Stress en RSI kosten jaarlijks 6 miljard

Vr 10 Februari 2006 11:42 | Aurora*b | 2367 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen



Uitgegeven: 9 februari 2006 16:23
Laatst gewijzigd: 9 februari 2006 16:53

DEN HAAG - Stress en RSI door het werk kosten de samenleving jaarlijks naar schatting 6 miljard euro. Ieder jaar meldt 2 tot 4 procent van de werknemers zich ziek vanwege stress op het werk. 15 procent krijgt door het werk klachten aan arm, nek of schouder die tot beperkingen leiden.

Dat staat in een rapport van onderzoeksbureau TNO dat staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken donderdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De bewindsman gaat ervan uit dat de cijfers de werkgevers en werknemers aansporen tot een effectieve aanpak van de problemen. "Het onderzoek maakt duidelijk dat men daar ook financieel veel baat bij heeft."

TNO deed in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken onderzoek naar gezondheidsschade en kosten van stress en RSI.

Werkdruk

Jaarlijks melden 150.000 tot 300.000 werknemers zich ziek wegens stress. Die kan worden veroorzaakt door een te hoge werkdruk, maar bijvoorbeeld ook door agressief gedrag van klanten, pesterijen van collega's of eentonig werk.

De onderzoekers schatten dat een op de zeven WAO'ers door stress op het werk arbeidsongeschikt is geworden. Dat kost jaarlijks 1,7 miljard euro aan uitkeringen. De totale kosten van stress voor ondernemers en overheid worden geschat op 4 miljard euro per jaar.

Ziekteverzuim

Ieder jaar gaan 340.000 tot 675.000 werknemers naar de dokter met klachten aan arm, nek of schouder die veroorzaakt worden door het werk. De gezondheidsklachten kosten volgens TNO jaarlijks 2 miljard. De grootste kostenposten zijn ziekteverzuim (bijna 1 miljard) en verminderde arbeidsproductiviteit (800 miljoen).

Volgens TNO kan bestrijding van stressfactoren vooral in de industrie, gezondheidszorg, handel, overheid en de sector vervoer en communicatie besparingen opleveren. Als het gaat om RSI dan is de top vijf gezondheidszorg, industrie, onderwijs, bouw en handel.


Bron: anp