=OVERGEWICHT.....
Mijn bolle buren vechten elkaar al jaren de tent uit. Resultaat: geluidsoverlast. Reden: ze vinden élk dat de ánder te dik is. Gelijk hebben ze. Zo op het eerste gezicht lijken ze qua kilo’s elkaar weinig te ontlopen. Feitelijk is het helemaal geen gezicht. Onze trefmomenten zijn spaarzaam. Gelukkig maar. Soms bestijg ik met de een, dan weer met de ander, een opgang die we samen delen. Eens ontglipte het de buurman: “Die verrekte schildklier!” Misschien te traag, misschien te snel? Links- dan wel rechtsdraaiend?
“Obesitas?”, vraag ik hem aankijkend. “Huh?”, steunt hij. Een vetoverschot gaat vaak samen met een tekort aan herseninhoud. De klimexercitie valt hem zwaar. Het vooroordeel dat dikkerds gezellig zijn gaat ook voor hen beiden op. Onbegrijpelijk, het zijn net mensen. Samen 300 kilogram. Dat doet wat met je. Dat maakt fluitend door het leven gaan een opgave. Daar wordt je niet opgewekt van. ’s Avonds rond de klok van tienen walmt hun troostende frituurpan richting mijn zitje buiten. Hoogste tijd voor het Journaal en andere voedzame ingrediënten. Ramen en deuren potdicht. Stank, in wat voor vorm dan ook, graag buiten de deur. Het is een troostrijke gedachte dat het maar buren zijn. Een vette buur is beter als een magere vriend. Dat weer wel.
Naast hun vecht- en eetlust scoren ze nog een langdurig probleem. Bakken en braden aan de Costa del Sol. Ze hebben graag de lachers op de hand. Ruimschoots ingesmeerd met bakolie en marinadekruiden. Zoveel vlees vergt veel faktor 300 en is voor een eigen paar handen niet overal bereikbaar. Liever komen ze nooit aan elkaar maar nood breekt wetten. Dus masseren ze dat het een lieve lust is. Ze varen er al jaren wel bij. Net als de overige snelbruiners. Geinig dat obsessieve zonnen. Na gedane arbeid ligt het stel in de avonduren aan het goudgele vetinfuus. Paella is hen vreemd. Restaurant Holland aan de kust heeft het menu van thuis. Slurrie baant zich druppel na druppel een weg in de bloedbaan richting kransslagaders.
De mannelijke helft van mijn buurstel is Iers. Hij kwam ooit voor een maagverkleining en bleef zijn horizon hier blijvend verruimen. “Er is maar 1 vliegtuigmaatschappij en dat is Ryanair!” De forse borst van de heer next door zwelt van trots. Spanje is voor hen daarom maar op een manier bereikbaar. Nu speelt die prijsvechter met het idee passagiers met een onsje meer extra euro’s te vragen. Voor de baklappen hiernaast een te calorierijke boodschap. Resultaat: al rond klokke acht is verantwoord inhaleren op mijn ‘balkon’ onmogelijk. Kwestie van je emoties weg eten. Betalen voor een tweede stoel als blijkt dat de buik van passagiers tegelijkertijd de armleuningen raakt is voor hen ook moeilijk te verteren.
“Kleed je maar eens uit!” Dat doe ik graag en veel. Lang, lang geleden deed mijn huisarts eens dat voorstel. Nu, na melding van pijn op de borst, kortademigheid en het ontbreken van enige conditie, opnieuw. Zijn mond zakt open, wagenwijd open. “Jezus”, ontglipt hem. Kritische ogen volgen wijd gesperd de contouren van een vadsig lijf waar eens het predicaat opwindend torso op gebeiteld stond. Diagnose: cholesterol te hoog, levensbedreigende bloeddrukwaarden en 30 kilo overgewicht. Dwingend advies: naar de sportschool en richting diëtiste. Dat doet wat met je. Dat maakt fluitend door het leven gaan een moeilijke opdracht. Daar wordt je niet opgewekt van. Mijn lotgenoten van hiernaast zetten ‘s avonds rond zevenen nu ook een stoeltje voor mij klaar. Een vette buur is beter als een magere vriend. Dat weer wel!