Saint-Exupéry

Di 26 December 2006 17:58 | louise | 3242 keer bekeken | 0 reacties | 1 x aanbevolen | Artikel voorlezen

Jullie kennen Saint-Exupéry waarschijnlijk vooral als auteur van De Kleine Prins, een wonderlijk verhaal dat ik steeds opnieuw lees en telkens ontdek ik iets nieuws.
Maar wie was Saint-Exupéry eigenlijk, wat weten we over hem? Luchtvaartpionier, postvlieger in noord Afrika, bohémien. Hij was altijd geraakt door vrouwen en scheef daarover ontroerend, maar soms ook wanhopig. Maar hij is ook een mens die een diepe innerlijke weg is gegaan, al heeft hij nooit enige formele discipline in welke richting dan ook beoefend, hij scheef er wel over, over het leven als werken aan zichzelf. alsof hij twee stenen voortdurend tegen elkaar schuurt. die stenen worden daarbij geleidelijk anders, maar in diezelfde slijtageslag veranderd ook de mensdie zo met die stenen aan het werk is.
In andere teksten vertelt hij over zijn neiging om een doel te willen hebben om ernaartoe te streven maar raakt steeds gevangen in die wedloop mentaliteit en kan zich met moeite om zich daaraan te ontworstelen.
Hij laat ook zien hoeveel moeite het kost om te sterven, niet alleen de Grote Dood, maar ook met gewoon doodgaan aan het einde van je leven, zonder het ultiem antwoord te hebben ontvangen.Zijn leven eindigde in een anoniem zeemansgraf in de uitgestrekte golven.
Hij was niet het type dat zich tot deze of gene religieuze traditie kon aansluiten. Zijn bidden bestond uit flarden van een soort gebed waar geen antwoord op komt en waarop ook geen antwoord hoeft te komen.
Het grootse van zijn gebed is juist dat er geen antwoord op komt. Dat is voor hem precies de genade.
En dan is er een tekst van Exupéry die ik graag aan jullie wil voorstellen. Een wonderlijke tekst over Ik en Gij maar wat hij hiermee bedoelde blijft een mysterie net zo onpeilbaar als de spanning tussen het lijden en tegelijk toch ook de uitkomst of overstijging van dat lijden..

"Mijn duifje, zei je tot haar, mijn tortelduifje, mijn gazelle op hoge poten.....Want in woorden die ik uitvond probeerde ik haar te vatten, de ongrijpbare!
Gesmolten als sneeuw. want er was geen gave die ik verwachtte. En ik riep:"'Waar ben je?" Want ik ontmoette haar geenszins. waar is de grens?
En de vreugdevuren in mijn stad brandden om de liefde te vieren. en ik alleen, in mijn verschrikkelijke woestijn, ik zag haar slapen, van haar kleding ontdaan.
Ik heb me vergist in mijn prooi, ik he me vergist in mijn wedloop. Zij vluchtte zo snel en ik heb haar tot staan gebracht om me meester van haar te maken.....En, eenmaal gegrepen, was zij er niet meer.....(...)

Na zo'n getuigenis past alleen maar stilte.

 

Bron: luisa