De 'geheime regering' (deel 1)(video)

Ma 7 November 2005 01:18 | Frank | 7985 keer bekeken | 0 reacties | 3 x aanbevolen | Artikel voorlezen

DE 'GEHEIME REGERING'

Origine, Identiteit en Doel van MJ-12

Door Milton William Cooper

23 mei 1989

 

(Bill Cooper was in dienst van het United States Intelligence Briefing Team. In dit rapport maakt hij informatie bekend die niet voor het publiek bestemd was. In 1988 besloot Bill hiertoe, als gevolg van gebeurtenissen die toen wereldwijd begonnen plaats te vinden en waarvoor hij in het begin van de jaren 70 de plannen gezien had. Na publikatie van "The Secret Government" schreef hij het informatieve boek "Behold a Pale Horse", te bestellen bij Light Technology Communication Services, P.O. Box 1495, Sedona, AZ 86336, U.S.A.)


Je kijkt waarschijnlijk liever naar een video 

Gedurende de jaren die volgden op de Tweede Wereldoorlog werd de regering van de Verenigde Staten geconfronteerd met een serie gebeurtenissen die op niet te voorziene wijze de toekomst van dit land en daarmee de toekomst van de mensheid zou veranderen. Deze gebeurtenissen waren zo ongelofelijk dat ze de gebruikelijke manier van denken tarten. Een verbijsterde president Truman en zijn hoogste militaire commandanten bemerkten dat ze in feite machteloos waren nadat ze zojuist de meest verwoestende en kostbare oorlog in de geschiedenis hadden gewonnen. De V.S. hadden de atoombom ontwikkeld en gebruikt en waren het enige land op aarde dat een wapen bezat dat op zichzelf de mogelijkheid had iedere vijand en zelfs de aarde zelf te vernietigen. In die tijd hadden de V.S. de beste economie, de verstgevorderde technologie, de hoogste levensstandaard, ze oefende de meeste invloed uit en bezaten de grootste en sterkste krijgsmacht in de geschiedenis. We kunnen ons slechts een voorstelling maken van de verwarring en bezorgdheid toen de geﮦormeerde elite binnen de regering van de V.S. ontdekte dat een vreemd luchtschip, bestuurd door insectachtige wezens behorend tot een totaal onbegrijpelijke beschaving in de woestijn van New Mexico was neergestort.

Tussen januari 1947 en december 1952 werden tenminste 16 neergestorte of omlaag gehaalde buitenaardse voertuigen, 65 stoffelijke overschotten van buitenaardse wezens en 驮 levend buitenaards wezen geborgen. Daarbij kwam nog een buitenaards luchtschip dat ge븰lodeerd was en waar niets van teruggevonden was. Van deze incidenten vonden er 13 plaats binnen de grenzen van de V.S. (exclusief het voertuig dat in de lucht desintegreerde). Van deze 13 was er 驮 in Arizona, 11 waren er in New Mexico en 驮 was in Nevada. Drie vonden in andere landen plaats. Een daarvan was in Noorwegen en de laatste twee waren in Mexico. UFO's werden zo vaak gezien dat het onmogelijk werd ieder rapport serieus te onderzoeken en te ontkrachten.

Op 13 februari 1948 werd een buitenaards luchtschip gevonden op een Mesa bij Aztec in New Mexico. Een ander schip werd op 25 maart in de Hart Canyon bij Aztec in New Mexico gesignaleerd. Het had een doorsnee van 30 meter. Uit deze voertuigen werden 17 lichamen van buitenaardse wezens geborgen. Van nog grotere betekenis was de ontdekking van een groot aantal menselijke lichaamsdelen die zich in deze beide voertuigen bevonden. Iedereen die op de hoogte was kreeg hierdoor behoorlijk de schrik te pakken. Van geheim werd de zaak onmiddellijk uiterst geheim (above Top Secret) en de deksel werd er stevig over dichtgedraaid. De veiligheidsmaatregelen waren zelfs strenger dan die welke golden voor het Manhattan Project.

In de daarop volgende jaren zouden deze gebeurtenissen de best bewaakte in de wereldgeschiedenis worden.
Onder de naam Project Sign werd in december 1947 een speciale groep van Amerika's beste wetenschappers gevormd om het verschijnsel te bestuderen. De hele akelige geschiedenis werd in een mantel van geheimhouding gehuld. Project Sign ging in 1948 over in Project Grudge. Onder Grudge werd een verzamel- en desinformatieproject opgezet, Blue Book genaamd. Grudge zou 16 delen opleveren, inclusief het controversi묥 "Grudge 13", dat Bill English en ik zagen, lazen en aan het publiek bekendmaakten. "Blauwe teams" werden samengesteld om de neergestorte schotels en dode of levende wezens te bergen. De Blauwe teams zouden later overgaan in de Alpha Teams onder Project Pounce.

Gedurende deze eerste jaren hadden de United States Air Force en de Central Intelligence Agency (CIA) de volledige contr?over het Geheim van de Buitenaardsen. In feite werd de CIA eerst, als gevolg van een presidenti묥 bestuursmaatregel, gevormd als de Centrale Inlichtingen Groep met als speciaal doel het probleem van de aanwezigheid van buitenaardse wezens. Later, bij het aannemen van de Wet op de Nationale Veiligheid, werd dat de Central Intelligence Agency. De Nationale Veiligheidsraad werd gevormd om leiding te geven aan de inlichtingendiensten en speciaal wat betreft de kwestie van de buitenaardse wezens. Een serie Memo's en Bestuursmaatregelen van de Nationale Veiligheidsraad maakten dat er een einde kwam aan het verzamelen van inlichtingen als enige taak en "legaliseerden" langzaam maar zeker directe actie in de vorm van geheime activiteiten in eigen land en in het buitenland.

Op 9 december 1947 gaf Truman zijn goedkeuring aan NSC-4, getiteld "Co?natie van Informatiemaatregelen ten behoeve van de Buitenlandse Inlichtingendienst", op aandringen van de secretarissen Marshall, Forrestal, Patterson en de directeur van de Politieke Planningstaf van het State Department, Kennan.

Book 1 van de Buitenlandse en Militaire Inlichtingendienst, het "Eindrapport van de Speciale Commissie voor het Bestuderen van Regeringshandelingen met betrekking tot Activiteiten van de Inlichtingendiensten". De Senaat van de Verenigde Staten, 94ste Congress, 2e Sessie, Rapport nr. 94-755 van 26 april 1976 vermeldt op blz.49: "Deze maatregel gaf de Secretary of State de bevoegdheid overzeesche informatie-activiteiten, die bedoeld waren om het communisme te bestrijden, te co?neren. Een zeer geheime toevoeging aan NSC-4, NSC-4A, instrueerde de directeur van de CIA om geheime psychologische activiteiten te ondernemen om de doelen te verwezenlijken als genoemd in NSC-4. De oorspronkelijke bevoegdheid voor geheime activiteiten, die onder NSC-4A aan de CIA gegeven was, voorzag niet in offici묥 procedures voor het co?neren van zomin als het toestemming geven voor deze activiteiten. De DCI werd eenvoudigweg ge﮳trueerd "geheime acties te ondernemen en zich er, door liaison met Staat en Defensie, van te verzekeren dat de resulterende werkzaamheden niet in strijd waren met de Amerikaanse politiek.

Later zouden NSC-4 en NSC-4A vervangen worden door NSC-10/1 en NSC-10/2 en de geheime mogelijkheden nog verder uit breiden. Het bureau van Politieke Co?natie (OPC) werd gecharterd om een uitgebreid programma van geheime activiteiten uit te voeren. NSC-10/1 en NSC-10/2 legaliseerden onwettige en buitenwettige praktijken en procedures als de instemming hebbend van het nationale veiligheidsleiderschap. De reactie was snel. In de ogen van de inlichtingengemeenschap waren alle middelen geoorloofd ("no holds were barred"). Onder NSC-10/1 werd een Uitvoerende Co?natiegroep gevormd om geheime projectvoorstellen te evalueren (to review), maar niet om ze goed te keuren. Deze groep, de ECG, had in het geheim tot taak de projecten in verband met buitenaardse wezens te co?neren.

De interpretatie van NSC-10/1 en /2 was dat niemand aan de top van iets wilde weten tot het voorbij en succesvol was. Deze acties brachten een buffer tot stand tussen de President en de informatie. De bedoeling was dat deze buffer de President in staat zou stellen te ontkennen dat hij ergens vanaf wist als lekken de werkelijke stand van zaken zouden onthullen. In latere jaren werd deze buffer gebruikt om elkaar opvolgende presidenten effectief te isoleren van iedere kennis van buitenaardse aanwezigheid die uitging boven wat de Geheime Regering en de inlichtingengemeenschap wilden dat ze wisten. NSC-10/2 vormde een studiepanel dat in het geheim bij elkaar kwam en dat was samengesteld uit de meest vooraanstaande wetenschappers van het moment. Het studiepanel heette NIET MJ-12. Een ander NSC memo, NSC-10/&, omschreef de plichten van het studiepanel nader. Deze NSC-memo's en geheime Uitvoerende Orders waren een voorbereiding voor de creatie van MJ-12, slechts 4 jaar later. De Defensiesecretaris, James Forrestal, begon bezwaar tegen de geheimhouding te maken. Hij was een erg idealistisch en religieus man, die geloofde dat het publiek op de hoogte gesteld moest worden.

Toen hij tegen de leiders van de oppositiepartij en de leiders van het Congress over het probleem van de buitenaardsen begon te praten werd hem door Truman gevraagd af te treden. Aan veel mensen vertelde hij wat hij vreesde en terecht geloofde hij dat hij in de gaten gehouden werd. Zij die niet van de feiten op de hoogte waren interpreteerden dit als paranoia.

Later werd gezegd dat Forrestal mentaal in de war geraakt was; hij werd in het Bethesda Marinehospitaal opgenomen. In feite werd gevreesd dat Forrestal weer zou gaan praten en hij moest geﳯleerd worden en in diskrediet gebracht. Ergens in de vroege ochtend van 22 mei 1949 knoopten CIA agenten een laken om zijn nek, bevestigden het andere eind aan iets stevigs in zijn kamer en gooiden James Forrestal het raam uit. Hij werd een van eerste slachtoffers van de cover-up.

Het levende buitenaardse wezen dat meegenomen was van de Roswell crash van 1947 werd EBE genoemd. De naam was voorgesteld door Dr. Vannever Bush en was een afkorting van Extraterrestrial Biological Entity. EBE had de neiging om te liegen en zou meer dan een jaar lang op gestelde vragen alleen het gewenste antwoord geven. Die vragen die een ongewenst antwoord opgeleverd zouden hebben werden niet beantwoord. Op een bepaald moment in het tweede jaar van zijn gevangenschap begon hij openhartiger te worden en de informatie die van EBE verkregen werd was op z'n minst verbazingwekkend. Deze verzameling van zijn onthullingen werd de basis voor wat later het "Yellow Book" genoemd zou worden. Van EBE werden foto's genomen, die o.a. Bill English en ik jaren later in GRUDGE 13 zouden zien.

In het najaar van 1951 werd EBE ziek. Medisch personeel was het niet gelukt de oorzaak van EBE's ziekte vast te stellen en had geen basiskennis om uit te putten. EBE's systeem was op chlorophyl gebaseerd en hij zette voedsel in energie om op een manier die erg veel leek op die van planten. Afvalstoffen werden op dezelfde wijze als bij planten uitgescheiden. Er werd besloten dat er een botanisch expert bijgeroepen zou worden. Dr. Guillerma Mendoza, een botanicus, werd erbij gehaald om te proberen hem te helpen herstellen. Dr. Mendoza werkte om EBE te redden tot midden 1952, toen EBE stierf. Dr. Mendoza werd een expert wat betreft de biologie van deze buitenaardse wezens.

In een vergeefse poging om EBE te redden en de gunst van dit technologisch superieure buitenaardse ras te verwerven begonnen de Verenigde Staten in 1952 een oproep om hulp uit te zenden, de uitgebreidheid van de ruimte in. De oproep bleef onbeantwoord, maar het project werd voortgezet als blijk van goede trouw.

Op 4 november 1952 cre륲de President Truman met een geheim Executive Order het supergeheime Nationale Veiligheidsbureau (National Security Agency).

Het voornaamste doel ervan was de buitenaardse communicatie en taal te ontcijferen en een dialoog met de buitenaardse wezens tot stand te brengen. Deze zeer urgente taak was een voortzetting van de eerdere poging en de codenaam ervan was SIGMA. Het tweede doel van de NSA was om alle communicaties en alles wat uitgezonden werd door wat voor apparatuur ook over de hele wereld in de gaten te houden, met als doel het verzamelen van informatie, zowel van mensen als buitenaardse wezens, en om de aanwezigheid van buitenaardsen geheim te houden. Project Sigma was succesvol. De NSA onderhoudt ook contacten met de Lunabasis en andere Geheime Ruimteprogramma's. Een Executive Order bepaald dat alleen die wetten waarin de NSA specifiek in de tekst van de wet genoemd wordt, op de NSA van toepassing zijn. Dat betekend dat als het bureau niet in de tekst van wat voor door het Congress aangenomen wet ook uitgespeld wordt het niet onder die wet valt. De NSA vervult nu vele andere taken en is in feite het voornaamste bureau in de inlichtingengemeenschap. Tegenwoordig ontvangt de NSA 75% van de gelden die aan de inlichtingengemeenschap toegewezen worden. De oude zegswijze "waar het geld naartoe gaat, daar ligt de macht" is waar. De DCI is momenteel een boegbeeld, dat gehandhaafd word om het publiek te misleiden. De voornaamste taak van de NSA is nog steeds buitenaardse communicaties, maar houdt nu ook andere buitenaardse projecten in.

President Truman had onze bondgenoten, inclusief de Sovjet-Unie, op de hoogte gehouden van het zich ontwikkelende probleem van de buitenaardse wezens sinds de Roswellberging. Dit was gebeurd voor het geval de buitenaardsen een bedreiging voor het menselijk ras bleken te zijn. Plannen werden opgesteld om de aarde in geval van een invasie te beschermen. Grote problemen deden zich voor bij het handhaven van internationale geheimhouding. Besloten werd dat een onafhankelijke groep nodig was om internationale acties te co?neren en te controleren om het geheim te verbergen voor het normale kritische onderzoek van regeringen door de pers. Het resultaat was de vorming van een geheim genootschap dat bekend werd als de "Bilderbergers". Het hoofdkwartier van deze groep is Gen趥, Zwitserland. De Bilderbergers ontwikkelden zich tot een geheime wereldregering, die nu alles onder contr?heeft. De Verenigde Naties waren toen en zijn nu een internationale grap.

In 1953 bewoonde een nieuwe president het Witte Huis. Hij was een man die gewend was aan een gestructureerde staforganisatie met een bevelshi벡rchie. Zijn methode was om autoriteit te delegeren en per commissie (by committee) te regeren. Hij nam belangrijke beslissingen, maar alleen als zijn adviseurs niet tot consensus konden komen. Zijn normale methode was verschillende alternatieven door te lezen of aan te horen en er dan 驮 goed te keuren. Zij die zijn naaste medewerkers waren hebben verklaard dat zijn favoriete commentaar was: "Doe wat nodig is". Hij bracht veel tijd door op de golfbaan. Dit was niet helemaal ongebruikelijk voor een man die beroepsmilitair geweest was met de uiteindelijke positie van Eerste Commandant van de Geallieerden gedurende de oorlog. Een post met 5 sterren. Deze president was Generaal van de Krijgsmacht Dwight David Eisenhower.

Gedurende het eerste jaar dat hij in functie was werden er tenminste nog 10 andere neergestorte schotels geborgen, samen met 26 dode en 4 levende buitenaardse wezens. Van de 10 werden er 4 in Arizona gevonden, 2 in Texas, 1 in New Mexico, 1 in Louisiana, 1 in Montana en 1 in Zuid Afrika. Honderden malen werden vliegende schotels gezien.

Eisenhower wist dat hij met het probleem van de buitenaardsen te worstelen had en het moest oplossen. Hij wist dat hij dat niet kon doen door het geheim aan het Congress te onthullen. In het begin van 1953 wendde de nieuwe president zich tot zijn vriend en medelid van de Raad voor Buitenlandse Relaties (Council on Foreign Relations) Nelson Rockefeller om hulp bij het buitenaardsenprobleem. Eisenhower en Rockefeller begonnen de geheime structuur te plannen van supervisie over de buitenaardsentaak, welke binnen é©® jaar een realiteit zouden worden. Zo werd het idee voor MJ-12 geboren. Het was Nelsons oom Winthrop Aldrich, die cruciaal geweest is bij het overtuigen van Eisenhower om zich kandidaat te stellen voor het presidentschap. De hele Rockefellerfamilie en met hen het hele Rockefellerimperium had Ike flink gesteund. Het Rockefeller om hulp vragen bij het probleem van de buitenaardsen zou de grootste vergissing zijn die Eisenhower ooit maakte ten aanzien van de toekomst van de Verenigde Staten en zeer waarschijnlijk de hele mensheid.

Binnen een week na Eisenhowers verkiezing had hij Nelson Rockefeller benoemd als voorzitter van een Presidentieel Adviescomité ¶oor Regeringsorganisatie. Rockefeller was verantwoordelijk voor de planning van de reorganisatie van de regering. New Deal programma's werden ondergebracht in é©® enkele kabinetspost (Cabinet position), het Departement van Gezondheid, Onderwijs en Welzijn genoemd. Toen het Congress in april 1953 de nieuwe Kabinetspost goedkeurde werd Nelson benoemd tot Tweede Secretaris van Oveta Culp Hobby.

In 1953 ontdekten astronomen grote voorwerpen die zich in de richting van de Aarde bewogen. Eerst werd geloofd dat het astero拉n waren. Later bewijs toonde aan dat de objecten alleen maar ruimteschepen konden zijn. Project SIGMA onderschepte buitenaardse radiocommunicaties. Toen de objecten de Aarde bereikten begonnen ze op grote hoogte rondom de evenaar te cirkelen. Er waren verschillende heel grote schepen en hun feitelijke bedoeling was onbekend. Project SIGMA en een nieuw project, Plato, dat via radiocommunicatie de binaire computertaal gebruikte, waren in staat een landing te arrangeren, die resulteerde in "face-to-face" contact met wezens van een andere planeet. Project Plato kreeg de taak diplomatieke relaties met dit ras van ruimtewezens te realiseren.

Intussen nam een ras van menselijk uitziende buitenaardse wezens contact op met de regering van de V.S. Deze groep buitenaardsen waarschuwden ons tegen de wezens die rondom de evenaar cirkelden en boden aan ons te helpen bij onze spirituele ontwikkeling. Ze stelden als voornaamste voorwaarde dat wij onze atoomwapens zouden ontmantelen en vernietigen. Ze weigerden technologie uit te wisselen en zeiden dat wij spiritueel niet in staat waren de technologie te hanteren die we toen bezaten. Ze geloofden dat wij iedere nieuwe technologie zouden gebruiken om elkaar te vernietigen.

Dit ras verklaarde dat we ons op een pad van zelfvernietiging bevonden en dat we moesten stoppen elkaar te doden, stoppen met het vervuilen van de Aarde, stoppen met het verkrachten van de natuurlijke hulpbronnen van de Aarde en moesten leren in harmonie te leven.

Deze voorwaarden ontmoetten uiterst wantrouwen, speciaal de belangrijkste voorwaarde van atoomontwapening. Men geloofde dat het ingaan op die conditie ons hulpeloos zou maken tegenover een buitenaardse bedreiging. We hadden ook niets in de geschiedenis om ons bij het besluit te helpen. Atoomontwapening werd niet beschouwd als het beste voor de V.S. De voorstellen werden verworpen.

Later in 1954 landde het ras van Grijze Buitenaardsen (Grey Aliens) met grote neuzen, die om de Aarde gecirkeld hadden, op Holloman Air Force Base. Een basisovereenkomst werd bereikt. Dit ras identificeerde zich als afkomstig van een planeet behorend bij een rode ster in de constellatie van Orion, die wij Betelgeuse noemen.

Ze verklaarden dat hun planeet stervende was en dat ze op een onbekend tijdstip in de toekomst niet langer zouden kunnen overleven. Dit leidde tot een tweede landing op Edwards Air Force Base. De historische gebeurtenis was vooruit gepland en men was het eens over de details van het verdrag. Eisenhower regelde een vakantie in Palm Springs. Op de vastgestelde dag werd de president heimelijk naar de basis vervoerd en de pers werd het excuus gegeven dat hij een tandarts bezocht.

President Eisenhower had een ontmoeting met de "aliens" en een officieel verdrag tussen de buitenaardse natie en de Verenigde Staten van Amerika werd getekend. Wij ontvingen toen onze eerste ambassadeur uit de ruimte. Zijn naam en titel was Omnipotent Highness Krlll (almachtige hoogheid Krlll), uitgesproken als Krill. Volgens de Amerikaanse traditie van minachting voor koninklijke titels, werd hij heimelijk Original Hostage (oorspronkelijk gegijzelde) Krill genoemd. U moet weten dat de vlag van de aliens bekend staat als het "Trilaterale Insigne". Deze is aangebracht op hun luchtschepen en op hun uniformen. Beide landingen en ontmoetingen werden gefilmd. De films bestaan nog.

In het verdrag werd overeengekomen: de aliens zouden zich niet in onze zaken mengen en wij zouden ons niet mengen in de hunne. We zouden hun aanwezigheid op Aarde geheimhouden. Ze zouden ons voorzien van geavanceerde technologie en ons helpen bij onze technologische ontwikkeling. Ze zouden geen enkel ander verdrag met geen enkel ander land afsluiten. Ze konden mensen ontvoeren op een beperkte en periodieke basis met als doel medisch onderzoek en het kritisch volgen van onze ontwikkeling, met de bepaling dat de mensen geen kwaad gedaan mocht worden, ze teruggebracht zouden worden naar de plek waar ze ontvoerd waren, dat de mensen zich het gebeuren niet mochten herinneren en dat de buitenaardse natie MJ-12 regelmatig, volgens schema, een lijst zou doen toekomen van alle kontakten met mensen en van alle ontvoerden. Overeengekomen werd dat iedere natie de ambassadeur van de andere zou ontvangen zolang het verdrag van kracht zou blijven. Verder werd overeengekomen dat de Buitenaardse natie en de Verenigde Staten elk 16 man personeel zouden uitwisselen met het doel van elkaar te leren. De buitenaardse "gasten" zouden op aarde blijven en de menselijke "gasten" zouden voor een specifieke periode van tijd naar de plaats waar de aliens kwamen reizen en dan terugkeren, op welk moment een omgekeerde uitwisseling zou plaatsvinden. Ook werd overeengekomen dat ondergrondse bases gebouw zouden worden om door de buitenaardse natie gebruikt te worden en dat 2 bases gebouw zouden worden voor gezamenlijk gebruik van de buitenaardse natie en de regering van de Verenigde Staten. In de gezamenlijke bases zou uitwisseling van technologie plaatsvinden.

Deze buitenaardse bases zouden worden gebouwd onder Indiaanse reservaten aan de 4 grenzen van Utah, Colorado, New Mexico, Arizona, en é©® zou in Nevada gebouwd worden in het gebied dat bekend is als S-4, ongeveer 11 km ten zuiden van de westelijke grens van Area 51, dat Droomland genoemd word. Alle gebieden van aliens staan volledig onder contr?van het Departement van Marine en al het personeel dat in deze complexen werkt ontvangt zijn checks van de Navy. Onmiddellijk werd een begin gemaakt met de konstruktiewerkzaamheden voor de bases, maar de voortgang was langzaam totdat in 1957 grote bedragen aan geld beschikbaar gesteld werden. Het werk aan het "Yellow Book" werd voortgezet.

Organisatie, financiering en cover-up

Project REDLIGHT werd opgezet en met het testvliegen van buitenaardse voertuigen werd een serieus begin gemaakt. Een super TOP SECRET faciliteit werd gebouwd aan het Groom Meer in Nevada, midden in het gebied waar wapens getest worden. De codenaam ervan was DROOMLAND.

De installatie kwam onder het Departement van Marine en alle personeel had zowel een "Q"- antecedentenonderzoek als goedkeuring door middel van (presidenti묥) Executive Order nodig.

Dit is ironisch, omdat de president van de Verenigde Staten geen vergunning heeft het terrein te bezoeken. De buitenaardse basis en de uitwisseling van technologie vond feitelijk plaats in een gebied dat bekend staat als S-4. De codenaam van gebied S-4 was "De Donkere Kant van de Maan".

De landmacht werd gevraagd een supergeheime organisatie te vormen voor alle projecten in verband met de buitenaardse wezens. Deze organisatie werd de National Reconnairsance Organisation, gevestigd te Fort Carson in Colorado. De specifieke teams die getraind werden om de projecten te beveiligen werden Delta genoemd.

Een tweede project met de codenaam SNOWBIRD werd opgestart om ieder geval waarin de REDLIGHT ruimteschepen gesignaleerd werden weg te verklaren als zijnde Air Force experimenten. De SNOWBIRD ruimtevoertuigen werden met conventionele technologie gefabriceerd en bij verschillende gelegenheden voor de pers gevlogen. Project SNOWBIRD was erg succesvol en er kwamen steeds minder rapporten van het publiek, tot de laatste paar jaar.

Een geheim fonds van vele miljoenen dollars werd ingesteld en beheerd door het Militaire Bureau van het Witte Huis. Dit fonds werd gebruikt om meer dan 75 diep onder de grond gelegen faciliteiten te bouwen. Presidenten die ernaar vroegen werd gezegd dat het fonds gebruikt werd om diepe ondergrondse schuilplaatsen voor de president te bouwen voor het geval van oorlog. Slechts een paar werden voor de president gebouwd.

Miljoenen dollars werden via dit fonds naar MJ-12 geloodst en daarvandaan naar de aannemers en werden gebruikt om TOP SECRET bases voor de "aliens" te bouwen, zowel als TOPSECRET DUMB (Deep Underground Military Bases) en de faciliteiten gestart door "Alternative 2" door het hele land heen. President Johnson gebruikte dit fonds om op zijn ranch een filmtheater te bouwen en de weg te bestraten. Hij had geen idee van de ware bedoeling ervan.

Het geheime fonds van het Witte Huis voor ondergrondse bouw was in 1957 door president Eisenhower gesticht. De fondsen werden verkregen van het Congress onder dekmantel van "konstruktie en onderhoud van geheime lokaties, waar de president naartoe gebracht zou kunnen worden in geval van militaire aanvallen; presidenti묥 noodlokaties". De lokaties zijn letterlijk holen in de grond, diep genoeg om een atoomexplosie te doorstaan en uitgerust met het neusje van de zalm aan communicatie-apparatuur. Momenteel zijn er over het land verspreid 75 lokaties die met geld vanuit dit fonds gebouwd zijn. De Atoomenergiecommissie heeft op z'n minst nog eens extra 22 ondergrondse lokaties gebouwd.

Waar ze zich bevinden en alles wat met deze lokaties te maken heeft word als TOP SECRET beschouwd en behandeld. Het geld werd en wordt beheerd door het Militair Bureau van het Witte Huis en gaat via een omslachtig web dat zelfs de spion of accountant met de meeste kennis niet kan volgen.

In 1980 wisten slechts enkelen aan het begin en eind van dit web waar het geld voor diende. Aan het begin waren Afgevaardigde George Mahon van Texas, voorzitter van het House Appropriations Committee en van het Defense Subcommittee, en Afgevaardigde Robert Sikes van Florida, voorzitter van het House Appropriations Military Construction Subcommittee. Momenteel gaat het gerucht dat House Speaker Jim Wright in het Congress het geld beheerd en dat er een machtsstrijd op komst is om hem te verwijderen. Aan het eind van de lijn waren de president, MJ-12, de directeur van het Militaire Bureau en een commandant van de Washington Navy Ward.

Het geld werd geautoriseerd door het Appropriations Committee en dat bestemde het voor het Departement van Defensie als een Top Secret onderdeel van het bouwprogramma van de landmacht. De landmacht kon het echter niet uitgeven en wist in feite niet waar het voor was. Toestemming om het geld te besteden werd in werkelijkheid aan de marine gegeven. Het geld werd gekanaliseerd naar de Chesapeake Division van de Navy Engineers, die ook niet wist waar het voor was. Zelfs de bevelvoerende officier, een admiraal, wist niet waar het fonds voor gebruikt moest worden. Maar é©® man, een commandant van de marine, die was toegevoegd aan de Chesapeake Divisie, maar in werkelijkheid alleen aan het Militair Bureau van het Witte Huis verantwoordelijk was, wist van het feitelijke doel, het bedrag en de uiteindelijke bestemming van het Top Secret fonds. De totale geheimhouding die het fonds omgaf betekende dat de zeer weinige mensen die het beheerden bijna ieder spoor ervan zouden kunnen laten verdwijnen.

Grote sommen geld werden vanuit het Top Secret fonds overgemaakt (overgebracht) naar een locatie van de Coast Guard aan Palm Beach, Californi묠Peanut Island genaamd. Het eiland grenst aan een bezitting waarvan Joseph Kennedy de eigenaar is. Gezegd werd dat het geld gebruikt werd voor verfraaiing van het landschap en in het algemeen. Enige tijd geleden werd in een speciale televisiereportage over de Kennedymoord gesproken over een Coast Guard functionaris, die geld in een aktentas over deze eigendomsafscheiding heen overdroeg aan een Kennedy-employ饮 Kan dit een geheime betaling aan de Kennedyfamilie geweest zijn voor het verlies van hun zoon John F. Kennedy? De betalingen gingen door tot het jaar 1967 en stopten toen. Het totaal overgedragen bedrag is onbekend en het feitelijke gebruik van het geld is ook onbekend.

Intussen verwisselde Nelson Rockefeller opnieuw van functie. Deze keer nam hij C.D. Jacksons oude functie, aangeduid als Speciaal Assistent voor Psychologische Strategie, over. Met Nelsons benoeming werd de naam veranderd in Speciaal Assistent voor Koude Oorlog Strategie. Deze functie zou zich door de jaren heen ontwikkelen tot dezelfde functie die Henry Kissinger uiteindelijk onder Nixon zou vervullen. Officieel zou hij "advies en assistentie geven bij de ontwikkeling van toenemend begrip en samenwerking tussen alle volken". De offici묥 beschrijving was een rookgordijn, want in het geheim was hij de Presidenti묥 Co?nator voor de Inlichtingengemeenschap. Op zijn nieuwe post rapporteerde Rockefeller direct en alleen aan de president. Hij woonde vergaderingen bij van het Kabinet, het Council on Foreign Economic Policy en de National Security Council, wat het hoogste politieke orgaan in de regering was.

Nelson Rockefeller werd ook een tweede belangrijke baan gegeven als hoofd van de geheime afdeling, de Planning Co?natiegroep, die onder NSC 5412/1 in maart 1955 gevormd werd. De groep bestond uit verschillende ad hoc leden, afhankelijk van het onderwerp op de agenda. De basisleden waren Rockefeller, een vertegenwoordiger van het Departement van Staat en de directeur van de Central Intelligence.

Hij werd spoedig aangeduid als het "5412 Committee" of de "Speciale Groep". NSC 5412/1 stelde de regel in dat geheime operaties door een uitvoerend comité §oedgekeurd moesten worden, terwijl deze operaties in het verleden plaatsvonden met alleen de autorisatie van de directeur van de Central Intelligence.

MJ-12, Council on Foreign Relations en Jason Society

Het geheime Executive Memorandum NSC 5410 had Eisenhower in 1954 vooraf laten gaan aan NSC 5412/1 om een permanent (geen ad hoc) comit頩n te stellen, dat bekend zou gaan worden onder de naam Majority Twelve (MJ-12), teneinde alle geheime aktiviteiten met betrekking tot het buitenaardsenprobleem te co?neren en te leiden. NSC 5412/1 werd gecre륲d om het doel van deze bijeenkomsten te verklaren als het Congress en de pers nieuwschierig werden. Majority Twelve bestond uit Nelson Rockefeller, de Directeur van de Central Intelligence Allen Welsh Dulles, de Secretary of State John Foster Dulles, de Secretary of Defense Charles E. Wilson, de Voorzitter van de Joint Chiefs of Staff Admiraal Arthur W. Radford, de Directeur van het Federal Bureau of Investigation (FBI) J. Edgar Hoover en zes mensen van het uitvoerende comit頶an de Council on Foreign Relations, bekend als de "Wijze Mannen". Deze mannen waren allen leden van een geheim genootschap van wetenschappers dat zichzelf "The Jason Society" of "The Jason Scholars" noemde en dat haar leden recruteerde uit de "Skull and Bones" en de " Skroll and Key" genootschappen van Harvard en Yale.

De "Wijze Mannen" waren de belangrijkste leden van de Council on Foreign Relations. Er waren twaalf leden, inclusief de eerste zes vanuit regeringsposities, vandaar Majority Twelve. Door de jaren heen bestond deze groep uit topfunctionarissen van de Council on Foreign Relations en later de Trilaterale Commissie. Gordon Dean, George Bush en Zbigniew Brzezinski behoorden ertoe. De belangrijkste en meest invloedrijke "Wijze Mannen" die deel uitmaakten van MJ-12 waren John McCloy, Robert Lovett, Averell Harriman, Charles Bohlen, George Kennan en Dean Acheson. Het door hen uitgestippelde beleid zou tot ver in jaren zeventig gevolgd worden. Het is veelbetekenend dat zowel president Eisenhower als de eerste zes MJ-12 regeringsleden ook lid van de Council on Foreign Relations waren.

Grondige onderzoekers zullen spoedig ontdekken dat niet alle "Wijze Mannen" Harvard of Yale bezochten en dat niet ieder van hen gekozen was tot lid van "Skull and Bones" of "Skroll and Key" gedurende hun studietijd. U zult dit raadsel snel kunnen oplossen door het boek "De Wijze Mannen" van Walter Isaacson en Evan Thomas, Simon and Schuster, New York, te kopen. Bij illustratie no. 9 middenin het boek zult u het onderschrift vinden: "Lovett met de Yalegroep helemaal rechtsboven, en op het strand: Zijn initiatie in Skull and Bones vond plaats op een luchtbasis bij Dunkirk". Ik heb ontdekt dat er regelmatig leden gekozen werden die uitgenodigd waren vanwege verdienste na hun studietijd en dat dit niet beperkt werd tot uitsluitend mensen die Harvard of Yale bezochten.

Een uitgelezen aantal werd later geﮩtieerd in de Jason Society. Ze zijn allen leden van de Council of Foreign Relations en waren in die tijd bekend als de "Oosterse vestiging". Dit zou u een idee moeten geven van de verreikende en serieuze aard van deze geheimste universiteitsgenootschappen. De Jason Society is ook momenteel nog springlevend, maar er behoren nu ook leden van de Trilaterale Commissie toe. In het geheim bestonden de Trilateristen al enige jaren voor 1973. De naam van de Trilaterale Commissie werd overgenomen van de vlag van de buitenaardse wezens, bekend als het Trilaterale Insigne.

Majority Twelve zou tot op de dag van vandaag overleven. Onder Eisenhower en Kennedy werd de groep onterecht het "5412 Comit馱uot; genoemd of, juister, de "Speciale Groep". Onder het presidentschap van Johnson werd dat het "303 Comit馱uot;, omdat de naam 5412 in opspraak gebracht was in het boek "De Geheime Regering". In feite had men NSC 5412/1 opzettelijk aan de auteur laten uitlekken om het bestaan van NSC 5410 te verbergen. Onder Nixon, Ford en Carter noemde men het het "40 Comit馱uot; en onder Reagan werd dat het "PI-40 Comit馱uot;. Door al die jaren heen veranderde alleen de naam.

De Studiegroep

In 1955 werd het duidelijk dat de "aliens" Eisenhower bedrogen en het verdrag verbroken hadden. Verminkte mensen zowel als verminkte dieren werden door de hele Verenigde Staten aangetroffen. Men verdacht de buitenaardse wezens ervan dat ze geen volledige lijst van kontakten met mensen aan MJ-12 deden toekomen en dat niet alle ontvoerden teruggebracht waren. Men verdacht de Sovjet Unie van interacties met hen en dit bleek zo te zijn. Het bleek dat de aliens mensenmassa's manipuleerden en gemanipuleerd hadden door middel van geheime genootschappen , tovenarij, magie het occulte en religie. Na enkele gevechtsincidenten in de lucht tussen de Air Force en de ruimteschepen werd duidelijk dat onze wapens geen partij voor hen waren.

In november 1955 werd NSC-5412/2 uitgevaardigd , waarbij een studiecomité ¯pgericht werd om "alle factoren die te maken hebben met het maken en de uitvoering van buitenlands beleid in het nucleaire tijdperk" te onderzoeken. Dit was alleen maar een dekmantel voor het echte studieobject, het buitenaardsenprobleem.

In 1954 had president Eisenhower per geheim Executive Memorandum NSC 5411 de studiegroep opgedragen om "alle feiten, bewijzen, leugens en bedrog te onderzoeken en de waarheid omtrent de kwestie van de buitenaardse wezens te ontdekken". NSC 5412/2 was alleen een dekmantel, die nodig geworden was toen de pers begon te informeren naar het doel van regelmatige vergaderingen van zulke belangrijke mensen. De eerste bijeenkomsten begonnen in 1954 en werden de Quanticomeetings genoemd, omdat ze plaatsvonden op de Marinebasis Quantico. De studiegroep bestond uit 35 leden van de Council on Foreign Relations, geheime wetenschappers bekend als "The Jason Society" of "The Jason Scholars". Dr. Edward Teller werd uitgenodigd deel te nemen. Dr. Zbigniew Brzezinsky was de studieleider gedurende de eerste 18 maanden. Dr. Henry Kissinger werd gekozen als studieleider van de groep voor de tweede 18 maanden, vanaf november 1955. Nelson Rockefeller was een vaak aanwezige gast bij de studie.

De leden van de studiegroep

Gordon Dean, voorzitter

Dr. Zbigniew Brzezinsky, studieleider - eerste periode

Dr. Henry Kissinger, studieleider - tweede periode

Dr. Edward Teller Frank Altschul

Maj. Gen. Richard C.Lindsay Hamilton Fish Armstrong

Hanson W. Baldwin Maj.Gen.James McCormack,Jr.

Lloyd V. Berkner Robert R. Bowie

Frank C. Nash McGeorge Bundy

Paul H. Nitze William A.M. Burden

Charles P. Noyes John C. Campbell

Frank Pace, Jr. Thomas K. Finletter

James A. Perkins George S. Franklin, Jr.

Don K. Price I. I. Rabi

David Rockefeller Roswell L. Gilpatric

Oscar M. Ruebhausen N.E. Halaby

Lt. Gen. James M. Garvin Gen. Walter Bedell Smith

Caryl P. Haskins Henry DeWolf Smyth

James T. Hill, Jr. Shields Warren

Joseph E. Johnson Carroll L. Wilson

Mervin J. Kelly Arnold Wolfers

De bijeenkomsten van de tweede periode werden op de Marinebasis bij Quantico, Virginia, gehouden en de groep werd bekend als Quantico II. Nelson Rockefeller bouwde voor MJ-12 en de studiegroep een geheim verblijf ergens in Maryland, dat alleen door de lucht bereikt kon worden, zodat ze ver van de nieuwsgierigheid van het publiek bij elkaar konden komen. Deze geheime ontmoetingsplaats staat bekend onder de codenaam "De Country Club". Op deze locatie zijn volledig ingerichte faciliteiten voor wonen, eten, ontspanning, bibliotheken en vergaderen.

De studiegroep werd voor het publiek opgeheven in de laatste maanden van 1956 en Henry Kissinger publiceerde in 1957 wat officieel de resultaten genoemd werden als "Nuclear Weapons and Foreign Policy" bij Henry A. Kissinger, gepubliceerd voor het Council on Foreign Relations door Harper & Brothers, New York. In werkelijkheid was het manuscript al voor 80% geschreven toen Kissinger op Harvard was. De studiegroep ging, gehuld in geheimhouding door. Een aanwijzing voor de ernst van de studie voor Kissinger is te vinden in de verklaringen van zijn vrouw en vrienden. Velen van hen verklaarden dat Henry het huis iedere ochtend vroeg verliet en iedere avond laat terugkeerde zonder tegen iemand te spreken of op iemand te reageren. Het leek of hij zich in een andere wereld bevond waarin voor anderen geen plaats was.

Deze verklaringen zijn erg onthullend. Wat gedurende de studie over de aanwezigheid en de aktiviteiten van de "aliens" aan het licht kwam moet erg schokkend geweest zijn. Henry Kissinger was ongetwijfeld zichzelf niet gedurende de tijd waarin deze bijeenkomsten plaatsvonden. Hij zou nooit meer op een dergelijke manier be﮶loed worden, hoe ernstig latere gebeurtenissen ook waren. Vaak werkte hij tot laat in de nacht, na al een volledige dag achter de rug te hebben. Dit gedrag leidde tenslotte tot een scheiding.

lees verder in Deel 2

Bron: Milton William Cooper