STRAFFELOOSHEID/VAN KWAAD TOT ERGER
ZIE OOK
''Stel uw hart niet open voor het Kwade. Want als het Kwade eenmaal
in uw hart is, zal het erin gaan wonen en zult u het er niet meer
uit kunnen verdrijven''
''Wie met pek omgaat, wordt ermee besmet''
Aan deze twee zinnen dacht ik, toen ik kennis nam van de op 3 augustus anno
Domini 2015 door schrijver en historicus
Sandew Hira gehouden persconferentie in Suriname, [1] waarin hij
toelichting gaf op zijn voorstel aan president Bouterse, om
in een interview met hem getuigenis af te leggen over zijn betrokkenheid
bij het geweld, vanaf de aanloop naar de coup in 1980, de coup zelf en de
jaren daarna. [2]
Ik citeer Hira:
''Ik wil de Surinaamse gemeenschap in Suriname en in de diaspora informeren over het initiatief dat ik genomen heb om een grondig onderzoek te doen naar processen van geweld in de aanloop naar 25 februari 1980 en de jaren daarna en mijn voorstel aan president Bouterse om een getuigenis af te leggen over zijn betrokkenheid daarbij.'' [3]
Een verslag van die persconferentie was ook te lezen op Starnieuws. [4]
Zie geheel onder de link naar de persconferentie.
Hoe schoonklinkend, hoe indrukwekkend die ook verwoord,
het is niet meer of minder dan een poging, het
onverdedigbare te verdedigen en de verwerpelijke, dreigende
samenwerking met een ex dictator goed te praten.
Openstelling voor het Kwaad van straffeloosheid en het
bieden van een veilige haven aan politiek gangsterism.
Dat Hira denkt, hiermee de beste bedoelingen te hebben,
wil ik graag aannemen.
Maar juist daardoor dreigt hij weg te zinken in een moeras van
bedrog, list, duistere complotten en moord en doodslag, de handels
merken van de dictatuur waaraan Bouterse eens, met medeplichtigen
en aanhangers, vorm heeft gegeven.
Waarvoor een hoge prijs betaald is aan mensenlevens, wat Hira,
gezien zijn persoonlijke tragiek, al te bitter heeft ervaren.
DE PERSCONFERENTIE
VERANTWOORDING HIRA
De inhoud van het gezegde is indringend
, waarbij Hira's persoonlijke tragedie
aan bod komt, de totstandkoming van het contact met het netwerk
rond Bouterse, antwoord aan zijn critici,
de onderzoeksmethodieken en de verantwoording.
Ik zal hier ingaan op wat voor mij de essentie vormt:
zijn argumenten ten gunste van het interview met Bouterse
en de door de president af te leggen ''getuigenis''
Dit verwoordt hij in zijn antwoord op zijn critici [5]
waartoe, zoals de oplettende lezer gezien heeft, ondergetekende
behoort. [6]
Daarom ga ik hier nader opin.
Overigens verdeelt Hira de kritiek in ''kritiek, die hij respecteert''
en ''kritiek, die hij niet respecteert''
Onder die laatste rekent hij schrijver en publicist
Theo Para, een discussie waar ik verder buiten blijf.
Als niet aflatende strijder voor gerechtigheid in Suriname
respecteer ik Para zeer, maar het is aan hem, Hira eventueel
van repliek te dienen.
Niet aan mij.
Terug naar Hira:
Citaat
''De eerste soort is een oprechte kritiek die zich richt op twee argumenten. Het eerste argument is die van de rol van de rechtspraak. Het argument luidt: Bouterse moet in de rechtszaal een getuigenis afleggen.
Het tweede argument is die van de betrouwbaarheid van de getuigenis. Wie garandeert je dat Bouterse niet gaat liegen?
Ik toon mijn respect voor deze critici door hun argumenten serieus te nemen en inhoudelijke tegenargumenten te presenteren. We hoeven het niet met elkaar eens te zijn, maar door eerlijk en inhoudelijk op elkaar te reageren, tonen we onze respect voor elkaar.
Met betrekking tot het argument van de rechtspraak. Ik heb twee tegenargumenten.
Ten eerste, dertig jaar lang is deze weg geprobeerd en het heeft tot niets geleid. En niets wijst erop dat dat de komende jaren gaat veranderen. Ik ben moe van het wachten. Ik wil een einde aan ons lijden. En dat einde is mogelijk omdat de waarheid ons vrij kan maken. Er is nu een historische kans om gerechtigheid te realiseren door middel van waarheidsvinding. Gerechtigheid komt niet uitsluitend in de vorm van straf. Die kans wil ik niet laten lopen.
Ten tweede, in een situatie van politieke spanningen is de rechtszaal niet het instrument om gerechtigheid te bereiken. Dat heeft de praktijk geleerd en we zijn nog steeds niet in staat die les te trekken.
Andere landen hebben een manier gevonden om trauma’s op te lossen buiten de rechtszaal. In Zuid-Afrika is waarheidsvinding een instrument geweest om politieke spanningen op te lossen. Dat waarderen wij in Mandela. Waarom strekt die waardering zich niet uit naar Suriname? Waarom is waarheidsvinding wel een goed instrument voor Zuid-Afrika, maar niet voor Suriname?'' [7]
Ik zal niet ingaan op het door andere critici dan mij aangevoerde argument
over de echte/vermeende oprechtheid van het getuigenis van
Bouterse, omdat ik het idee van een ''getuigenis'' van Bouterse in
zijn geheel verwerp.
Dus of hij al dan niet ''de waarheid zal spreken'' doet er voor mij
niet toe, aangezien ik, dat is bekend, een warm pleitbezorger van
gerechtelijke vervolging ben. [8]
Nu naar de argumenten van Hira, als verwoord in bovenstaande:
WAARHEIDSCOMMISSIES VERSUS HIRA'S MODEL VAN
''GETUIGENIS''
Ter verdediging van zijn concept van waarheidsvinding via
een getuigenis merkt Hira op:
''Andere landen hebben een manier gevonden om trauma’s op te lossen buiten de rechtszaal. In Zuid-Afrika is waarheidsvinding een instrument geweest om politieke spanningen op te lossen. Dat waarderen wij in Mandela. Waarom strekt die waardering zich niet uit naar Suriname? Waarom is waarheidsvinding wel een goed instrument voor Zuid-Afrika, maar niet voor Suriname?''
Voordat ik terugkom op mijn visie op ''waarheidscommissies'', wil
ik Hira er graag op attent maken, dat zijn ''getuigenis'' concept iets anders
en nog minder verstrekkend is:
Een waarheidscommissie is de verzamelnaam van een van Overheidswege
ingestelde commissie, die onderzoek doet naar mensenrechtenschendingen
en daarover een publiek rapport uitbrengt.
Essentieel is dat er in het openbaar verantwoording wordt afgelegd,
confrontatie met de slachtoffers plaatsvindt en er soms harde kritiek
wordt geuit door de leden van de Commissie.
Wanneer de misdrijven eerlijk worden opgebiecht kan er sprake
zijn van [en is er meestal sprake van] amnestie. [9]
Wat Hira echter voorstelt is een ''getuigenis'' van Bouterse, die
hij niet publiekelijk aflegt, maar in een ''interview'' met Hira,
waarna het wordt aangeboden aan de voorzitter van de Nationale
Assemblee en wordt gearchiveerd in het Nationaal Archief Suriname.
Zo komt hij er nog makkelijker vanaf dan bij een zogenaamde
waarheidscommissie, waar tenminste nog een confrontatie
met de slachtoffers/nabestaanden plaatsvindt.
BEZWAREN
WAARHEIDSCOMMISSIES/ STRAFFELOOSHEID
Ook ik ben een bewonderaar van Mandela, wat overigens geen
blindelingse adoratie betekent [10] en ik begrijp de dilemma's
how to deal with apartheidscriminals, na de afschaffing van de
apartheid.
Ook besef ik, dat de vorming van de Zuid Afrikaanse Waarheids
en Verzoeningscommissie het resultaat is van jarenlange
politieke onderhandelingen tussen het ANC en de blanke
Nasionale Partij. [11]
Dat wil echter niet zeggen, dat ik een aanhanger van een dergelijk
systeem ben:
Wil een land doorgaan als werkelijke democratische rechtsstaat
waarin alle burgers recht hebben op vrijwaring van willekeur,
foltering en het recht op leven wordt eerbiedigd, moeten ernstige
mensenrechtenschendingen en [oorlogs] misdaden ook gerechtelijk
worden vervolgd.
Niet alleen geeft het nabestaanden en slachtoffers vaak geen
genoegdoening, als politieke misdadigers met een simpel
opbiechten vrijuit gaan, het is ook onrechtvaardig.
Immers geeft het de boodschap mee, dat politieke
gangsters [want dat zijn oorlogsmisdadigers en misdadigers
tegen de menselijkheid] er maar makkelijk mee weg komen.
Laat ik eens een grotesk voorbeeld geven:
Stel, dat na de Tweede Wereldoorlog hoge nazi's voor
een ''Duitse [of Geallieerde] Waarheids en Verzoeningscommissie
waren verschenen ''eerlijk'' hun misdaden tegen de menselijkheid
hadden opgebiecht en daarna amnestie gekregen hadden?
Dat was, terecht, de geschiedenis ingegaan als een van de
weerzinwekkendste travesties of justice.
Hoewel van een dergelijke gruwelijke situatie in Suriname
[gelukkig] geen sprake was, illustreert dit, dunkt mij,
de ongerijmdheid van een simpele ''getuigenis'' van
president Bouterse, onder wiens bewind, sinds de coup
en zijn verantwoordelijkheid als legerbevelhebber onder andere
sprake is geweest van:
De gewelddadige dood van Fred Ormskerk in mei 1980 een politiecel. [12]
Arrestaties, op vage gronden, van oud politici,
al dan niet gepaard gaande met mishandelingen.
Arrestatie en slechte detentieomstandigheden van
''dissidente'' militairen [Sital, Mijnals, Joeman, augustus
1980]
De standrechtelijke executie van tegencouper sergeant majoor
Hawker in maart 1982
De buitengerechtelijke executies van 15 critici van het
bewind Bouterse [de Decembermoorden]
De massamoord in bosnegerdorp Moiwana in 1986
door het Surinaamse leger onder hoofdverantwoordelijkheid
van de toenmalige legerbevelhebber en huidig president
Bouterse.
Alle tijdens de Binnenlandse Oorlog tegen de commandant van
het Junglecommando, R Brunswijk, begane oorlogsmisdaden
en mensenrechtenschendingen door beide partijen. [13]
Het lijkt mij duidelijk, dat een simpel ''getuigenis'' van
de verantwoordelijkheid van Bouterse hiermee niet volstaat.
Trouwens, laten we eerlijk zijn:
Bouterse is natuurlijk niet alleen verantwoordelijk:
In het concept van Hira mis ik het ter verantwoording roepen
van ALLE verantwoordelijke spelers tijdens de dictatuur Bouterse.
En tenslotte, terugkomend op de Zuid Afrikaanse Waarheids en
Verzoeningscommissie:
Zo rooskleurig als Hira de werking daarvan in Zuid Afrika
heeft voorgesteld, is het niet geweest:
Zo bleek uit een onderzoek van het Zuid Afrikaans Centrum voor de Studie van Geweld en Verzoening en de Khulumani Support Group onder honderden slachtoffers en nabestaanden van schendingen van de mensenrechten onder de Apartheid, dat de meesten van mening waren dat de waarheidscommissie niet had bijgedragen aan verzoening. Zij waren van mening dat gerechtigheid een voorwaarde is voor verzoening. De familie van de bekende anti-apartheidsactivist Steve Biko, die door de veiligheidspolitie was vermoord, noemde de Waarheids- en Verzoeningscommissie een ‘voertuig voor politiek opportunisme’ en klaagde het aan bij de rechter als ‘onconstitutioneel’. [14]
GETUIGENIS GEEN EINDE AAN LIJDEN, MAAR BITTERE
PIL
Zijn pleidooi voor de ''waarheidsvinding'', abusievelijk
verwijzend naar de waarheidscommissie in Zuid Afrika [dit is
immers alleen een ''getuigenis'' naar aanleiding van een een
op een gesprek tussen Bouterse en Hira] is erop
gebaseerd dat:
De rechtsgang tot nu toe niet is gelukt
Dat hij middels dat getuigenis een einde aan het lijden wil
Dat gerechtigheid niet uitsluitend komt in de vorm van straf [15]
Om met het eerste te beginnen
Dat de rechtsgang tot nu toe niet is gelukt, is geen
reden, het dan maar op te geven, integendeel.
Situations can change.
Dat Hira een einde aan het lijden wil, begrijp ik en
ik begrijp ook zijn emotie daarachter.
Echter, een simpele getuigenis zonder een rechtsgang
zal juist het lijden verergeren, omdat het een enorme psychologische
kater voor de nabestaanden kan vormen.
Ontkent Bouterse bepaalde betrokkenheden, zal de frustratie
groot zijn, wanneer hij wel eerlijk is, mogelijk nog groter, omdat
hij, ik blijf het herhalen, er dan wel gemakkelijk mee wegkomt.
Maar wat echt ''als een tang op een varken'' slaat iis
Hira's opmerking,
dat gerechtigheid niet uitsluitend komt in de vorm van straf.
Ja, dat kan gelden voor het stelen van een blikje bier
of het rijden
door oranje licht, maar niet voor [massa]moord, foltering,
buitengerechtelijke executies en dictatoriale terreur.
En wat voor maatschappelijk signaal zend je daarmee uit?
Waarom komen dieven en moordenaars in Suriname dan
wel voor het gerecht?
Laat ze een getuigenis afleggen, zij zijn nota bene geen
massamoordenaars......
EPILOOG
Hira's concept van het ''getuigenis'' van president Bouterse
over het geweld, waarbij hij betrokken geweest is, rammelt
aan alle kanten en is een pleidooi voor straffeloosheid.
Want zulke ernstige mensenrechtenschendingen dienen
vervolgd te worden in de rechtszaal.
Hier is geen fiets vernield, waardoor je van straf kan afzien.
Het lijden zal niet verlicht worden door het door Hira
gepromote getuigenis, maar juist toenemen, omdat
een ex dictator er er zo wel erg gemakkelijk vanaf komt.
Dit heeft niets met gevoelens van wraak te maken, maar
met het fundamentele principe, dat burgers van een land
moeten worden beschermd tegen tirannie, foltering
en vernedering.
Dat zij recht hebben op veiligheid.
Dat zij recht hebben op leven.
En die bescherming is het effectiefst, als de schenders
weten, dat ze gerechtelijk worden vervolgd.
Gebeurt dat niet, dan is het free for all en het recht van de
sterkste.
Dan wordt de weg vrij gebaand voor een volgende coup,
voor nieuwe onderdrukking......
35 jaar is er al straffeloosheid in Suriname met de
bijbehorende angst, het verdriet, de frustratie, het
lijden.
Mensen durven, ook in Nederland, zich vaak
nog steeds niet tegen de Decembermoorden of
ander onrecht tijdens de Bouterse dictatuur
uit te spreken.
Tijd om die cultuur van straffeloosheid en angst
te beeindigen door standvastiger dan ooit te ijveren
voor vervolging van Bouterse cs [wat hier inhoudt:
opheffing van de amnestiewet], gebaseerd op de internationale
standaarden voor een eerlijk en onafhankelijk proces.
Nog een persoonlijke waarschuwing aan het adres
van Hira.
Door in zee te gaan met mensen uit het netwerk van
president Bouterse en Bouterse zelf, begeeft hij zich
niet alleen in gevaarlijke kringen, maar corrumpeert hij
zichzelf.
Nog los van wat het hem emotioneel kan kosten.
Ik begrijp zijn persoonlijke zoektocht, maar met het bieden
van een way out aan Bouterse door middel van een
tot niets verplichtende getuigenis, kan hij wegzakken
in een moeras, waaruit hij zich niet meer zal kunnen
bevrijden.
''Wie slangen in zijn tuin loslaat, zal op een
kwade dag door hen gebeten worden''
De enige weg uit de hel, waarin Suriname is beland, is
die naar de rechtszaal leidt.
RECHT en waarheid maken vrij!
Astrid Essed