Vragen betreft TERRORISME: Overheid weigert te antwoorden.
Mijn orginele vragen waren aan het ministerie van Justite waren:
Onderwerp: Uw angst spotjes in de klas over terrorisme
Vraag: Geachte mevrouw, mijnheer,
Hiebij wil ik reageren op uw spotje:
Campagne Nederland tegen terrorisme - lerares (televisie)
1. Kunt u mij uitleggen in welke internationale rechtbank welk land
(of welke daders ) veroordeelt zijn voor welke terroristische aanslagen
?
Als overheids instelling zult u toch niet de burgers lastig vallen
met vermoedens of aannames welke uitsluitend door de media verspreid
worden ?
2. Bent u bekend dat het zaaien van angsten wettelijk verboden is onder het strafrecht in Nederland.
3. Hierbij protesteer ik dat u onbekende terroristische aanslagen koppelt aan het recht op het uiten van je eigen mening.
4. Welke opleiding heeft u als overheid gegeven aan welke scholen,
leerkrachten om zich terroristen bestrijders te mogen noemen. Leidt
deze opleiding
tot terroristen bestrijder tot een diploma terroristen bestrijder
? En hoeveel leerkrachten werken al als terroristenbestrijders met onze
kinderen op de kleuterscholen, op het basis onderwijs ? En hoeveel
kinderen zijn al opgepakt als terrorist in Nederland en veroordeelt
door de rechtbank.
U ziet uw campagne roept nogal wat vragen op.
Gaarne zie ik uw beantwoording tegemoet.
Bij onvoldoende motivatie houdt ik me de vrijheid voor om uw campagne laten toetsen door de Reclame code commissie.
In afwachting van uw reactie,teken ik,
Adrian.
De reactie van het ministerie van Justitie:
Geachte heer de Boer,
Vriendelijke dank voor uw reactie. Ik ben zo vrij om binnen uw e-post te reageren d.m.v. ==>
Persvoorlichting - NCTB schreef:
>
> Geachte heer,
>
> Hartelijk dank voor uw interesse in de campagne Nederland tegen terrorisme.
>
> Ik ben helaas niet in de positie om alle internationale
veroordelingen van terrorisme toe te lichten zoals u vroeg in uw eerste
vraag, noch toe te lichten hoe deze uitspraken en mediaberichtgeving
zich verhouden tot de nieuwe campagne.
==> Heer de Boer, als de overheid campagnes opzet zijn deze
campagnes hopelijk toch wel gebasseerd op feitelijke situaties in de
wereld. Hierbij herhaal ik mijn vraag: Naar aanleiding van welke
terroristische aanslag heeft mijn overheid besloten tot deze campagne ?
>
> Iedereen heeft het recht om zijn mening te uiten, en
haatzaaien is bij wet verboden. Dat is ook de reden om mensen op te
roepen tot dialoog, dat is namelijk wat we met de spotjes hebben
beoogd. Ook laten de spotjes zien wat er wordt gedaan om radicalisering
te voorkomen en wie daar op welke manier een bijdrage aan leveren. We
belichten daarbij voornamelijk de professionals: de wijkagent, de
docent en de jongerenwerker.
==> Het zal u niet ontgaan zijn dat de Nederlandse burger op
dit moment Moslim moe begint te geraken. De constante negatieve
berichtgeving door onze overheid over Moslims heeft niets van doen met
een dialoog. Wij als burgers ervaren dat onze overheid bezig is met een
haat zaai campagne tegen de Moslim gemeenschap. Nergens uit blijkt dat
Nederlanders en Moslims of Nederlanders onderling beperkingen hebben
betreft de onderlinge dialoog. U bent wel bekend met deze beperkingen,
want u zet deze campagne op. Uit welk bronmateriaal heeft u kennis
genomen van deze beperkingen ?
Leraren en jongerenwerkers zijn geen terrorismebestrijders en dat
wil de regering ook niet van ze maken. Leraren leren jongeren met
elkaar het gesprek aan te gaan, stellen omgangsregels en brengen kennis
bij zodat jongeren weten waarover ze discussiëren. Leraren kunnen
lespakketten downloaden van de website om in de klas te gebruiken. De
lessen gaan over zelfontplooiing en mediaberichtgeving in relatie tot
radicaal en extremistisch gedachtegoed.
==> Hoogst eigenaardig dat u in uw spotjes leerkrachten ten toon stelt als terroristen bestrijders.
Bent u bereid deze spotjes te rectificeren ?
U stelt als overheid omgangsregels op. Nu is ieder Nederlander
gewaarborgd van zijn burgerrechten vastgelegd in de EVRM en de IVBPR.
Welke zijn de wettelijke vastgelegde omgangsregels die het parlement heeft goed gekeurd voor de Nederlandse burgers ?
>
> Jongeren, kinderen zoals u wilt, zij het dan vanaf een jaar of
16, zijn vatbaar voor radicale ideeën. Dat is inherent aan hun leeftijd
en hun manier om een weg te zoeken in de maatschappij. Soms loopt dat
uit de hand, en in sommige gevallen zo erg dat jongeren zich
organiseren en geweld willen gebruiken om hun gelijk te halen. De leden
van de Hofstadgroep bijvoorbeeld. Andere voorbeelden kunt u terugzien
op www.zestienmiljoenrechters.nl.
==> Het is stuitend dat u als onze overheid de Hofstad groep
aanhaalt als terroristische groepering ! Het bleek achteraf dat juist
onze overheid d.m.v. de AIVD deze door u als terroristische groepering
betitelde groep wilde voorzien van wapens.
Dit is uitvoerig door o.a. de KRO reportter besproken.:
http://reporter.kro.nl/uitzendingen/2005/1130_m...
"Op 28 oktober 2005 berichtten KRO's Netwerk en NRC Handelsblad
over Saleh B., een 28-jarige man van Marokkaanse afkomst uit Rotterdam,
die volgens verschillende leden van de Hofstadgroep door de geheime
dienst (AIVD) als informant is ingezet in tenminste zes
terreuronderzoeken."
en
"Saleh B. zou onder meer vier handgranaten hebben geleverd aan de
Hofstadgroep. Eén van die granaten werd eind 2004 naar een
arrestatieteam van de politie gegooid bij de inval in een woning in de
Antheunisstraat in Den Haag. De explosie, die vier agenten verwondde,
leidde tot een urenlange belegering van het Laakkwartier."
Omdat zoals u aangeeft u het belangrijk vind dat u uw werkgevers
juist geinformeerd worden via uw site heb ik de vraag of u uw
werkgevers (de burgers) hieromtrent ook informeert via uw site ?
In afwachting van uw specifieke reactie,
teken ik,
Hoogachtend,
w.g.
En toen werd het heel erg stil bij het ministerie:
Geachte heer,
Hartelijk dank voor uw reactie.
Ik ben echter van mening dat ik uw vragen in de eerdere e-mail al heb beantwoord.
Ik wil niet via de e-mail een discussie aangaan. Op het forum van Nederland tegen terrorisme.nl kunt u uw mening kwijt.
Met vriendelijke groet,
Mark de Boer