De pretentie van het christelijk geloof

Wo 4 Juni 2008 23:35 | Gerrit Ombo | 512 keer bekeken | 0 reacties | 0 x aanbevolen | Artikel voorlezen

Kort na zijn geboorte werd Jezus Christus in de Tempel van Jeruzalem aan God opgedragen, volgens de geschriften van de bijbel. In de Tempel werd het kind door ene Simeon herkend als "het licht dat voor de heidenen straalt, de glorie voor het volk Israël". Dit Kind draagt blijkbaar de pretentie in zich het "heil dat God voor alle volkeren heeft bereid" te zijn.

Jezus Christus' komst betekent - naar christelijke betekenisgeving - het hoogtepunt in de geschiedenis van het joodse volk, maar tevens als het licht voor de hele wereld.
De woorden van Simeon hebben een grote draagwijdte. Want als Jezus het Heil van alle volkeren is, dan betekent dat dat niemand zonder Hem zijn vervulling vindt of buiten Hem om het eeuwige leven ontvangt; dan pretendeert het christendom terecht uniek te zijn en heilbrengend voor alle mensen.

Dan maakt het wel degelijk wat uit of je nu jood, moslim, jehovagetuige, mormoon of christen bent. Dan maakt het wel wat uit of je je geluk zoekt bij digitale predikanten en organisaties of bewegingen van Oosterse herkomst of natuurreligies die geheime wijsheid en gelukstechnieken aanprijzen, of bij Jezus Christus "het heil dat God bereid heeft voor alle volkeren".

Daarom is en blijft het van belang dat het Evangelie verkondigd wordt "aan heel de schepping".
Misschien denken we hierbij vooral aan de "missie". En terecht: want het Evangelie dient vooral aan al diegenen verkondigd te worden die nog nooit van Jezus Christus hebben gehoord. 

En er wordt een persoonlijk geloof van ons gevraagd. "Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben" (Joh.3,16). En wat is geloof anders dan een zichzelf uit handen durven geven, een zichzelf durven toevertrouwen aan iemand anders, in dit geval aan Jezus Christus, "de Weg, de Waarheid en het Leven"?

 

Gerrit Ombo