Verdonk neemt niets terug van kritiek op Taïda
Verdonk neemt niets terug van kritiek op Taïda
ANP
DEN HAAG - Minister Verdonk (Vreemdelingenzaken) heeft in de Tweede Kamer niets terug genomen van haar uitspraken over de Kosovaarse scholiere Taïda Pasic. Wel heeft ze gezegd Taïda nooit zwart te hebben willen maken toen ze haar zondag in het openbaar beschuldigde van fraude. Verdonk wilde daarmee naar eigen zeggen alleen de ‘feiten op een rijtje zetten’.
Dat zei de minister dinsdag in het vragenuurtje in de Tweede Kamer. Met name Kamerlid Vos van GroenLinks, die haar ter verantwoording had geroepen, meende dat Verdonk de media had opgezocht om Taïda zwart te maken.
Volgens Verdonk is er in de afgelopen tijd vooral eenzijdige en gekleurde informatie over Taïda naar buiten gekomen. Ze heeft geprobeerd dat recht te zetten met haar opmerkingen in De Telegraaf. Dat is volgens Verdonk in het belang van de Staat en de medewerkers die het vreemdelingenbeleid uitvoeren, maar ook in dat van de leerlinge zelf opdat zij helderheid over haar toekomst krijgt.
Fractieleider Halsema van GroenLinks, die zich opnieuw verbaasde over de hardvochtigheid van de minister, zei dat Verdonk handelt alsof ze ten strijde trekt tegen een vreemde mogendheid.
‘Taïda is maar een meisje, ze kan zich niet verweren’, zei Halsema. Ook wees ze erop dat fraude geen feit is, maar een onbewezen kwalificatie. Kamerlid Lambrechts van regeringspartij D66 vroeg zich bovendien af of het pas geeft om Taïda, die ervan droomt hier een diploma te halen, publiekelijk aan de ‘schandpaal’ te nagelen.
Verdonk stelde dat Taïda oneigenlijk gebruik heeft gemaakt van Nederlandse voorzieningen. Zo had het meisje een toeristenvisum voor Frankrijk aangevraagd, maar vervolgde ze haar reis naar Nederland. De geldigheidstermijn van het visum was daarnaast ruim verlopen.
Bovendien had het meisje in haar land van herkomst moeten wachten op haar voorlopige verblijfsvergunning om haar vwo in Nederland af te kunnen maken. De aanvraag werd afgewezen, omdat er volgens Verdonk in Kosovo gelijkwaardig onderwijs voor Taïda is.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zal de scholiere uiterlijk 20 februari horen, waarna de dienst een definitief besluit neemt in haar zaak. Verdonk mag haar tot die tijd niet uitzetten, zo oordeelde de rechtbank in Amsterdam vrijdag.
Eerder zat Taïda in het uitzetcentrum in Rotterdam. De rechtbank in Groningen heeft echter bepaald dat ze de beslissing over haar uitzettingsprocedure in vrijheid mag afwachten. Tegen die uitspraak gaat Verdonk in hoger beroep, zo kondigde ze aan