Volksverheffing.

Vr 3 Juli 2009 22:19 | Wouter ter Heide. | 2305 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

 

Als reactie op de leidende rol die Wouter Bos de elite toedicht in de concretisering van het verheffingsideaal (NRC Handelsblad van 24 juni), merkt Agnes Kant in de krant van 1 juli terecht op dat ‘niemand wacht op verheffing door Bos’. Helaas vergat zij daarbij aan te tekenen dat volksverheffing of algehele maatschappelijke vooruitgang het vermogen van elke politicus afzonderlijk te boven gaat. De partij van de betrokkene doet daar niets aan af. Dat wil echter niet zeggen dat volksverheffing een illusie is. Integendeel! Daarvoor zal de Haagse elite slechts duidelijk gemaakt moeten worden dat het geloof in het partijpolitieke bestel uitzichtloos is, omdat dit het algemeen belang (waar volksverheffing of algehele maatschappelijke vooruitgang in feite voor staat) blokkeert. In een dualistisch bestel zal het algemeen belang nu eenmaal nooit volledig uit de verf kunnen komen, omdat het monistisch van aard is en daardoor partijbelangen overstijgt.
Mocht in Den Haag de behoefte bestaan om ernst te maken met het behartigen van het algemeen belang, dan zal in de residentie dan ook de gedachte post moeten vatten dat de effectuering van het verheffings- of vooruitgangsideaal de ombouw vereist van ons dualistisch op strijd gestoeld bestel in een monistisch op consensus gestoeld bestel. Het enige bestel waarin het algemeen belang tot zijn recht kan komen, hoe ongrijpbaar (want niet persoons- en partijgebonden!) het desondanks zal blijven. Hopelijk voelt Agnes Kant zich geroepen om voor die baanbrekende ombouw de Haagse geesten rijp te maken, waar haar feilloze constatering dat ‘mensen willen dat de overheid weer hoeder wordt van het algemeen belang en van de publieke zaak’ naar verwijst, op indirecte wijze. Wat de bijwerking van dat ongehoorde initiatief betreft behoeft gelukkig niemand zich zorgen te maken, omdat het Wilders en zijn PVV vanzelf de wind uit de zeilen zal nemen, waar geen weldenkend mens (zowel binnen als buiten het Haagse circuit) rouwig om kan zijn.
Bron: NRC Handelsblad 24 juni/1 juli