=RODE HOND.....

Za 31 Maart 2012 17:47 | clabamsk | 3315 keer bekeken | 0 reacties | 3 x aanbevolen | Artikel voorlezen

Beste lakeien, leden van de hofhouding én onderdanen/voetvolk,

Bij mij stroomt blauw bloed door de aderen. Sterker, ik ben naast van adel ook van Koninklijke Huize! Ik voel dan ook een stevige aandrang te reageren op de aansporing wat licht te laten schijnen over mijn Persoontje. Onbekend maakt onbemind! Altoos heb ik het een vorstelijk voorrecht gevonden tot de adellijke intimi van Europa te mogen behoren. Los daarvan, om maar meteen met de (paleis)toegang in huis te vallen: van honden heb ik nooit gehouden. Sterker nog, ik verafschuw ze!

Wellicht laat de zwangerschap van moeder één en ander verklaren. Als voormalig gehuwd Prinses deed de rode hond tijdens de voornoemde ‘negen maanden’ van mama mij in het geheel geen goed. U raadt het al;  ik zie daardoor geen hand voor ogen! Later tijdens wandelingen in de hofpriëlen heb ik veel van de jonge aanplant vertrapt en ettelijke bomen geraakt. Mijn zus Irene toonde ook toen daarover al weinig begrip richting mij. Ze kon over de bonje die ik had in onze paleisplantsoenen compleet buiten zinnen geraken. Terwijl ik bebloed en ontbrild rondstrompelde kreeg ik van mevrouw ook nog eens de volle laag. Haar intense liefde voor sterke stammen moet toen ontstaan zijn en heeft later die ietwat obsessieve dwang opgeleverd tot het in gesprek raken ermee. Je zus zo te zien afglijden. Triest.
 
Even terug naar Mijzelf. Op een 30ste april wist ik vanuit een grijze waas zelfs een tuimeling van de bordestrap niet te voorkomen. U zult opmerken: “Kon uw vader Bernard dan niet een oogje in het zeil houden?” Twee aandachtspunten daarover. Ik gelijk in geheel niets op mijn vader. Behalve die bril dan. Vaders blik viel ook op geheel andere zaken. In dit verband had hij het telkenmale over “lekkere wijven!” De sterke gelijkenis die ik bespeur, ondanks mijn visuele beperking, tussen mijzelf en een van onze hofhoveniers (v) is ronduit verbijsterend. Mijn halfzusjes kunnen daar uren over doorpraten. Hebben het in dit verband steeds over een “brevet van onvermogen”. Knagende emotionele armoede zou ik het rijkelijk willen noemen.

Mama heeft voor mijn beperkte blikveld in het verleden nog eens ene Greet ten paleize uitgenodigd. Door middel van handopleggingen, bidsessies en smerige kruidenmengsels moest ik wat beter uit mijn Koninklijke Doppen gaan kijken. Helaas bood dit geen soelaas. Een bijkomstigheid was dat pappie Greet niet kon luchten of zien want hij verloor elk overwicht op “mammie”. Die zelfs voor ons als kinderen wat los van de aarde geraakte. Ouwe Drees heeft toen zijn geringe gewicht nog in de schaal gelegd anders had ik als nakomeling van gescheiden ouders verder zinloos rondtastend dolend mijn weg moeten vervolgen. Zelfs voor een Koningskind (?) een wazige opdracht … 
Kortom: nood brak, niet voor óns geldende, wetten.

Auditief als ik ben, leek een muzikale vocale carrière een serieuze optie. Het louter inzetten van mijn Persoon bij ceremoniële plichtplegingen in de Lage Landen zou toch alleen tot kolderieke situaties hebben geleid. Bij het doorknippen van linten zou ik de schaar toch steevast in eigen vlees hebben gezet. Een schip dopen? De fles champagne zou altijd net voor de boeg zijn langsgeschoten. Bij de RVD kregen ze door mijn capriolen het maagzuur en de roddelpers rijkelijk gevulde kolommen. Opmerkelijk; geen enkele minister-president wilde voor mij ministeriële verantwoordelijkheid nemen. Ongehoord!

Muziek doet, zoals gezegd, mijn (!) trommelvliezen strelen. Een verademing na al die liefdeloze jaren met én zonder Golddigger Guillermo. Terwijl ik hem wel een aantal Koningskinderen baarde. Ondankbare hufter! Omdat een zangstudie binnen de landsgrenzen bij serieuze journalisten altijd wat moeilijk lag besloot ik met “De Groene Draeck” naar New York af te reizen. Geen herkenning, hooguit nastaring. Om begrijpelijk redenen. Ik oefende en oefende. Zonder muziekpapier uiteraard. Maar als een echte Oranje, eigenzinnig, trots en afstandelijk, ontwikkelde ik mijn stem en gebutste zelfvertrouwen. Zodanig dat de echte muziekkenners er razend (...) enthousiast van geraakten. Multi-talent Rob de N. (brildragend) nam zelfs een duet met me op en noemde me liefdevol “Malle Babbe”.

Terug op Nederlandse klei, ik moest meteen aan onze glorieuze intocht vanuit Canada denken, kreeg ik een heus platencontract aangeboden. Louter vanwege mijn muzikale hoogstandjes is mij bij hoog en laag verzekerd! Zus Bea was “not amused”, zwager Pieter verschrikkelijk jaloers en zus Irene zag haar boekenverkoop dramatisch dalen. Neef Alex stond het water in de schoenen en mijn ex … deed mij opnieuw een huwelijksaanzoek! Mallerd! Mijn kerstceedee verkocht als een tierelier want het volk vreet alles wat met ons Huis te maken heeft. Ook “The me nobody knows” bestormde de album top 100. De royalty’s waren vorstelijk!

Nu heb ik mij begeven in het schnabbelcircuit. Een gerenommeerd evenementenbureau zet mij in voor bruiloften en partijen. Maar vóóral toch voor crematies en Oranje-uitvaarten. Ook weer tegen kostelijke gages! Ja, overtuigde monarchisten worden oprecht emotioneel van mij. Ik overtuig daarmee dan iedereen meteen van het feit dat Koninklijk niet synoniem is voor parades, bijzettingen, staatsbezoeken, lintjes, hoedjes, bier, koek en Oranjetelgen werpen. Voor verdere info verwijs ik U, onderdanen, graag naar de kleurrijke, Koninklijke site. Waarop ik helaas volstrekt onzichtbaar ben!

Met gepaste afstandelijke groet,
Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Christina (voorheen: Marijke).