'Trekvogels geen bewezen rol in verspreiding vogelgriep'
ZEIST - Bewijs ontbreekt dat trekvogels betrokken zijn bij het verspreiden van het gevaarlijke vogelgriepvirus H5N1. In een brief aan de Tweede Kamer roept Vogelbescherming Nederland minister Veerman van Landbouw en de Tweede Kamerleden op hierover "geen onbewezen uitspraken" meer te doen.
Tienduizenden trekvogels, die uit voorzorg getest zijn op het virus, bleken niet besmet te zijn met de ziekte. "Veel waarschijnlijker is het dat het virus is verspreid door transport van besmet pluimvee of vlees van pluimvee en eenden, aldus de organisatie woensdag. "Formeel is het nog niet bewezen", stelt ook viroloog A. Osterhaus. Wel gaat hij ervan uit dat de trekvogels naast andere factoren als handelstransporten een rol spelen in de verspreiding.
"Als je ziet hoe snel het virus zich vorig jaar vanuit China richting Siberië, Kazachstan en over de Oeral richting Oost-Europa verspreidde, dan is dat wel erg snel geweest." Volgens de vogelbeschermers volgt het verspreidingspatroon van de ziekte niet de trekroutes. Ook ontbreken vogelgriepuitbraken op plekken in "Afrika, Zuid- en Zuidoost-Azië en Australië", waar trekvogels uit besmette regio's zijn neergestreken voor overwintering.
"Onze boodschap is: staar je niet blind op de vogeltrek", aldus een woordvoerder van de Vogelbescherming. De politiek kan zich volgens de vogelliefhebbers beter concentreren op maatregelen als strikte controles aan de grens en vaccinatie, die bewezen risico's verkleinen. Japan en Zuid-Korea hebben op deze manier nieuwe uitbraken van het virus weten te voorkomen.
Veerman kondigde vorige week in de Tweede Kamer aan dat het pluimvee in gebieden met veel trekvogels komend voorjaar mogelijk opnieuw op stok moet. De zegsman stelt dat de Vogelbescherming in principe niet tegen de ophokplicht is. De Dierenbescherming kant zich wel tegen het nieuwe ophokplan.
De organisatie trekt de rol van de trekvogels hierbij net als de Vogelbescherming in twijfel. "Het besmettingsrisico is zo gering, dat het niet opweegt tegen het welzijnsleed dat de dieren aangedaan wordt als ze moeten worden opgehokt", aldus de Dierenbescherming.
Sinds vorig jaar worden volgens Osterhaus iedere week "enkele honderde wilde vogels" op het vogelgriepvirus onderzocht. Daarbij zijn enkele milde varianten van het H5-virus gevonden, maar nog niet de levensgevaarlijke versie, het zogenoemde hoogpathogene virus.