Strattera-rapport langer geheim door hoger beroep CBG
Persbericht, 5-8-2008
Strattera-rapport langer geheim door hoger beroep CBG
De vrijgave van het rapport over schadelijke en mogelijk dodelijke bijwerkingen van Strattera, een middel dat wordt voorgeschreven aan kinderen met een ADHD-diagnose, dat al ruim twee jaar geheim gehouden wordt door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG), laat nog langer op zich wachten omdat het CBG tegen de eerdere uitspraak van de bestuursrechtbank, in hoger beroep is gegaan bij de Raad van State.
Deze zaak begon in de zomer van 2006 toen de coördinator van het Nederlands Comité voor de Rechten van de Mens (NCRM), Hanneke Teunisse, het evaluatierapport over Strattera opvroeg bij het CBG onder de Wet Openbaarheid Bestuur. Na een procedure van 2 jaar kwam de zaak begin juni voor bij de Bestuursrechtbank in Amsterdam. De uitspraak van de rechtbank liet aan duidelijkheid niets te wensen over: Het besluit van het CBG om het rapport niet af te geven werd vernietigt en alle aangevoerde redenen daarvoor werden als onvoldoende onderbouwd van tafel geveegd. Het CBG moest binnen 6 weken een nieuw besluit nemen of tegen dit besluit in hoger beroep gaan. Dit laatste hebben ze op 30 juli gedaan bij de Raad van State.
Hanneke Teunisse van het NCRM zegt hierover: “Het is schandalig hoe hier gesold wordt met de belangen van de ouders van kinderen die Strattera slikken. Het CBG blijft maar tijd rekken, elk besluit wordt uitgesteld tot de laatste dag en men stelt alles in het werk om dit rapport niet openbaar te hoeven maken. Ik weet niet welk belang het CBG hier dient maar het is zeker niet het belang van de consument. Toevalligerwijs wordt op 6 augustus de bodemprocedure behandeld die Eli Lilly (de producent) heeft aangespannen tegen de Nederlandse Staat om Strattera in het basispakket van de zorgverzekeringen opgenomen te krijgen. Er zijn wereldwijd inmiddels al 95 kinderen en volwassenen overleden aan de bijwerkingen van dit middel, elke week uitstel is er één teveel.
Ouders hebben, ons inziens, recht op alle beschikbare informatie over de middelen die ze al dan niet gedwongen toedienen aan hun kinderen. Kinderen krijgen al heel snel te maken met een ADHD-diagnose, via een psychiater, de huisarts of bijvoorbeeld de schoolbegeleidingsdienst. Een ADHD-diagnose wordt niet onderbouwd door enig wetenschappelijk bewijs, er wordt geen objectief lichamelijk onderzoek gedaan, de diagnose wordt gesteld aan de hand van een afvinklijstje met emoties en gedrag. Dit lijstje met criteria voor een ADHD-diagnose bestaat uit normaal kindergedrag zoals; niet stil kunnen zitten, draaien en friemelen op een stoel, sleutels kwijtraken, inbreken in gesprekken of spelletjes, geen aandacht op school, taken niet afmaken etc. Als de diagnose eenmaal is gesteld komt de medicatie aan de orde. Ouders die zichzelf goed informeren over de bijwerkingen van de medicatie en de pillen niet aan hun kinderen willen geven, kunnen in Nederland te maken krijgen met de Kinderbescherming die ze uit de ouderlijke macht kan ontzetten wegens 'medische nalatigheid'. Wij vinden dat ouders recht hebben om zelf te beslissen of ze hun kinderen zware bewustzijnsveranderende medicatie willen toedienen of niet, zeker als het gaat om b.v. Strattera met bijwerkingen als; zelfmoord, leveraandoeningen, hartkwalen etc.
Er zijn gelukkig een heleboel alternatieven voor het behandelen van druk gedrag bij kinderen, vaak blijkt na grondig lichamelijk onderzoek het probleem te zitten in een voedselallergie, een oorontsteking, een tekort aan essentiële vetzuren, een vitaminetekort of een andere aandoening die prima te behandelen is zonder gevaarlijke bewustzijnsveranderende medicatie. In Amerika is al vier jaar geleden wetgeving aangenomen die ouders het recht teruggeeft om psychiatrische medicatie voor hun kinderen te weigeren. Nederlandse ouders zouden hetzelfde recht moeten hebben.” BRON: En meer info www.NCRM.nl