geen enkele maatregel, behalve de identificatieplicht heeft een horizon, ook daar probeerde minister Donner onderuit te komen door de evaluatie uit te stellen, maar D '66 heeft daar een stokje voor gestoken. Als goed D66er is Pechtold niet tegen de techniek maar pleit wel voor een goede regulering.