Psychofarmaca: Geneesmiddelen of kwakzalverij?

Zo 5 Februari 2006 12:21 | Aurora*b | 3732 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

Door Lawrence Stevens, Advocaat

Vertaald uit het Engels



Psychofarmaca zijn waardeloos, en de meeste zijn schadelijk. Velen veroorzaken blijvende hersenschade met de gewoonlijk voorgeschreven doseringen. Psychofarmaca en het beroep dat ze propageert zijn gevaarlijk voor uw gezondheid.

"ANTIDEPRESSIVA": The Comprehensive Textbook of Psychiatry/IV (Het omvattend leerboek van de psychiatrie, deel IV) gepubliceerd in 1985, zegt "De tricyclische type farmaca zijn de meest effectieve soort antidepressiva." (Williams & Wilkins, p. 1520). Maar in zijn boek, Overcoming Depression (Het beheersen van depressie) gepubliceerd in 1981 zegt Dr. Andrew Stanway, een Britse arts, "Als antidepressiva werkelijk zo effectief waren als wordt beweerd, dan zouden ziekenhuisopnames sterk zijn verminderd tijdens de twintig jaar dat zij beschikbaar zijn. Helaas, dit is niet gebeurd. … Vele onderzoeken hebben aangetoond dat de tricyclische middelen nauwelijks effectiever zijn dan neppillen, en sommigen hebben zelfs aangetoond dat ze minder effectief zijn dan neppillen." (Hamlyn Publishing Group, Ltd., p. 159-160). In zijn leerboek Electroconvulsive Therapy (Behandeling met electroschok), legt Richard Abrams, arts, Hoogleraar Psychiatrie bij de School voor Medicijnen in Chicago, V.S., uit waarom de in 1988 uitgegeven editie bijgesteld moest worden tegenover de editie van zes jaar eerder: "Tijdens deze zes jaren is de interesse in electroschok enorm toegenomen. … Wat is verantwoordelijk voor deze volte-face in de Amerikaanse psychiatrie? Teleurstelling in de antidepressiva, misschien. Er zijn geen gevonden die meer nut hebben dan imipramine [een tricyclische farmacum], nu meer dan 30 jaar oud, en meer recentelijk in gebruik genomen middelen zijn of minder effectief, of meer toxisch, of allebei." (Oxford Univ. Press, p. xi). In dit boek zegt Dr. Abrams "Ondanks de beweringen van de fabrikanten, is er geen noemenswaardige vooruitgang in de farmacologische behandeling van depressie geweest sinds die introductie van imipramine in 1958." (p. 7). In het voorwoord van zijn boek, zegt Max Fink, arts, hoogleraar psychiatrie bij de Staat Universiteit van New York bij Stony Brook, dat de reden voor het toenemen van electroschok (ECT) als "therapie" als een behandeling voor depressie, is wat hij noemt "Teleurstelling met de doeltreffendheid van psychofarmaca." (p. vii). In zijn boek Psychiatric Drugs: Hazards to the Brain (Psychofarmaca: een gevaar voor de hersenen) gepubliceerd in 1983, bevestigt de psychiater en arts Peter. R. Breggin: "De meest fundamentele stelling over de vaakst gebruikte antidepressiva is dat zij geen specifiek antidepressieve werking hebben. Net als de neuroleptica waar zij zo nauw aan verwant zijn, zijn ze zeer neurotoxisch en verzwakken ze de hersenen, en bereiken hun werking door het verstoren van normale hersenfunktie. … Alleen de 'klinische mening' van voorstanders van psychofarmaca ondersteunen enig antidepressieve werking. (Springer Pub. Co., pp. 160 & n184). In een artikel in het tijdschrift Newsweek van 7 februari, 1994, staat dat "Prozac…en zijn chemische neefjes Zoloft en Praxil niet meer werking hebben dan oudere behandelingen voor depressie." (p. 41). De meeste mensen die ik heb gesproken en die zogenaamde antidepressiva hebben gebruikt, inclusief Prozac, vertelde dat ze voor hun geen werking hadden. Dit werpt twijfel op de vaak gemaakte bewering dat 60% of meer van de mensen die z.g. antidepressiva gebruiken er baat bij hebben.

LITHIUM: Het wordt beweerd dat lithium helpt bij mensen wiens stemming herhaaldelijk wisselt van vreugde naar wanhoop en terug. Psychiaters noemen dit manisch-depressief of biopolaire buiaandoening. Lithium werd voor het eerst omschreven als een psychofarmacum in 1949 door de Australische psychiater John Cade. Volgens een leerboek van de psychiatrie, "Tijdens het uitvoeren van dierproeven merkte Cade dat de dieren van lithium lethargisch werden, dus kwam hij op het idee dit middel toe te dienen aan enkele drukke psychiatrische patiënten." Het leerboek omschrijft dit als "een keerpunt in de geschiedenis van psychofarmacologie." (Harold I Kaplan, arts, & Benjamin J. Sadock, arts, Clinical Psychiatry, Williams & Wilkins, 1988, pr. 342). Overigens, als men niet lethargisch wilt zijn, lijkt het gebruik van lithium weinig gunstig. Een voorstander van het gebruik van lithium als een psychiatrische behandeling geeft toe dat lithium veroorzaakt "een lichtelijk gedeprimeerd, in het algemeen lethargisch gevoel." Hij noemt het "de standaard lethargie" veroorzaakt door lithium. (Roger Williams, "A Hasty Decision? Coping in the Aftermath of a Manic-Depressive Episode," [Een overhaastig besluit? Leven met de nasleep van een manisch-depressieve episode] American Health magazine, [tijdschrift Amerikaanse gezondheid] oktober 1991, p. 20). In overeenkomst hiermee, kreeg een van mijn familieleden de diagnose manisch-depressief en werd lithium carbonaat voorgeschreven. Hij vertelde mij, jaren later, "Lithium isoleerde mij van de hoogtepunten maar niet van de dieptepunten." Het zou ons niet moeten verbazen dat een lethargie-inducerend middel zoals lithium deze werking heeft. Het is merkwaardig dat psychiaters soms beweren dat lithium depressieve gevoelens bestrijdt, terwijl lethargie-inducerende middelen zoals lithium (en zoals de meeste psychofarmaca) juist gevoelens van wanhoop en ongeluk bevorderen - ook al worden ze antidepressiva genoemd.

SEDATIEVEN: Bij deze categorie inbegrepen zijn Valium, Librium, Xanax, en Halcion (in Nederland veel gebruikt worden Seresta, Normison en vele andere dergelijke middelen). De artsen die ze voorschrijven zeggen dat ze een kalmerende, anti-angst, paniek-onderdrukkende werking hebben of nuttig zijn als slaapmiddelen. Een ieder die deze beweringen gelooft zou naar de dichtst bij zijnde bibliotheek moeten gaan en het artikel "High Anxiety" (Grote angst) lezen in het tijdschrift Consumer Reports (Consumenten verslagen) van januari 1993, of lees hoofdstuk 11 in Toxic Psychiatry (Toxische psychiatrie) (St. Martin's Press, 1991), door de psychiater Peter R. Breggin. Allebei beweren dat het omgekeerde eerder waar is. Zoals alle of bijna alle psychofarmaca, genezen de sedatieven niets, maar verzwakken zij enkel de hersenen. In een klinische proef, ontwikkelde 70% van de gebruikers van Halcion "verlies van geheugen, depressie en paranoia." ("Halcion fabrikant Upjohn Co. verdedigt controversiële slaapmiddel" Miami Herald, 17 december 1991, p. 13A). Volgens de Newsweek van 17 februari 1992, "Vier landen hebben het middel verboden." (p. 58). In zijn boek Toxic Psychiatry zegt Dr. Peter Breggin over de sedatieven, "Zoals bij de meeste psychofarmaca, leidt het gebruik van het middel op den duur to een toename van juist de symptomen die het was verondersteld te doen afnemen." (Idem, p. 246).

In tegenstelling tot de bewering dat sedatieven, neuroleptica en z.g. antidepressiva effectief zijn als slaapmiddelen, is hun werkelijke werking het blokkeren van echte slaap. Toen ik met een vriend die medicijnen studeerde een psychiatriecollege bijwoonde, vertelde de docent ons, "Onderzoek heeft aangetoond dat we niet hoeven te slapen, maar we moeten wel dromen." De droomfaze van het slapen is het belangrijke deel. De meeste psychofarmaca, inclusief die gepropageerd worden als zijnde slaapmiddelen of sedatieven, blokkeren deze belangrijke droomfaze van slapen, en bewerkstelligen een staat die op slaap lijkt, maar in feite een droomloos onbewustzijn is - niet slaap. M.a.w., slapen is een belangrijk geestelijke activiteit die met de meeste psychofarmaca belemmerd of gestopt wordt. Een gezondheidstijdschrift adviseert, "Neem slaapmiddelen nooit tenzij op voorschrift van een arts, en ook dan nooit langer dan tien achtereen volgende nachten. Afgezien dat ze hun werking verliezen en verslavend zijn, voorkomen slaapmiddelen de droomfaze van het slapen, het geen essentieel is voor geestelijke gezondheid." (Het tijdschrift Going Bonkers, eerste uitgave, p. 75). Proeven met normale mensen en slaap onthouding tonen aan dat gebrek aan slaap, wanneer voortdurend, leidt tot hallucinaties. (Maya Pines, The Brain Changers, Harcourt Brace Jovanovich, 1973, p. 105). Dus wat zou een van de logische gevolgen zijn van het gebruik van middelen die echte slaap blokkeren?

NEUROLEPTICA: Zo schadelijk als de z.g. antidepressiva, lithium, en de z.g. anti-angst middelen of sedatieven zijn, ze zijn nog lang niet zo schadelijk als de middelen die "antipsychotica" of "middelen tegen schizofrenie" of "neuroleptica" worden genoemd. Inbegrepen bij deze categorie zijn in Nederland Largactil, Haldol, Impromen, Leponex, Melleril , Semap, Orap, Dogmatil, Dipiperon, Zyprexa, Risperdal en vele andere. In termen van de psychologische werking veroorzaken deze middelen ellende - niet rust. Ze wissen lichamelijk en neurologisch een groot deel van de gebruiker zijn capaciteit om te denken en doen, zelfs bij de gewoonlijke doseringen. Door mensen hun functioneren te belemmeren is het mogelijk iedere vorm van denken of gedrag die de "therapeut" afkeurt te onderdrukken. Maar dit is eenvoudig mensen gehandicapt maken, niet therapie. Het middel belemmert tijdelijk of schaadt permanent de gewenste aspecten van de persoon z'n karakter met de ongewenste. Of en in hoe verre de handicap veroorzaakt door het middel kan terug gedraaid worden hangt af van hoe lang het middel is gebruikt and hoe groot de dosis. De z.g. antipsychotica/neuroleptica schaden de hersenen duidelijker, erger en meer permanent dan alle andere middelen die in de psychiatrie gebruikt worden. Joyce G. Small, arts, en Iver F. Small, arts, beiden hoogleraren in de psychiatrie bij de Universiteit van Indiana, V.S., leveren kritiek op psychiaters die gebruik maken van "psychoaktieve medicatie waarvan bekend is dat ze neurotoxische effecten hebben" en spreken van "de groeiende herkenning van langdurige, en soms onomkeerbare belemmeringen van hersenfunctie veroorzaakt door neuroleptica. In dit geval zijn de symptomen van hersenbeschadiging niet subtiel maar overduidelijk aan ieder die de persoon ziet!" (Behavioral and Brain Sciences, [Tijdschrift voor Gedrag en Hersenwetenschappen] voor Maart 1984, vol. 7, p.34). Volgens Conrad M. Swartz, arts en hoogleraar psychiatrie bij de School voor Medicijnen in Chicago, VS, "Alhoewel neuroleptica verlichting geven in psychotische angsten, hun sedatieve werking wist de fijne detailles van de persoonlijkheid uit, o.a. initiatief, emotionele reaktievermogen, enthousiasme, sexualiteit, alertheid, en inzicht. … Dit is nog boven op bijverschijnselen zoals onvrijwillige bewegingen die permanent kunnen zijn en dus een teken van hersenschade." (Behavioral and Brain Sciences, maart 1984, vol. 7, p. 37-38.) Een verslag in 1985 in de Mental and Physical Disability Law Reporter (tijdschrift voor wetten over geestelijke en lichamelijke handicaps) geeft aan dat rechtbanken in de V.S. uiteindelijk zijn gaan herkennen dat het onvrijwillig toedienen van z.g. neuroleptica/antipsychotica in strijd is met het grondrecht op vrijheid van meningsuiting, "Omdat … antipsychotica kunnen serieus en zelfs permanent de capaciteit van een individu om te denken en te communiceren aantasten." ("Involuntary medication claims go forward" [onvrijwillige medicatie claims gaan verder], januari-februari 1985, p. 26, nadruk toegevoegd). In Molecules of the Mind: The Brave New Science of Molecular Psychology (Moleculen van de geest: de vernieuwende wetenschap van moleculaire psychologie), constateert de hoogleraar Jon Franklin, "Dit tijdperk kwam samen met een groeiend besef dat niet alleen dat de neuroleptica schizofrenie niet genezen - ze beschadigen zelfs de hersenen. Plotseling werden de psychiaters die ze gebruikte, al zoals hun patiënten op de rand van de maatschappij, verdacht van nazisme en erger." (Uitgeverij Dell, 1987, p. 103). In zijn boek Psychiatric Drugs: Hazards to the Brain (Psychofarmaca: gevaren voor de hersenen) stelt de psychiater Peter Breggin dat "de psychiatrie heeft een epidemie van neurologische ziekte op de wereld geworpen," die "bereikt een tot twee miljoen mensen per jaar." (pp. 109 & 108). In ernstige gevallen wordt hersenschade van neuroleptica gekenmerkt door abnormale lichaamsbewegingen genaamd tardieve dyskinesie. Overigens is tardieve dyskinesie enkel het topje van de ijsberg van door neurolepticum veroorzaakte hersenschade. Hogere geestelijke functies zijn meer kwetsbaar en worden belemmerd vóór de basisfuncties van de hersenen zoals motorische sturing. De hoogleraar psychiatrie Richard Abrams heeft bevestigd dat "Tardieve dyskinesie is nu gesignaleerd ook na korte periodes van behandeling met neuroleptica." (in: Benjamin B. Wolman (redacteur), The Therapist's Handbook: Treatment Methods of Mental Disorders [Handleiding voor de therapeut, behandelingsmethodes van geestelijke aandoeningen], Van Nostrand Reinhold, 1976, p. 25). In zijn boek The New Psychiatry, gepubliceerd in 1985, stelt de hoogleraar psychiatrie van de Universiteit van Columbia, V.S., Jerold S. Maxmen: "De beste manier om tardieve dyskinesie te voorkomen is om helemaal geen antipsychotica te gebruiken. Behalve in de behandeling van schizofrenie, is het gebruik er van nooit meer dan twee of drie maanden achter elkaar verantwoord. Het criminele is dat veel te veel patiënten antipsychotica worden toegediend zonder legitieme reden." (Mentor, pp. 155-156). In feite gaat Dr. Maxmen niet ver genoeg. Zijn voorstelling van de z.g. antipsychotica/neuroleptica als crimineel geldt voor alle mensen, met inbegrip van de genen die schizofreen worden genoemd, ook wanneer de middelen niet zo lang worden toegediend dat de veroorzaakte hersenschade zich vestigt als tardieve dyskinesie. De auteur van het voorwoord van een boek door vier artsen gepubliceerd in 1980, Tardive Dyskinesia: Research & Treatment (Tardieve Dyskinesie: onderzoek & behandeling) leverde commentaar als volgt: "In de late jaren '60 heb ik de literatuur over tardieve dyskinesie samen gevat… De meeste psychiaters negeerde het probleem geheel of trachtte vergeefs om te bewijzen dat deze abnormale bewegingen klinisch onbelangrijk waren of niets te maken hadden met de farmaceutisch therapie. Ondertussen kregen steeds meer patiënten te maken met tardieve dyskinesie, en de symptomen in die mensen die al leden aan deze aandoening werden erger. … er zijn weinig onderzoekers of clinici die nog twijfelen aan de iatrogene (veroorzaakt door artsen) eigenschap van tardieve dyskinesie. … Het blijkt dat hoe meer we leren over de toxische gevolgen van neuroleptica op het centrale zenuwstelsel, hoe meer we een dringende behoefte zien om onze huidige praktijken van farmacagebruik te wijzigen. Het is catastrofaal dat veel artsen door gaan met het voorschrijven van psychofarmaca in overdreven hoeveelheden, en dat veel psychiatrische inrichtingen nog geen beleid hebben ontwikkeld betreffende de beheersing en het voorkomen van tardieve dyskinesie. Als dit boek, dat de meningen van de deskundigen in dit vak weergeeft, een zetje kan geven tegen de laksheid van veel psychiaters, zal dat geen kleine prestatie zijn." (in: William E. Fann, arts, et al., Tardive Dyskinesia: Research & Treatment [Tardieve Dyskinesie: onderzoek & behandeling], SP Medical & Scientific). In Psychiatric Drugs: Hazards to the Brain zegt de psychiater Peter Breggin: "De neuroleptica zijn zwaar toxische middelen: ze zijn giftig voor diverse lichaamsorganen. Ze zijn in het bijzonder zware neurotoxische middelen, en produceren vaak permanente schade aan de hersenen. …tardieve dyskinesie kan zich ontwikkelen ook na gebruik van korte duur en/of lage dosis… de dementie (verlies van hogere geestelijke functies) die samen met tardieve dyskinesie in treedt is meestal niet omkeerbaar. … Zelden heb ik mij meer verdrietig of verbijsterd gevoeld dan door het verzuim van de psychiatrie om te herkennen dat het onomkeerbare lobotomie-effecten veroorzaakt, zowel als psychose en dementie in miljoenen patiënten als gevolg van behandeling met neuroleptica." (pp. 70, 107, 135, 146).

De hoogleraar psychiatrie Richard Adams heeft opgemerkt dat "De tricyclische antidepressiva … zijn chemisch iets gewijzigde vormen van chlorpromazine and werden aangeprezen als eventuele neuroleptica." (B. Wolman, The Therapist's Handbook, p. 31). In zijn boek Psychiatric Drugs: Hazards to the Brain noemt Dr. Breggin de z.g. antidepressiva "vermomde neuroleptica." (p. 166). De psychiater Mark S. Gold heeft gezegd dat antidepressiva tardieve dyskinesie kunnen veroorzaken. (The Good News About Depression [het goede nieuws over depressie], Bantam, 1986, p. 259).

Waarom aanvaarden de z.g. patiënten dergelijke "geneesmiddelen"? Soms doen ze dat uit onwetendheid over de neurologische schade waar zij zichzelf aan onderwerpen door het advies van hun psychiater op te volgen betreffend "medicatie." Maar vaak, zo niet meestal, worden neuroleptica met dwang toegediend tegen de wil van de "patiënt." In zijn boek Psychiatric Drugs: Hazards to the Brain zegt de psychiater Peter Breggin, " Telkens weer in mijn klinische ervaring ben ik getuige geweest dat patiënten tot extreme lijden en woede worden gedreven door met dwang neuroleptica toegediend te krijgen. … Het probleem is zo groot in het ziekenhuisroutine dat patiënten de middelen pas slikken wanneer er gedreigd wordt de middelen onder dwang in de spier te injecteren." (p. 45). Niet alleen is dit een vorm van tirannie, maar het toedienen onder dwang van een psychofarmacum kan vergeleken worden, lichamelijk en moreel, met verkrachting. Vergelijk sexuele verkrachting en het onder dwang toedienen van een psychofarmacum door middel van injectie in de bil, het geen het deel van het lichaam is waar de injectie meestal wordt toegediend. In zowel verkrachting als onvrijwillige injectie van een psychofarmacum is er een element van dwang. In beide gevallen wordt de broek van de slachtoffer naar beneden getrokken. In beide gevallen wordt een buis in het lichaam van de slachtoffer gebracht tegen haar (of zijn) wil. In het geval van sexuele verkrachting is die buis een penis. In het geval van wat men zou kunnen noemen psychiatrische verkrachting is die buis een injectienaald. In beide gevallen wordt een vloeistof in het lichaam van de slachtoffer gebracht tegen haar of zijn wil. In beide gevallen is het in (of dichtbij) de derrière. In het geval van sexuele verkrachting is de vloeistof sperma. In het geval van psychiatrische verkrachting is de vloeistof Haldol of een dergelijke hersens-belemmerend middel. Het feit van de schending van het lichaam komt overeen, zo niet (voor redenen die ik zal uitleggen) erger in het geval van psychiatrische verkrachting. Zo ook is het gevoel van verschrikking bij beide vormen van mishandeling. (Slachtoffers van onvrijwillige electroschok voelen zich normaal gesproken ook zo.) Zoals de hoogleraar psychiatrie Thomas Szasz eens zei, "Geweld is geweld, ongeacht of het psychiatrische ziekte genoemd wordt of psychiatrisch behandeling." Sommige mensen die niet in een "ziekenhuis" zijn opgenomen, d.w.z. die niet in gevangenschap zijn, worden gedwongen zich om de twee weken bij een arts te melden voor een depotmiddel onder bedreiging van hechtenis ("opname") en dwangbehandeling met het middel indien ze niet gehoorzamen.

Waarom is psychiatrische verkrachting erger dan sexuele verkrachting? Zoals de hersenschirurg I.S. Cooper zei in zijn autobiografie: "Het zijn je hersenen die zien, voelen, denken, opdragen, reageren. Je bent je hersenen. Ze zijn jou. Getransporteerd in een andere drager, een ander lichaam, zouden jou hersenen die ander voorzien van jouw herinneringen, jouw gedachten, jouw emoties. Het zou jou nog steeds zijn. Het nieuwe lichaam zouw jou huls zijn. Het zou jou rond dragen. Jouw hersenen zijn jij." (The Vital Probe: My Life as a Brain Surgeon [Het levenskrachtige onderzoek, mijn leven als een hersenschirurg], W.W. Norton & Co., 1982, p. 50, nadruk aanwezig bij het origineel). Het meest essentiële en meest intieme deel van jou is niet tussen je benen maar tussen je oren. Een aanval op je hersenen zoals het onvrijwillig toedienen van een behandeling die de hersenen belemmert of schaadt (zoals een psychofarmacum of electroschok of lobotomie) is een meer intieme, en moreel gesproken meer verschrikkelijke misdaad, dan sexuele verkrachting. Psychiatrische verkrachting is ook om een andere reden in morele zin meer verwerpelijk dan sexuele verkrachting. De onvrijwillige toediening van biologische "therapieën" in de psychiatrie veroorzaakt permanente belemmering van hersenfunctie. In tegenstelling, zijn vrouwen na sexuele verkrachting meestal nog geheel sexueel functioneel. Zij lopen psychische schade op, maar dat gebeurt ook bij de slachtoffers van psychiatrische mishandeling. Ik hoop dat men niet zal misverstaan dat ik de trauma of verwerpelijkheid van sexuele verkrachting zou bagatellizeren als ik er op wijs dat ik slachtoffers van sexuele verkrachting heb bijgestaan in mijn advocatenpraktijk, en dat ieder van de half dozijn of zo vrouwen die ik heb gekend die sexueel zijn verkracht daarna schijnbaar normale sexuele relaties hebben onderhouden, en meestal zijn gehuwd en gezinnen hebben gesticht. Daar in tegen, de hersenen van mensen die onderworpen zijn aan psychiatrische mishandeling zijn vaak niet meer geheel functioneel vanwege de lichamelijke, biologische schade veroorzaakt door de "behandeling." In 1990 zei de psychoanalyst Dr. Jeffrey Masson op een TV praatshow dat hij hoopt dat de genen die verantwoordelijk zijn voor dergelijke "therapieën" ooit terecht zullen gesteld worden zoals bij de "Nürnburg processen." (Geraldo, Nov. 30, 1990).

Deze zelfde hersensschadende (z.g.) antipsychotische/neuroleptische middelen worden regelmatige toegediend - onvrijwillig - aan geestelijk gezonde ouderen in verzorgingstehuizen in de V.S. Volgens een artikel in de september/oktober 1991 uitgave van het tijdschrift In-Health, "In verzorgingstehuizen worden antipsychotica gebruikt bij tussen 21 tot 44 percent van de opgenomen ouderen… de helft van de voorgeschreven antipsychotica voor bewoners van verzorgingstehuizen konden niet uitgelegd worden aan de hand van de diagnosen in de patiëntendossiers. Onderzoekers vermoeden dat dergelijke middelen veelvuldig worden gebruikt door dergelijke inrichtingen als chemische dwangbuizen - een middel om lastige patiënten in toom te houden." (p. 28). Ik ken twee voorbeelden van zwakke oude mannen in verzorgingstehuizen die nauwelijks uit hun rolstoelen konden komen, waaraan neuroleptische/antipsychotische middelen waren toegediend. De ene had geklaagd omdat hij aan zijn rolstoel werd gebonden om te voorkomen dat hij zou proberen te lopen met zijn wandelstok. De ander werd 's nachts aan zijn bed gebonden om te voorkomen dat hij zou op staan en mogelijk vallen wanneer hij naar het toilet ging, waardoor hij zijn ontlasting in zijn bed moest doen. Allebei waren zo lichamelijk gehandicapt dat ze geen enkel gevaar konden zijn voor een ander. Maar allebei durfden bitter te klagen dat zij mishandeld werden. In beide gevallen heeft het personeel van de verzorgingstehuizen gereageerd op deze klachten door te injecteren met Haldol - deze mannen geestelijk te handicappen, waardoor het onmogelijk voor hen werd om te klagen.

[Van de vertaler: in Nederland is het beeld niet anders. Onze eigen Ivan Wolffers, arts en hoogleraar, schrijft in het Nederlands: "Bij een onderzoek in een verpleeghuis in Breda bleek dat aan verzorgingsbehoeftige bewoners tweemaal zoveel antipsychotica worden voorgeschreven als aan bewoners van dat tehuis die geen verzorging nodig hebben. Ook dat onderzoeksresultaat laat ons zien dat antipsychotica voor een groot deel worden gegeven voor het gemak van het personeel. Is dat juist ten opzichte van de verzorgingsbehoeftige? Bij dat onderzoek bleek overigens ook dat het gebruik van antipsychotica in 1985 en 1986 gestegen was ten gevolge van de bezuinigingen en het daarmee samenhangende personeelstekort." (Wolffers, Ivan, "Medicijnen", Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1997, p. 312)]

Onderzoeken die aanwijzen dat psychofarmaca helpen zijn van verdachte geloofwaardigheid vanwege de vooroordelen van deskundigen. Alle of bijna alle psychofarmaca zijn neurotoxisch, en om deze reden veroorzaken zij symptomen en problemen zoals droge mond, verstoorde visus, een licht gevoel in het hoofd, duizeligheid, traagheid, moeilijkheid met denken, onregelmatigheden van de menses, urineretentie, hartkloppingen en andere gevolgen van neurologische dysfunctie. Psychiaters noemen dit bedrieglijk "bijverschijnselen," alhoewel ze de enige echte effecten zijn van de hedendaagse psychofarmaca. Neppillen (suikerpillen) veroorzaken deze problemen niet. Gezien deze symptomen (of hun afwezigheid) opvallen aan de psychiaters die z.g. dubbelblinde onderzoeken evalueren, zijn de onderzoeken niet echt dubbelblind, dus is het onmogelijk om echt onbevooroordeeld psychofarmaca te evalueren. Vanwege de vooroordelen van de deskundigen geven de uitkomsten van het onderzoek een vals beeld.

Ondanks diverse niet bevestigde theorieën en beweringen, weten psychiaters niet hoe de psychofarmaca die zij voorschrijven biologisch "werken." In de woorden van de hoogleraar psychiatrie van de Universiteit van Columbia, Dr. Jerold S. Maxmen, "Hoe psychofarmaca werken is niet duidelijk." (De New Psychiatrist, Mentor, 1985, p.143). De ervaring leert dat het effect van alle hedendaagse veel gebruikte psychofarmaca is om de hersenen te belemmeren in het algemeen. Geen van de hedendaagse psychofarmaca heeft de capaciteit specifiek van invloed te zijn (b.v. op depressie, angst of psychose) zoals gewoonlijk wordt beweerd.

Het gebruik van een psychofarmacum wordt vaak vergeleken met het gebruik van insuline bij diabetes. Alhoewel psychofarmaca continu gebruikt worden, zoals insuline, is het een absurde vergelijking. Diabetes is een ziekte met een bekende lichamelijke oorzaak. Een lichamelijke oorzaak is voor geen van de z.g. geestelijke ziekten ooit gevonden. De werking van insuline is bekend: Het is een hormoon die cellen laat glucose (suiker) in het dieet opnemen. Daarentegen, de werking van psychofarmaca is onbekend - alhoewel zelfs voorstanders van psychofarmaca met de critici postuleren dat ze de normale hersenfunctie tegenhouden door neuroreceptoren in de hersenen te blokkeren. Als deze theorie juist is, is er nóg een tegenstelling tussen insuline en psychofarmaca: Insuline herstelt een normale biologisch functie, nl. normale glucose (of suiker) metabolisme. Psychofarmaca verstoren een normale biologisch functie, nl. normale neuroreceptor functie. Insuline is een hormoon dat natuurlijk aanwezig is in het lichaam. Psychofarmaca zijn niet normaal gesproken aanwezig in het lichaam. Insuline verleent aan het lichaam van de diabeet een capaciteit die het niet zou hebben bij afwezigheid van insuline, nl. het vermogen om suiker uit het dieet normaal te metabolizeren. Psychofarmaca hebben een omgekeerd effect: Ze verwijderen (geestelijke) capaciteiten die de persoon zou hebben in de afwezigheid van de middelen. Insuline is van invloed op het lichaam liever dan de geest. Psychofarmaca belemmeren de hersenen en dus de geest, de geest zijnde de essentie van de ware zelf.




DE AUTEUR, Lawrence Stevens, is een advocaat die in zijn praktijk veel "patiënten" heeft gehad. Op zijn pamfletten gelden geen auteursrechten. U wordt uitgenodigd kopieën te maken en te verspreiden aan een ieder die u denkt er profijt bij te hebben.

Bron: Lawrence Stevens