Afschot damherten Kop van Schouwen

Do 1 Januari 2009 21:23 | hpolie | 3663 keer bekeken | 0 reacties | 2 x aanbevolen | Artikel voorlezen
Het is wel tekenend voor de huidige manier van handelen door boven ons gestelden, die kennelijk absoluut geen Primus inter pares (eerste onder gelijken) meer zijn.

De rechter van de Middelburgse Rechtbank wees op oudejaarsdag het schorsingsverzoek af van de vergunning tot afschot van beschermde dieren in een natuurgebied. De vergunning was verstrekt op basis van tellingen uitgevoerd door jagers en ondeskundigen die het geslacht van damherten niet eens konden vaststellen. Medewerkers van Staatsbosbeheer luidden de klok en namen waar dat de telcijfers werden opgeschroefd en met een factor 2 vermenigvuldigd om op veel grotere aantallen uit te komen dan het werkelijke aantal van slechts een paar honderd damherten in de Kop van Schouwen. Hun directeur van Staatsbosbeheer snoerde hen echter de mond en hun verklaringen moesten worden ingetrokken. Het lijkt erop dat de vergunning door handje klap tussen een Zeeuwse Gedeputeerde (CU), de directeur van Staatsbosbeheer en de door jagers gedomineerde Fauna Beheer Eenheid (FBE) Zeeland tot stand is gekomen. Zelfs de telformulieren zijn “verdwenen” en daardoor niet meer achteraf te controleren. Dat je wel gelijk kunt hebben, maar geen gelijk hoeft te krijgen blijkt uit de uitspraak van de rechter die de voorlopige voorziening om afschot van damherten vanaf 2 januari te verhinderen, afwees.


Terwijl de Flora en faunawet duidelijk stelt dat populatiebeheer geen reden mag zijn tot afschot, legde de rechter dit naast zich neer en staat hiermee (plezier)jacht op beschermde damherten in nota bene een natuurgebied toe. De Provincie Zeeland gaf zelf toe dat de reden voor afschot uitsluitend populatiebeheer was en nièt landbouwschade, verkeersveiligheid of redenen van dierenwelzijn. Nee, afschot was nodig op basis van telgegevens van jagers en mensen die het verschil niet konden zien tussen een bok en een geit. Van een zorgvuldige afweging is dus geen sprake geweest.

Er was ook geen schade of een verkeersveiligheidsprobleem en wettelijk vereiste preventieve maatregelen waren dan ook niet getroffen. Een andere directeur van Staatsbosbeheer gaf in een gesprek met de Partij voor de Dieren toe dat het gebied zelfs meer ruimte biedt dan het nu door de FBE genoemde onjuiste aantal van 1000 damherten en zei ook dat er helemaal geen schade is. Datzelfde Staatsbosbeheer intimideert nu wel haar ambtenaren en heeft een bijzonder kwalijke rol gespeeld in het geheel, evenals de vereniging Natuurmonumenten. Mensen die lid zijn van dit soort organisaties moeten zich eens afvragen of zij wel lid willen zijn van deze zichzelf natuurorganisaties noemende groeperingen die toestemming geven tot slachtpartijen in hun natuurgebieden en daar ook zelf nog graag aan mee doen. Als je alles goed bekijkt kun je alleen maar concluderen dat er een vals spelletje is gespeeld waar deze onschuldige prachtige damherten die niemand tot last zijn, het slachtoffer van worden. Kortom er is geen enkel argument dat het afschot van damherten rechtvaardigt. Het nieuwe jaar begint voor de dieren met een bloedbad in de Kop van Schouwen waarbij het onrecht hoogtij viert!

 

Rob Ossewaarde

Partij voor de Dieren,

werkgroep Zeeland, voorzitter



Bron: Partij voor de Dieren, wekgroep Zeeland